Discussie Opinie

Scheiding audit en advies, een discussie voor de bühne

Als accountants gewoon de onafhankelijkheidsregels volgen, is een nieuwe discussie over een scheiding tussen accountants en consultants niet nodig.

Peter Diekman

Opnieuw laait de discussie op. Het lijkt erop dat elke generatie van accountants start met de discussie over de scheiding tussen de controlefunctie en adviesfunctie van de accountant. Voor de oudere accountants is dit een herhaling van zetten, die mogelijk weer actueel is geworden nu er binnen EY wordt nagedacht om de consultants formeel af te scheiden van de accountants. Maar de consultants van EY waren jaren geleden toch al verkocht aan Cap Gemini? Hetzelfde gebeurde met de consultants van KPMG, die naar Atos gingen en die van PwC, die naar IBM gingen. Alleen Deloitte scheidde de consultants niet af.

Voor mij is het de vraag of het noodzakelijk en wenselijk is om consultants van accountants te scheiden, met andere woorden: of consultants en accountants onder één dak en één logo mogen werken. Mijn antwoord op die vragen is dat het in de eerste plaats niet noodzakelijk is om die scheiding door te voeren. In de tweede plaats is het minder wenselijk.

De regelgeving waaraan accountants zich dienen te houden is helder en duidelijk. In de eerste plaats is er de Verordening inzake Onafhankelijkheid (ViO), die stelt dat de accountant belast met de controle van de jaarrekening van een oob geen enkele andere functie ten behoeve van de cliënt mag uitoefenen. Het verbod dat voortvloeit uit artikel 16 ViO om andere diensten te verlenen, is helder en duidelijk. Ook het uitvoeren van een assurance-opdracht bij een oob waar geen wettelijke controle wordt uitgevoerd, is niet toegestaan als sprake is van een samenloop van dienstverlening waarbij het accountantskantoor beslissingen neemt die van invloed zijn op het controle-object, of participeert in het besluitvormingsproces (artikel 18 ViO).

Regelgeving is helder

De regelgeving met betrekking tot de samenloop van dienstverlening bij niet-oob's is iets complexer, maar wel helder. Het uitgangspunt is dat er een bedreiging is die een maatregel vereist, wanneer het accountantskantoor (of een onderdeel daarvan) een non-assurance opdracht heeft verleend die van materiële invloed is op het assurance-object. Wanneer een advies is gegeven dat subjectief van aard is en waarvan de verwerking in de jaarrekening tot vraagtekens leidt bij het assuranceteam, dan wel wanneer sprake is van een bedreiging van belangenbehartiging, is het uitvoeren van een assurance-opdracht verboden.

Als accountants nu eerst proberen de regelgeving van de ViO te volgen, dan is de discussie over een scheiding tussen accountants en consultants niet nodig. Als we naar de praktijk kijken, dan blijkt dat het ook nog werkt. Het was de toepassing van de ViO die er recent toe heeft geleid dat Deloitte niet werd benoemd tot accountant van ASML en dat PwC die opdracht wel heeft gekregen. Ook in mijn eigen loopbaan was er een voorbeeld van een dreigende samenloop van dienstverlening die werd tegengehouden door de leadpartner van een groot accountantskantoor, in een tijd dat er nog geen ViO was. Met andere woorden: een kritische blik op de samenloop van controle en andere diensten bestaat al vele jaren.

Wenselijkheid

Een tweede aspect is de wenselijkheid van de adviesfunctie. Ik ben bang dat hier onvoldoende een onderscheid wordt gemaakt tussen de natuurlijke adviesfunctie van de accountant, die inherent is verbonden aan de controlefunctie en een bijzondere adviesfunctie. Het zou bizar, niet productief en uiterst onwenselijk zijn wanneer de natuurlijke adviesfunctie door deze scheidingsdiscussie onder druk zou komen te staan. Juist door het goed invullen van de natuurlijke adviesfunctie levert de accountant een toegevoegde waarde aan de cliënt. Het verbod om te adviseren over zaken die rechtstreeks uit de controle voortvloeien zou door cliënten niet worden begrepen en tot ongenoegen leiden.

Wanneer we kijken naar de bijzondere adviesfunctie die niet voortvloeit uit de controle, maar meer is gericht op bijzondere trajecten/projecten bij organisaties (denk aan systeemimplementaties, changemanagement, of begeleiding van fusies en overnames), dan staat deze functie wel op gespannen voet met de controlefunctie van de accountant, vooral wegens de bedreiging van zelftoetsing. Het is misschien wel nuttig om de grenzen van de natuurlijke en de bijzondere adviesfuncties goed te duiden of te definiëren. Maar… voeren accountants deze bijzondere adviesfunctie dan wel uit?

Nog belangrijker is de vraag: als het accountantskantoor een dergelijke adviesfunctie al zou uitvoeren, is er dan een risico dat de ViO met voeten wordt getreden? Met andere woorden: mogen we dan helemaal niet meer vertrouwen op het systeem van kwaliteitsbeheersing binnen de kantoren? Hoe hoog is het risico dat het accountantskantoor een bijzondere adviesfunctie vervult bij een cliënt in samenhang met de controle van de jaarrekening?

Stel dat het antwoord in uitzonderingsgevallen bevestigend zou zijn, dan is er maar één remedie, namelijk een tuchtrechtelijke toetsing. Maar ik zie in de praktijk niet of nauwelijks overtredingen van deze regelgeving. Om die reden komt het mij voor dat de scheidingsdiscussie meer voor de bühne is, dan dat het echt om een acuut probleem gaat.

Wat vindt u van deze opinie?

Reageer Spelregels debat

Prof. dr. Peter Diekman RA is partner van FourValue BV en hoogleraar aan de University of Curaçao en de Anton de Kom Universiteit van Suriname.

Gerelateerd

4 reacties

Reinout ter Heide

In mijn ogen gaat de scheiding tussen controle en advies niet over het waarborgen van de onafhankelijkheid; hiervoor hebben we immers al voldoende (duidelijke) regelgeving, wat u ook aangeeft.

Het gaat om het claimrisico, met als recent voorbeeld Wirecard in Duitsland. De accountants verprutsen de controle met een mega claim tot gevolg, verhaald op het collectief EY, waar ook de consultants onder vallen. De consultants willen simpelweg niet meer opdraaien voor prutswerk van hun accountantscollega's, ziehier de voorgestelde splitsing.

R.J.A.M. Vromans

Papieren regelgeving is mooi maar het geeft enkele garantie!

De onafhankelijkheid van de accountant valt uiteen in de onafhankelijkheid in wezen en de onafhankelijkheid in schijn.

Het lijkt mij beter dat de accountancysector dan eindelijk het goede voorbeeld eens geeft en de noodzakelijk gewenste splitsing van audit en advies doorzet om iedere schijn te vermijden.

Jan Borger

Indien puur gekeken wordt naar de onafhankelijkheidsregels en de beheersing daarvan op de uitvoering van de audit, dan zouden er "in theorie" geen issue zijn. Kijkend naar de wat dieperliggende problemen die binnen organisaties spelen is dat m.i. net wat anders. Want indien de verhouding van omzet en rendement tussen audit en advies zegmaar 40/60 zou zijn (op organisatieniveau). Zou er dan vanuit het bestuur voldoende incentive zijn om te investeren in de (kwaliteit van) audit?

Ron Heinen

Dat er een conflict is tussen klantloyaliteit en auditoronafhankelijkheid, is al geruime tijd bekend, zie ook de publicaties "The effects of client identity strength and professional identity salience on auditor judgements" in The Accounting Review en "On the operational reality of auditors' independence: lessons from the field" in Auditing: A Journal of Practice & Theory.

De dimensies onafhankelijkheid en loyaliteit staan haaks op elkaar.

Reageren op een artikel kan tot drie maanden na plaatsing. Reageren op dit artikel is daarom niet meer mogelijk.

Aanmelden nieuwsbrief

Ontvang elke werkdag (maandag t/m vrijdag) de laatste nieuwsberichten, opinies en artikelen in uw mailbox.

Bent u NBA-lid? Dan kunt u zich ook aanmelden via uw ledenprofiel op MijnNBA.nl.