Discussie Opinie

Zonder licht kun je de diepte niet in

Enkele serviceorganisaties reageren op de uitkomsten van het onderzoek van toezichthouder AFM naar de kwaliteit van OKB's bij accountantsorganisaties. Ze betwijfelen of de betrokken partijen er lering uit kunnen trekken.

Albert Bosch, Hielke Jensma, Koen Borst en Tom Koning

Op 21 maart heeft de AFM haar rapport 'De diepte in' gepubliceerd. In dit rapport doet zij verslag van de uitkomsten van haar onderzoek naar inzet van de opdrachtgerichte kwaliteitsbeoordeling (OKB). De AFM concludeert dat de OKB beter moet om de kwaliteit van wettelijke controles te waarborgen. Vooral de diepgang van de OKB moet beter, aldus de AFM.

Als serviceorganisaties ondersteunen wij al meer dan tien jaar accountantsorganisaties, zowel die met een oob-vergunning ('AO's-oob') als met een reguliere vergunning ('AO's-rv'). Onze ondersteuning bestaat onder andere uit het uitvoeren van externe OKB’s, die wij overigens nimmer in een spreekwoordelijk uurtje doen. De AFM heeft ook controledossiers onderzocht waarvan wij de OKB verzorgden. Daarnaast hebben wij een aantal in het onderzoek van de AFM betrokken accountantsorganisaties begeleid in het proces. Het AFM-onderzoek naar de OKB gaat ons daarom aan.

Volgens de AFM is het onderzoek uitgevoerd "om accountantsorganisaties aan te jagen en te stimuleren om de inzet en de uitvoering van de kwaliteitswaarborg OKB verder te versterken." Uit deze doelstelling lijkt de conclusie al voort te vloeien, namelijk dat het instrument OKB moet worden versterkt. Door onze betrokkenheid bij het onderzoek kregen wij een goed beeld van de opzet, methodologie, uitvoering en uitkomsten van het onderzoek. Wellicht kwam het door onze professionele OKB-instelling, maar wij allen kregen gedurende het onderzoek bedenkingen tegen het onderzoek en die bedenkingen werden groter naarmate het onderzoek vorderde.

Dit leidde ertoe dat wij al voor de publicatie van het rapport enkele kritische opmerkingen en zorgen deelden met de AFM over diverse aspecten van het onderzoek. Wij vroegen de AFM deze opmerkingen met ons te bespreken en - in het belang van de gehele sector - te komen tot een dialoog die verder gaat dan alleen dit onderzoek.

Onze opmerkingen over het onderzoek zagen op:

  1. de doelstelling en insteek van het onderzoek, die ons methodologisch niet neutraal overkomen;
  2. de mismatch die er lijkt te zijn tussen enerzijds de doelstelling van het onderzoek (gericht op het instrument OKB) en de conclusies die de AFM trekt (over de uitvoering van de OKB) en anderzijds wat primair is onderzocht (een focusgebied in het controledossier);
  3. de toetsing van de toepassing van de uit artikel 8 van EU-verordening 537-2014 afgeleide normstelling;
  4. hoe de reikwijdte van de OKB op basis van artikel 8 van EU-verordening 537-2014 zich verhoudt tot de scoping van de door de AFM beoordeelde werkzaamheden van het opdrachtteam op het focusgebied, en of vervolgens daaruit conclusies zijn te trekken over de uitgevoerde OKB als geheel; en
  5. de mate waarin de OKB'er is gehoord in het proces van oordeelsvorming over het functioneren van de OKB.

Op 11 april praten wij in een round table verder met de AFM over dit OKB-onderzoek. Wij ontvingen kort voor publicatie van het rapport een algemene reactie van de AFM, waarin de AFM aangeeft op 11  april nader in te gaan op onze opmerkingen. Ook geeft de AFM in haar reactie aan open te staan voor een dialoog.

Wij zullen in de aanloop naar het overleg van 11 april het rapport in detail beoordelen en waar wij dat zinvol achten aanvullende vragen stellen aan de AFM. Het doel daarvan is dat alle betrokkenen daadwerkelijk iets kunnen leren van dit onderzoek. Daarvoor is op veel punten verduidelijking nodig. Voor een publieke reflectie op het OKB-rapport wachten wij dan ook deze bijeenkomst en de reactie op onze opmerkingen en nog te stellen vragen af.

Hoewel wij een onderzoek naar de kwaliteit van de OKB's fundamenteel anders zouden hebben opgezet, twijfelen wij niet aan de goede bedoelingen van de AFM. Wij betwijfelen echter wel of de accountantsorganisaties, hun opdrachtteams, de ingeschakelde OKB'ers waaronder wijzelf en ook de AFM echt lering kunnen trekken uit dit onderzoek. Daaraan liggen niet alleen onze kritische vragen ten grondslag. Onze twijfel wordt ook gevoed door de blijvende onduidelijkheid over de interpretatie en toepassing van vereisten uit de relevante beroepsregelgeving. Want als in het domein van de AO's-rv minimaal 26 van de dertig accountants en OKB'ers het niet goed deden, dan kunnen we niet volstaan met het zoeken naar oorzaken in cultuur, structuur en educatie. Wij achten het dringend noodzakelijk om ook de 'interpretatie-vraag' ter tafel te brengen. In een professionele omgeving bespreek je openlijk, constructief en positief-kritisch verschillen van inzicht met elkaar en kan niemand zich veroorloven een eigen interpretatie tot norm te verheffen. We zullen ten minste moeten komen tot een breed gedeeld begrip voor en acceptatie van wat in de sector als norm geldt.

Daarom pleiten wij voor het instellen van een permanente werkgroep met daarin een vertegenwoordiging van gecontroleerde organisaties, accountantsorganisaties, de AFM, de NBA en serviceorganisaties. Deze werkgroep moet zich gaan richten op de uitleg en toepassing van vereisten uit de relevante beroepsregelgeving in concrete praktijkcasussen. Wij denken dat alle betrokken partijen én vooral het maatschappelijk verkeer daarbij gebaat zijn.

Wat vindt u van deze opinie?

Reageer Spelregels debat

Albert Bosch (namens V&A), Hielke Jensma (namens Kriton), Koen Borst (namens het Compliancekantoor) en Tom Koning (namens Cygnus Atratus).

Gerelateerd

reacties

Reageer op dit artikel

Spelregels debat

    Aanmelden nieuwsbrief

    Ontvang elke werkdag (maandag t/m vrijdag) de laatste nieuwsberichten, opinies en artikelen in uw mailbox.

    Bent u NBA-lid? Dan kunt u zich ook aanmelden via uw ledenprofiel op MijnNBA.nl.