Discussie Opinie

Van Omnibus naar Minibus

Door de vereenvoudiging van duurzaamheidsrapportages kunnen bedrijven zich meer richten op factoren die van invloed zijn op hun toekomstige prestaties.

Jan Bouwens en Roderik Meeder

Een belangrijk instrument voor het nakomen van het Akkoord van Parijs betreft de  rapportageverplichtingen, waaraan (grote) bedrijven die binnen de EU produceren of handelen moeten voldoen. Hoewel deze verplichtingen vaak als bureaucratisch worden beschouwd, biedt duurzaamheidsrapportage beleggers en andere belanghebbenden relevante informatie voor hun besluitvorming. Bovendien zijn de rapportage-eisen recent vereenvoudigd.

Duurzaamheidsinformatie is van belang. Bedrijven die erin slagen hun negatieve milieu-impact te verminderen, vergroten hun kansen op overleving op de lange termijn. Precies in de geest van John Maynard Keynes' vaak verkeerd geciteerde statement "In the long run we are all dead", is nu en niet over tien jaar actie nodig, om welzijn en welvaart in de toekomst te waarborgen. Transparante rapportage over de voortgang helpt zowel managers als investeerders om zich te richten op deze langetermijndoelstellingen.

Het recente Omnibus-voorstel heeft het systeem aanzienlijk vereenvoudigd. De verplichtingen met betrekking tot gegevensverzameling zijn met ongeveer 60 procent verminderd en het herziene kader legt meer nadruk op materialiteit. Dit stelt bedrijven in staat te rapporteren over factoren die daadwerkelijk van invloed zijn op hun toekomstige prestaties, terwijl onderwerpen die weinig relevant zijn worden weggelaten.

We haasten ons te zeggen dat, terwijl de nieuwe regelgeving meer mogelijkheden biedt om onder meer concurrentiegevoelige onderwerpen buiten de rapportage te houden, de regels alsnog zó complex zijn opgeschreven, dat het vele bedrijven en hun accountants ertoe zal doen besluiten uit voorzorg zo veel mogelijk te meten of bij te houden; zonder dat dit aansluit bij de manier waarop het bedrijf opereert of impact heeft op milieu en samenleving. Terwijl dit volgens de regels dus niet nodig is. Advies op maat kan hierin helpen. Niet om te minimaliseren, maar om de informatiewaarde van de rapportages richting 2050 te maximaliseren voor beleggers en andere belanghebbenden.

De herziene regels bieden aanzienlijke ruimte om het aantal verplichte rapportageonderwerpen te verminderen. Bedrijven kunnen nu de set van onderwerpen die als materieel gelden beperken, mits ze hun keuzes kunnen onderbouwen. Dat is verstandig: onderzoek heeft sinds 1956 consequent aangetoond dat mensen effectief op vijf tot maximaal zeven doelstellingen kunnen sturen; niet op meer dan tweehonderd, zoals de CSRD tot voor kort voorschreef. Dit onderstreept het belang van focus in duurzaamheidsrapportage.

Een chemisch bedrijf zou bijvoorbeeld prioriteit kunnen geven aan klimaatverandering, vervuiling, biodiversiteit, personeelsvraagstukken en bedrijfsethiek. Alle andere duurzaamheidsthema's kunnen als niet-materieel worden beschouwd, als ze worden ondersteund door een solide onderbouwing.

Door deze gerichte aanpak te hanteren, kunnen bedrijven hun rapportagelast verminderen en zich tegelijkertijd op de kerndoelstellingen richten. De rapportageverplichtingen vormen een hulpmiddel om het vizier op  duurzame waardecreatie te zetten.  

Wat vindt u van deze opinie?

Reageer Spelregels debat

Jan Bouwens is hoogleraar accounting UvA en research fellow University of Cambridge.

Roderik Meeder is manager Group Reporting Rabobank Nederland en lid van de Sustainability Board van de European Financial Reporting Advisory Group (EFRAG).

Gerelateerd

reacties

Reageer op dit artikel

Spelregels debat

    Aanmelden nieuwsbrief

    Ontvang elke werkdag (maandag t/m vrijdag) de laatste nieuwsberichten, opinies en artikelen in uw mailbox.

    Bent u NBA-lid? Dan kunt u zich ook aanmelden via uw ledenprofiel op MijnNBA.nl.