Over kloven en breidelen
Waar hield men zich zoal mee bezig, op een doordeweekse Accountantsdag in 1970? Deel vijf in een reeks ter gelegenheid van 125 jaar accountantsberoep in Nederland.
Dit artikel is verschenen in Accountant nr. 5, 2020
Bekijk alle artikelen uit dit nummer
» Download dit artikel (pdf)
» Download het hele nummer (pdf)
Luc Quadackers
125 jaar accountantsberoep
De Accountantsdagen in de jaren zestig en zeventig hebben een centraal thema dat ook wetenschappelijk fors wordt uitgediept. Ter voorbereiding ontvangen de leden vooraf al zogenaamde ‘preadviezen’, waarin de sprekers uit de doeken doen wat ze gaan vertellen. Achteraf publiceert De Accountant de verbatim-verslagen van Accountantsdagen, inclusief de discussie over het thema. Daarna verschijnt het gezegde ook nog eens als boekje. Met ingang van de Accountantsdag van 1970 worden accountants(controle)onderwerpen zelfs op een aparte dag behandeld (de dag van de ledenvergadering). Vanaf 1970 vindt de Accountantsdag ook voor het eerst doordeweeks plaats. “Het bestuur meende te constateren dat de wens om de zaterdag voor andere dan zakelijke doeleinden te besteden ... groot is”, aldus voorzitter Van Bruinessen.
Een substantieel deel van alle leden (ruim 2.600 actieve leden in 1970) krijgt tijdens de Accountantsdagen hetzelfde, inhoudelijk pittige menu voorgeschoteld. Een voorbeeld. Het onderwerp van de Accountantsdag van 1970 is de technologische kloof tussen de Verenigde Staten en West-Europa. Rond 1970 is het gebruikelijk om voortdurend vergelijkingen te maken tussen het welvaartspeil in de Verenigde Staten en dat van Europa (en Nederland). Die vergelijking valt meestal uit in het voordeel van de VS. De opmerking ‘het staat 2-1 voor de VS’ wordt vaak gemaakt. In dit perspectief spreekt de formele titel van de Accountantsdag van 1970 boekdelen: ‘De uitdaging voor de komende 25 jaar’.
De eerste inleider is prof. dr. Casimir, onder andere lid van de raad van bestuur van Philips. Casimir noemt de fundamentele wetenschap in de VS tot aan de Tweede Wereldoorlog achtergebleven gebied. Hij betoogt dat Amerika nu weliswaar ver voor ligt op het gebied van technische productiviteit, maar dat de oorspronkelijke uitvindingen en ideeën vaak uit Europa stammen. In Europa bestaan echter te weinig mogelijkheden voor verdere ontwikkeling, onder andere door ‘de uittocht van topgeleerden uit Europa’ als gevolg van de oorlog.
Amerikaanse ondernemingen hebben minder complexe logistieke kanalen richting consument. Ook nemen ze meer risico’s en schamen zich minder voor een faillissement. Dat heeft economische voordelen. Casimir noemt de Amerikaanse voorsprong echter ook betrekkelijk. Blijkbaar slurpen grote opdrachten van bijvoorbeeld NASA zoveel talent weg dat het ontwikkelen en perfectioneren van traditionele artikelen een technische achterstand oplopen. Wijze raad van Casimir: “Wij moeten als Europeanen de mogelijkheden hebben te profiteren van onze achterstand door op een verstandiger manier de technologie en de ontwikkeling daarvan te breidelen en in te passen in onze maatschappij voordat wij voor de enorme problemen en moeilijkheden komen te staan, die men nu in de Verenigde Staten ontmoet.”
De tweede inleider is prof. dr. Paelinck (onder andere directeur van het Nederlands Economisch Instituut), die zegt dat veel vergelijkingscijfers van de VS versus West-Europa betrekking hebben op inkomen en bestedingen. Volgens Paelinck is het de vraag of het wenselijk is dat een hoger inkomen (zoals in de VS) bij ons ook zal leiden tot een soortgelijk uitgavenpatroon: “In tegenstelling tot wat men steeds heeft gemeend, werd de mens er niet door bevrijd. Hij blijft de go-getter, die, meer dan ooit, zijn geluk zoekt in het verwerven van steeds grotere, betere en nieuwere gadgets.” Dat leidt tot vervreemding van de omgeving, aldus Paelinck, en hij wijst op het verschil tussen welbehagen, welzijn en welvaart: “En neemt men ook een aantal elementen op het sociologische, het geografische en planologische vlak in aanmerking, dan is het mogelijk dat de vergelijking Verenigde Staten - Europa beter uitvalt dan wanneer men deze gewoon baseert op een aantal globale cijfers.”
Pas een fors eind op weg in het debat komt de vraag ‘Wat zal er met de accountant gebeuren?’ Daarop komt geen duidelijk antwoord. En ook geen onduidelijk antwoord...
Gerelateerd

Accountant Isaäc Roet leeft voort in de naar hem genoemde prijs
Isaäc Roet was accountant, adviseur en uitvinder. Hij werd in februari 1944 in Auschwitz vermoord, maar zijn nalatenschap leeft nog altijd voort in de Isaac Roet...

Professor Johan de Vries overleden
Prof. dr. Johan de Vries, auteur van een boek over het ontstaan van het Nederlandse accountantsberoep, is op 13 oktober jl. overleden. Hij werd 94 jaar oud.

Schrijven we genoeg geschiedenis?
Is het niet vreemd dat het accountantsberoep geen voortdurende toegankelijke geschiedschrijving faciliteert, vraagt Luc Quadackers zich af. Het beroep verdient dat...
125 jaar in 25 fragmenten
125 jaar accountantsberoep betekent ook 125 jaar (De) Accountant, in een wisselende frequentie per jaar. Begonnen als kwartaalblad in 1895, later terug naar twee...
De allereerste De Accountant
Wat stond er in 1895 in de allereerste editie van het instituutsblad De Accountant? Deel vier in een reeks ter gelegenheid van 125 jaar accountantsberoep in Nederland.