Van lastpak tot hoogleraar
Op 30 juni jl. hield prof. dr. Dick de Waard zijn afscheidsrede als hoogleraar aan de Rijkuniversiteit Groningen. In een terugblik op zijn carrière is zijn voornaamste duurzaamheidsboodschap: Begin vandaag nog! “We hebben met z’n allen veel te lang gepraat.”
Dit artikel is verschenen in Accountant nr. 3, 2023
Bekijk alle artikelen uit dit nummer
» Download dit artikel in pdf
» Download het hele nummer (pdf)
Luc Quadackers
Dick de Waard wordt geboren in Rotterdam en groeit tot zijn zestiende jaar op in Zwijndrecht en Alblasserdam. Zijn vader is financieel directeur bij een multinational en moeder zorgt voor het gezin met vijf kinderen, waarvan Dick de op een na oudste is. “Aan mij hadden ze wel het meeste werk”, zegt De Waard, want hij maakt een zeer slechte start in het onderwijs.
“Ik was veel te jong. Ik ging al op mijn elfde naar de mavo, terwijl ik de voorbereidingsklas van het atheneum had gedaan. Het ging helemaal mis. Laten we het erop houden dat het aan mij lag, maar de combinatie met strenge docenten van de oude stempel was nogal ongelukkig.”
Hij kan naar eigen zeggen slecht overweg met mensen die macht uit willen oefenen. Toch haalde hij het mavo-examen en ging vervolgens naar de leao in Dordrecht. “Daar zaten meer kinderen zoals ik, allemaal een beetje lastpakken. De gemiddelde leraar op die school had een dikke buik, een baard en een zware stem. Die leraren straalden rust uit en dat hielp mij zeer om beter te presteren. Nog tijdens mijn leao-periode verhuisden we naar Groningen. Daar ging het beter en ben ik na de leao naar de meao gegaan. Ik kreeg er zelfs lol in! Daarna moest ik met tegenzin in militaire dienst, waar ik vaak huisarrest had. Ik zei altijd: ‘Als je het mij gewoon vraagt, dan doe ik het ook’, maar zo werkt dat niet in het leger. Ook wel begrijpelijk, trouwens.”
Accountant worden
Zijn enigszins bezorgde vader attendeert hem op de mogelijkheid om accountant te worden. Het NIVRA adverteert in die tijd ook volop in de schoolagenda’s.
Na rijp beraad lijkt het De Waard wel wat. “Tijdens militaire dienst besefte ik dat ik met alleen meao minder kans maakte in het accountantsberoep en ik ben toen begonnen aan een mo-opleiding economie bij de LOI. Dat was echter te hoog gegrepen. Door mijn vooropleiding had ik een forse kennisachterstand op het gebied van wiskunde.”
Na zijn afzwaaien wordt De Waard afgewezen bij KPMG, omdat hij geen vwo-diploma heeft. Hij treedt in dienst bij Dechesne Van den Boom & Co, een rechtsvoorganger van EY. Die hebben een forse samenstelpraktijk en kunnen hem wel gebruiken. “Toen ik daar op sollicitatiegesprek kwam, zei ik: ‘Als ik bakker zou worden dan ga ik geen brood bakken in dienst van een andere bakker, dus als ik accountant word, dan word ik partner of ik begin voor mijzelf.’ Dat vonden ze wel vermakelijk, want ik kon natuurlijk nog helemaal niks.”
De Waard gaat tegelijkertijd naar het avondatheneum, drie jaar lang, drie avonden per week, van zes tot tien uur ’s avonds. Daarna volgt hij de NIVRA-opleiding. In de tussentijd doet hij het goed binnen het kantoor.
Milieu
Dat het thema milieu in zijn leven verscheen, was in zekere zin toeval, aldus De Waard. “Voor mijn NIVRA-afstudeerscriptie wilde ik een onderwerp nemen dat niemand anders koos. Toen ontdekte ik een artikel van Blokdijk over het milieujaarverslag en de rol die de accountant daarin zou kunnen vervullen. Ik vond het enorm interessant dat je als accountant bijvoorbeeld iets moet zeggen over de waardering van gebouwen, terwijl je niet weet of de bodem verontreinigd is. De onvolprezen Johan Piet was toen mijn scriptiebegeleider en ik ben na mijn afstuderen in 1990 ook bij hem de opleiding tot milieu-accountant gaan volgen. Ik zag vrij snel de grote relevantie van het onderwerp in en maakte me daar ook binnen kantoor altijd hard voor.”
Er werd in het begin nog niet veel aan verdiend, aldus De Waard. “De heersende opvatting was dat accountants en milieu niets met elkaar hadden te maken. Toen het kantoor inmiddels Ernst & Young heette, vroeg een van de bestuurders op een gegeven moment: ‘Zeg Dick, jij doet toch iets met milieu?’ Toen kwam het beter van de grond.
Dat was eind jaren negentig. Rond die tijd kwam ook Nancy Kamp-Roelands bij ons werken. Dat was buitengewoon prettig, want zij liep ver op de troepen vooruit. Wij deden onder andere onderzoek op het gebied van milieuverslaggeving en haalden het RTL-nieuws op televisie, met de boodschap dat de milieuverslagen in Nederland nogal te wensen overlieten. De dag erna belde de Gasunie en dat werd onze eerste cliënt. Daarna volgden ABN-Amro Bank, AKZO-Nobel en nog vele andere ondernemingen. Van Havenbedrijf Rotterdam kregen we ook een belangrijke opdracht. De controleverklaring die we daar ontwikkelden vormt overigens nog steeds het model dat de NBA nu hanteert, uiteraard voorzien van de nodige aanpassingen. Maar de leercurve was lang, het kostte veel tijd en de budgetten waren laag.
Ik moest steeds intern opnieuw uitleggen waarom het zo belangrijk was. Dat maakte het niet eenvoudig. De bereidheid om hierin te investeren was niet heel groot. Dat gold overigens bij alle accountantskantoren. Ik moest altijd goed verdienen binnen mijn zorgsectorportefeuille, ter compensatie.”
Team bouwen
Inmiddels zitten we in ander vaarwater. Maar het is nog steeds niet helder welke rol de accountant nu precies kan en mag vervullen in de rapportage over duurzaamheid. “Je ziet dat steeds meer groeperingen roepen om meer duurzaamheidsinformatie. Accountants komen bij al die ondernemingen voor de jaarrekeningcontrole. Wij moeten hun bestuursverslag al lezen om te kijken of dat in overeenstemming is met de jaarrekening. We hebben een kwaliteitsstelsel, we hebben een beroepsorganisatie en we hebben verstand van administratieve organisatie en interne beheersing, verslaggeving en controle. Toch zeiden accountants decennia dat het niet hun zaak is. En ze vinden het nog steeds lastig.
Dat is jammer. Accountants zijn weliswaar geen specialist op het gebied van CO2-uitstoot en klimaat, maar ze kunnen cliënten wel degelijk helpen. Onze boodschap is altijd geweest: Milieukundigen en andere experts kun je prima inhuren. Ook in de reacties op mijn rede krijg ik weer te horen dat de noodzakelijke expertises niet in een persoon zijn te verenigen. Maar dat is juist mijn boodschap! Je moet een team bouwen. We hebben al te weinig mensen om de jaarrekeningen te controleren en dan komt dit er nog eens bij. Accountantskantoren moeten dus als de wiedeweerga op zoek naar andere deskundigen.”
Controleleer
Er wordt op dit moment veel gesproken over het herijken van de accountantsopleiding en de beroepsprofielen. In dat verband wordt regelmatig de ‘basisaccountant’ genoemd, die zich daarna kan specialiseren. De Waard heeft daar een eigen kijk op. “Ik zie dat andersom. Controleren is toetsen aan normen. Dat kun je zelfs een aap aanleren, bij wijze van spreken. Ik ben een accounting-expert en helemaal aan het einde van mijn opleiding kwam pas het vak controleleer. Dat kan toch ook met andere opleidingen? Iemand met een mastertitel op het gebied van energie- of milieukunde kun je prima postinitieel leren controleren op die terreinen.
Mijn idee zou dus zijn om mensen met verschillende mastertitels daarna postinitieel op te leiden in controleleer, toegespitst op hun specialisatie. Ze krijgen daarna ook een RA-titel die wordt geoormerkt aan de hand van de specialisatie. Ik twijfelde erover of ik dit idee wel in mijn afscheidsrede zou opnemen. Ik dacht dat het misschien veel te simpel zou zijn. Maar hoe eenvoudiger hoe beter, toch? Het is in ieder geval het onderzoeken waard. Ik zie het ook zeker niet als de enige oplossing.”
CSRD
Mede gezien de gigantische CSRD-regelgeving die eraan komt, moet er nog genoeg gebeuren, meent De Waard. “Beursfondsen deden best al veel. Die moeten de zaken nog bijslijpen om dichter bij de CSRD-regelgeving te komen. Mijn waarneming is wel dat grote familiebedrijven vaak nog achteroverleunen en denken dat de soep vast niet zo heet wordt gegeten als die wordt opgediend. Op dit moment lijkt het er echter niet op dat er een overgangsregeling of uitstel komt. Je kunt wel blijven wachten, maar straks slaat de stress toe omdat het echt moet gebeuren en dan zijn alle adviseurs volgeboekt. Begin dus gewoon nu al. Doe al een proefjaar voordat het echt moet.
Daarmee laat je ook zien aan de buitenwereld dat je er serieus mee bezig bent. Ook kleinere ondernemingen zien vaak nog niet wat de gevolgen kunnen zijn als ze er niets aan doen, terwijl zij misschien wel aan de wortel van hun bestaan worden geraakt.
Bijvoorbeeld: Als een kleine transporteur niet voldoet aan de eisen van een afnemer van hun diensten, bijvoorbeeld op het gebied van CO2-uitstoot, dan heeft het bedrijf een probleem. Een accountant zou best al eens met zo’n cliënt kunnen spreken over hoe zij transparant kunnen zijn over wat ze wel doen. Wat is belangrijk? Bestaat daarover informatie? Zo niet, wat is nodig om die informatie te krijgen? En die kleine transporteur kan best op een webpagina enkele kerngetallen rapporteren op het gebied van duurzaamheid. Bij vragen van klanten kan dan meteen naar de website
worden verwezen. Dat is toch heel krachtig?”
Het tij keren?
“We hebben met z’n allen veel te lang gepraat”, meent De Waard. “Nu is er dan eindelijk een wet, omdat de langdurige fase van vrijwilligheid onvoldoende opleverde. Maar die wet blijkt werkelijk gigantisch omvangrijk te zijn. Ondernemers weten daardoor misschien helemaal niet meer wat ze ermee aan moeten en het risico is dat ze vervolgens maar niets doen. De wet vormt dus in feite haar eigen bedreiging.”
De scheidend hoogleraar is daarom nog niet gerust op de afloop. “Ik denk dat de verslaggeving uiteindelijk wel op de rails komt, maar de verslaggeving is slechts een instrument. Of we in staat zijn om het tij te keren? Daarover ben ik soms wel somber gestemd. Hoe dan ook: Het zou mooi zijn als accountants echt in de gaten krijgen dat ze een belangrijke rol kunnen vervullen. Met onze professionaliteit en de wetgeving die eraan komt, kunnen we een substantiële bijdrage leveren aan de noodzakelijke transparantie. Dat is een van de essentiële middelen om het uiteindelijke hogere doel te bereiken.”
Afscheidsrede
Het woord ‘accountant’ is te veel verbonden met financiële zaken, daarom zou het beroep moeten overstappen op het breder toepasbare begrip ‘auditor’, stelde prof. dr. Dick de Waard bij zijn afscheid als hoogleraar aan de Rijksuniversiteit Groningen.
De Waard sprak zijn afscheidsrede op 30 juni uit in het Academiegebouw van de RUG. De rede droeg dezelfde titel als zijn NIVRA-afstudeerscriptie uit 1990: ‘De accountant in een ander milieu’.
De Waard schetste zijn ‘duurzaamheidsreis’ en structureerde zijn betoog aan de hand van vier pilaren: de onderneming, de eigenaren, de verantwoording en de accountant/auditor. Er wordt al decennialang vooral heel veel gepraat, maar nog te weinig gedaan, vindt hij. Om daaraan een positieve prikkel te geven, bevatte zijn rede een waaier aan ideeën. Zo stelde hij een allesomvattend jaarverslagmodel voor, dat bestaat uit drie hoofdstukken: het bestuursverslag, de financiële jaarrekening en de niet-financiële jaarrekening.
De Waard ontving bij zijn afscheid de Academiepenning van de Rijksuniversiteit Groningen voor zijn grote inzet in de afgelopen dertig jaar en de innovatieve rol die hij op het gebied van duurzaamheid speelde in de Nederlandse accountancy. Zijn afscheidsrede is te vinden via Accountant.nl.
CV
Prof. dr. Dick de Waard RA MA is sinds 1992 verbonden aan de Faculteit Economie en Bedrijfskunde van de Rijksuniversiteit Groningen. Hij promoveerde in 2008 op zijn proefschrift ‘Toezicht op Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen’ en werd in 2011 hoogleraar auditing. Hij is ook buitengewoon hoogleraar maatschappelijk verantwoord ondernemen aan de Faculteit der Sociale en Economische Wetenschappen van University of Curaçao dr. Moises da Costa Gomez. De Waard was daarnaast als openbaar accountant van 1977 tot 2013 verbonden aan EY, vanaf 1995 als partner.
Gerelateerd
Belgisch accountantsberoep dringt aan op snelle implementatie CSRD
De Belgische beroepsorganisatie van accountants, het Instituut van de Bedrijfsrevisoren (IBR), roept de Belgische regering op om met spoed werk te maken van de omzetting...
Europese Commissie wil dat landen haast maken met implementatie CSRD
De Europese Commissie heeft een flink aantal landen van de EU, waaronder Nederland, aangesproken op het nog niet omzetten van verplichtingen uit de duurzaamheidsrichtlijn...
Pionierende accountants delen hun eerste ervaringen met CSRD
Zo'n driehonderd accountants bezochten de eerste 'CSRD-werkconferentie Reporting & Assurance' van de NBA. Uit een rondgang onder de deelnemers blijkt een grote behoefte...
Jury Sijthoff-prijs ziet kwaliteit verslaggeving stagneren
De jury van de FD Henri Sijthoff-prijs stelt dat de kwaliteit van verslaglegging van grote Nederlandse bedrijven afgelopen jaar is gestagneerd. Het voldoen aan de...
ISSA 5000: eindelijk een internationale sustainability assurance-standaard
Na jaren is er eindelijk een internationale standaard voor het verlenen van zekerheid bij duurzaamheidsinformatie. Daarmee krijgt de accountant veel meer duidelijkheid...