Magazine

No day in court

Onlangs omschreef de voorzitter van de Accountantskamer zichzelf als 'de zevende voorzitter'. Maar in 2020 is Sandra Schreuder de eerste voorzitter opgevolgd. Dan is zij toch de tweede? Hoe zit dat dan? De verklaring is deels slecht nieuws. Maar een lichtpunt is er ook.

Dit artikel is verschenen in Accountant nr. 4, 2025

Bekijk alle artikelen uit dit nummer

» Download dit artikel in pdf
» Download het hele nummer (pdf)

Lex van Almelo

Accountantskamer
25/1520 en 25/1521 Wtra AK
Vindplaats: ECLI:NL:TACAKN:2025:65

Accountantskamer
25/1778 Wtra AK
Vindplaats: ECLI:NL:TACAKN:2025:64

Accountantskamer
25/2046 Wtra AK
Vindplaats: ECLI:NL:TACAKN:2025:68

Accountantskamer
25/2135 Wtra AK
Vindplaats: ECLI:NL:TACAKN:2025:62

Accountantskamer
25/2523 Wtra AK
Vindplaats: ECLI:NL:TACAKN:2025:63

Dit najaar zijn er binnen anderhalve maand vijf zogenoemde 'voorzittersbeslissingen' genomen: beslissingen waarbij de voorzitter het niet nodig vindt haar team te belasten met de kwestie. De bevoegdheid om een klacht zonder zitting af te doen, bestaat (volgens artikel 39 van de Wet tuchtrechtspraak accountants) als de voorzitter de klacht kennelijk niet-ontvankelijk, kennelijk ongegrond of van onvoldoende gewicht acht. Solobeslissingen over klachten die waarschijnlijk ongegrond of niet-ontvankelijk worden verklaard, waren tot voor kort vrij zeldzaam. De najaarspiek is dus opmerkelijk. Om wat voor klachten gaat het? Waarom wordt de klagers geen day in court gegund? Heeft de voorzitter alvast ruimte vrijgemaakt voor de klacht over de controlerend accountant van Airbus, waarvan de behandeling op de rol van 28 november stond?

Kansloos

Eén van de klachten die de voorzitter in haar eentje beslechtte, is die van een consultant tegen de bestuursvoorzitter van het big four-kantoor dat hem ontsloeg. Volgens de consultant deelde een leidinggevende tijdens een presentatie concurrentiegevoelige informatie met een ander kantoor. Als hij hiertegen protesteert, wordt hij naar eigen zeggen geïntimideerd, krijgt hij een slechte beoordeling en daalt zijn partnervergoeding. Wanneer de consultant beroep aantekent tegen deze maatregelen, maakt hij ook melding van de loslippigheid. Na een onderzoek stelt het kantoor vast dat de Mededingingswet niet is overtreden. Het arbeidsgeschil woekert door. Bij de afwikkeling daarvan
claimt de consultant dat hij bescherming verdient als klokkenluider en dat de zaak niet moet worden afgedaan door arbitrage. Hij klaagt de bestuursvoorzitter en een bestuurslid aan, maar de Accountantskamer verklaart die klacht in 2023 ongegrond. (22/642 en 22/830 Wtra AK) Begin november 2025 hangt deze zaak in hoger beroep.

Intussen velt de advocatentuchtrechter een oordeel over zijn overijverige advocaat. In dat oordeel staat onder meer dat de consultant een melding deed op grond van de Wet bescherming klokkenluiders. Omdat het big four-kantoor geen hoger beroep aantekende tegen deze uitspraak, ziet de consultant het als een nieuw feit dat het kantoor hem erkent als klokkenluider. Hij dient bij de Accountantskamer een tweede klacht tegen de bestuursvoorzitter in. De aangeklaagde bestuursvoorzitter vraagt de voorzitter van de Accountantskamer om de zaak zonder zitting af te doen. Als de consultant ook dáárover klaagt, wijst de voorzitter van de Accountantskamer op het geringe gewicht van de nieuwe feiten en omstandigheden alsmede op haar 'zeeffunctie'. Bij het zeven mag de voorzitter er rekening mee houden dat het gaat om een diepgaand arbeidsconflict tussen de klager en de beklaagde. Ook kan de voorzitter meewegen dat de klager de nieuwheid van feiten en omstandigheden slechts onderbouwt met vederlichte argumenten, of dat de klacht een herhaling is van zetten (wat hier overigens niet het geval is). Een klacht over hetzelfde feitencomplex stuit altijd af op het ne-bis-in-idem-beginsel en kan dus eenvoudig zonder zitting niet-ontvankelijk worden verklaard. (25/1778 Wtra AK)

In de tuchtrechtspraak is het meestal dezelfde klager die niet van ophouden weet en de prak waarover al is geoordeeld, opwarmt en overgiet met een ander sausje. Maar in 25/2325 Wtra AK is het de ex van een klager die zo'n kliek voorschotelt. In een vechtscheiding had haar ex-man al een klacht ingediend tegen een accountant, die slordig werk leverde bij een aandelenwaardering en de man er ten onrechte van beschuldigde vermogen achter te houden. De accountant was ingeschakeld door de vrouw zelf. Nadat de accountant was berispt, klaagde de vrouw hem aan, omdat zij uiteindelijk ook schade had geleden door diens foute conclusies. De voorzitter verklaart haar klacht kennelijk niet-ontvankelijk, omdat het gaat om een herhaling van zetten, ook al zijn het zetten van een ander dan degene die in eerste instantie klaagde.

In zaak 25/2135 Wtra AK verklaart de voorzitter een klacht kennelijk niet-ontvankelijk, omdat die is ingediend tegen een dienstverlener die op het moment van de verweten gedragingen nog niet is ingeschreven in het accountantsregister.

Kansloos zijn ook klagers die van de voorzitter de gelegenheid krijgen hun klacht beter te onderbouwen (25/2046 Wtra AK) of duidelijker te formuleren (25/1520 en 25/1521 Wtra AK), maar dit nalaten. De voorzitter verklaart hun klacht dan kennelijk ongegrond.

Kennelijk

Het voorvoegsel 'kennelijk' betekent in dit verband: voorlopig. De klager kan namelijk verzet aantekenen tegen een voorzittersbeslissing en dan wordt de klacht alsnog op een zitting behandeld, onder leiding van een andere voorzitter. Dat is dubbel werk. Als de Wijzigingswet accountancysector op 1 juli 2026 in werking treedt, moet de klager die het niet eens is met de voorzittersbeslissing zich wenden tot het College van Beroep voor het bedrijfsleven. Het college kan het hoger beroep dan (ook) zonder zitting afdoen. Als het college het hoger beroep tegen de voorzittersbeslissing kennelijk gegrond vindt, komt de zaak alsnog op de zitting bij de Accountantskamer.

De kortere bocht geldt niet voor klachten die vóór 1 juli 2026 zijn ingediend. Maar als voorschot op de toekomst neemt de voorzitter het risico van dubbel werk bij het aantekenen van verzet. De eerste negen maanden van dit jaar zijn er namelijk al evenveel klachten ingediend als in heel 2024: 145. Na enkele jaren met een geringere instroom trekt de wind weer aan. Het team van de Accountantskamer is vanwege de luwte echter gekrompen en moet nu alle zeilen bijzetten. Klachten die in september zijn ingediend, komen pas in april 2026 op zitting.

De piek in de voorzittersbeslissingen is dus niet te wijten aan de Airbus-accountant, maar aan al die andere accountants wier werk kennelijk – al dan niet terecht – twijfels heeft opgeroepen. Het goede nieuws is echter dat accountants bij frivole klachten in Zwolle niet meer 'voor het hekje' hoeven te staan.

Juridisch journalist Lex van Almelo verzorgt op Accountant.nl regelmatig tuchtrechtsamenvattingen van de Accountantskamer, inclusief annotaties. In dit magazine trekt hij lessen uit opmerkelijke tuchtzaken.

Lex van Almelo is journalist.

Gerelateerd

Aanmelden nieuwsbrief

Ontvang elke werkdag (maandag t/m vrijdag) de laatste nieuwsberichten, opinies en artikelen in uw mailbox.

Bent u NBA-lid? Dan kunt u zich ook aanmelden via uw ledenprofiel op MijnNBA.nl.