Magazine

Out of print: 'Nederland in zaken'

Accountants liggen al zó lang onder vuur dat het niet leuk meer is om, als ik er één spreek, nare vragen te stellen. Als daarentegen een econoom mijn pad kruist, móet ik 'm sarren.

Dit artikel is verschenen in Accountant nr. 1/2, 2013

Bekijk alle artikelen uit dit nummer

Economen faalden immers evenzeer, maar ze kunnen op verjaardagsborrels nog gewoon hun beroep noemen. Pesten doe ik bijvoorbeeld door te zeggen dat economie als wetenschap ontzettend lijkt op theologie vroeger. Geweldige pretenties omtrent hun bijdragen aan het welzijn van de mens; maar vraag nooit om concreet bewijs. Discussies tussen economen lijken meer op een gezelschapsspel voor heren onder elkaar dan op een poging echte problemen op te lossen. Economen en theologen praten over een ‘onzichtbare hand’, en het leven op aarde versimpelen ze tot óf een wiskundig model, of tot een bizar schema waarin de mensheid wordt opgedeeld in goeieriken en slechteriken.

Net als theologen steken economen elkaar 't liefst de loef af met spitsvondigheden: hoeveeltiende procent groeit de economie over tien jaar als je de fiscale aftrek voor innovaties nu verdubbelt? Net zo wereldvreemd als de vraag of de slang werkelijk sprak in het paradijs. Badinerend over theologen spreken is in geseculariseerd Nederland geen probleem. Maar met economen worden we geacht dat niet te doen. Nog altijd kan een regering niet eerder aan de slag dan dat alle voorgenomen maatregelen bij het CPB zijn ‘doorgerekend’ door de telgen van de heilige Tinbergen.

Ahááá!, dacht ik, toen ik pas uit een grote bak met tweedehandsboeken de bundel ‘Nederland in zaken - Investeren, winst werkgelegenheid’ kon vissen. Een grijsgekafte pocket die, zo bleek, in 1985 was geredigeerd door het indertijd beroemd-beruchte PvdA-kopstuk dr. Arie van de Zwan. Hij schreef ook een inleidend hoofdstuk. Zestien andere bijdragen van deze Veen-uitgave werden geschreven - ter gelegenheid van het veertigjarig bestaan van de Nationale Investeringsbank NV (nu NIBC) - door een bont gezelschap van ‘hotemetoten’ van die tijd: Anton Dreesmann en Jaap van Duijn maar ook Onno Ruding, Eduard Bomhoff en natuurlijk: Joop den Uyl.

Ik dacht ‘ahaaa’ omdat ik verwachtte dat Van der Zwan, directeur van een staatsbank, in zijn eigen bijdrage prototypisch linkse economenideeën zou verdedigen. Dus dat de economie zich gedraagt zoals in het ‘model’, en de betere wereld maakbaar is door aan een paar knoppen te draaien.

Maar nee! Van der Zwan blijkt aangenaam realistisch over de beperkingen van dat denken van economen: ‘Het concurrentievermogen en investeringsklimaat worden niet alleen bepaald’, schrijft hij, ‘door (…) kostenniveau en (…) arbeidsklimaat, maar door de dynamiek van de economie. Die hangt voor een belangrijk deel af van een optimistisch psychologisch klimaat (…).’ Tjeeee! Hij noemt een aspect waarnaar ik geen CPB-econoom ooit hoorde verwijzen: ‘psychologie’. Let op: over 28 jaar noemen we Van der Zwan ‘zijn tijd ver vooruit’.

Bert Bakker (1956-2022) was financieel-economisch journalist.

Aanmelden nieuwsbrief

Ontvang elke werkdag (maandag t/m vrijdag) de laatste nieuwsberichten, opinies en artikelen in uw mailbox.

Bent u NBA-lid? Dan kunt u zich ook aanmelden via uw ledenprofiel op MijnNBA.nl.