Magazine

Afstorten geïndexeerd pensioen in premieregeling

De crisis heeft veel ondernemers doen beseffen dat pensioen in eigen beheer meer gevaar loopt dan gedacht. Onderbrengen van de opgebouwde pensioenrechten bij een verzekeraar kan een oplossing zijn. Maar wie verwacht dat de marktrente zal stijgen doet er goed aan de pensioenregeling dan eerst om te zetten in een beschikbare premieregeling.

Dit artikel is verschenen in Accountant nr. 6, 2011

Bekijk alle artikelen uit dit nummer

» Download dit artikel in pdf

De economische crisis heeft veel directeur-grootaandeelhouders aan het denken gezet over het pensioen in eigen beheer. Achterblijvende bedrijfsresultaten of een lagere verkoopopbrengst van de onderneming kunnen betekenen dat er uiteindelijk te weinig geld is om het toegezegde pensioen uit te keren. Afstorten van de opgebouwde aanspraken bij een verzekeraar kan enige zekerheid bieden. Maar gezien de huidige lage rekenrente is het verstandig dit dan wel te doen in de vorm van een beschikbare premieregeling. Een stijging van de rentestand levert een hoger kapitaal en dus hoger pensioen op. Onderstaand voorbeeld laat de gevolgen zien.

De casus

Bas brengt op zestigjarige leeftijd zijn opgebouwde premievrije pensioenaanspraken uit de eindloonregeling onder bij een verzekeraar. Op de pensioendatum wordt bepaald of de pensioenen conform het loonindexcijfer dan wel het prijsindexcijfer worden geïndexeerd (open indexatie). Het partnerpensioen bij overlijden na de pensioendatum bedraagt zeventig procent van het ouderdomspensioen.

Relevante gegevens primo 2011: Ouderdomspensioen: € 36.000 Partnerpensioen: € 25.200

De winst over de afgelopen drie jaar bedraagt gemiddeld € 50.000 per jaar. Over 2011 wordt hetzelfde resultaat verwacht.

Pensioen naar verzekeraar: twee opties

Bij het onderbrengen van opgebouwde pensioenrechten bij een verzekeraar zijn er twee bruikbare opties (zie ook kader ‘Verboden opties’).

Optie 1: aankoop van een vastgestelde uitkering

Bas heeft een eindloonregeling met een open indexatie. Conform het besluit van 3 juli 2008 kan hij bij de verzekeraar een offerte aanvragen voor een vastgestelde uitkering (een renteverzekering), rekening houdend met een fictieve vaste na-indexatie van twee procent. Navraag bij de verzekeraar leert dat hiervoor ongeveer een kapitaal nodig is van € 621.000. Als Bas 65 wordt, krijgt hij een gegarandeerde pensioenuitkering van € 36.000 per jaar. Deze stijgt jaarlijks met twee procent. Nadeel van deze optie is dat het pensioen niet meer wordt verhoogd als de rentestand stijgt. Daar tegenover staat dat het ook niet daalt als de rentestand lager wordt. De uitkeringen staan immers vast.

Optie 2: beschikbare premieregeling

Als Bas de eindloonregeling omzet in een beschikbare premieregeling, worden zijn eindloonaanspraken via een waardeoverdracht omgezet in een kapitaal. De overdrachtswaarde van de opgebouwde aanspraak is de eerste storting in de beschikbare premieregeling. De koopsom wordt vervolgens voldaan aan een verzekeraar. De zakelijke koopsom is gelijk aan de koopsom die Bas in optie 1 verschuldigd is aan de verzekeraar, ongeveer € 621.000, inclusief € 11.000 kosten.

Het voordeel van deze constructie is dat niet meer de aanspraak het uitgangpunt is, maar het gestorte kapitaal. Op de pensioendatum koopt Bas met het kapitaal een pensioen aan. De hoogte daarvan is afhankelijk van de rekenrente. Is die hoger dan nu dan wordt naar verwachting een hoger pensioen aangekocht. Een bijkomend voordeel is dat tussentijdse rendementen worden bijgeschreven op het kapitaal.

Bas kan het geld defensief of risicovol beleggen. Een andere mogelijkheid is de eerste inleg direct om te zetten in een verzekerd kapitaal of in een aanspraak op een uitkering.

Bij beleggen komt het behaalde rendement onder inhouding van kosten toe aan Bas. Bij omzetten van de inleg in een gegarandeerd kapitaal of aanspraak op een uitkering is een compensatie van een winstdeling toegestaan. Stel dat Bas zeer defensief belegt en dat het jaarlijks rendement drie procent bedraagt. Verondersteld wordt dat de aankooprente op pensioendatum vier procent bedraagt. Hoe ziet zijn pensioensituatie er dan uit vergeleken met optie 1? Het kapitaal is op de pensioendatum gestegen naar ongeveer € 708.000.

Gevolgen overdragende bv

De bv die de pensioenverplichting overdraagt wil het verschil tussen de betaalde zakelijke koopsom en de fiscale voorziening in mindering brengen op het resultaat. Daarbij geldt dat als de koopsom is betaald aan een andere bv, bijvoorbeeld een pensioen-bv, op grond van artikelen 3.26 en 3.27 van de Wet IB 2001 de betaalde indexatielast niet of slechts gedeeltelijk ten laste gebracht kan worden van het resultaat. Deze vooruitbetaalde indexatielast moet worden geactiveerd op de balans van de werkgever-bv. De geactiveerde indexatielast kan pas op grond van artikel 3.26 lid 2 Wet IB 2001 als last genomen worden wanneer de indexatie zich daadwerkelijk voordoet. Meestal is dit de ingangsdatum van het pensioen.

Daarnaast vindt beperking van de aftrek plaats voor het gedeelte waarvan de rekenrente lager is dan vierprocent. Artikel 3.28 Wet IB 2001 stelt immers dat er sprake is van een indexatie als er een rekenrente van minder dan vier procent is gehanteerd. Ook al is er feitelijk geen indexatie toegezegd. In het arrest van de Hoge Raad van 24 december 2010 LJN:BM9257 is dit wederom bekrachtigd. Op basis van artikel 3.27 lid 3a Wet IB 2001 geldt deze beperking niet als de koopsom is betaald aan een verzekeraar die voldoet aan de definitie van de Wet op het financieel toezicht (Wft).

Volledig aftrekbaar

De Kennisgroep Pensioenen van de Belastingdienst heeft in december 2010 laten weten dat het is toegestaan om de regeling voorafgaand aan het afstorten om te zetten in een beschikbare premieregeling. Het is ook mogelijk om na omzetting de beschikbare premieregeling bij de verzekeraar voort te zetten.

Omdat het pensioen is ondergebracht bij een verzekeraar is de pensioenlast volledig in mindering te brengen op het resultaat, inclusief de betaalde indexatieverplichting uit de eindloonregeling.

Verboden opties

De streefregeling is verboden. Bij zo'n regeling wordt de uitkering niet gegarandeerd. Daarvoor in de plaats komt een garantiekapitaal op de einddatum. Daarmee wordt beoogd het toegezegde pensioen van € 36.000 per jaar aan te kopen. Er wordt dus een kapitaal verzekerd in plaats van een vooraf vastgestelde uitkering (een rente). Het kapitaal wordt berekend door uit te gaan van een nominaal pensioen van € 36.000 tegen een rekenrente van vier procent netto.

Ook verboden is de aankoop van een nominaal pensioen met als indexatie de winstdeling. In dit geval wordt een nominale rente verzekerd. Daarbij is de hoogte van de indexatie afhankelijk van de winstdeling. Deze optie vertoont overeenkomsten met de pensioenbrief: een nominaal pensioen waar de hoogte van de indexatie pas wordt bepaald op de ingangsdatum van het pensioen. Meestal is de indexatie bij eigen beheer gerelateerd aan de loon- of prijsontwikkeling.

Volgens de Kennisgroep Pensioenen van de Belastingdienst zijn beide varianten niet toegestaan. Het besluit van 3 juli 2008 bij het bepalen van de overdrachtswaarde gaat uit van een vaste na-indexatie van twee procent. Het extra kapitaal dat door de winstdeling wordt behaald biedt onvoldoende zekerheid of daarmee de indexatie van twee procent kan worden aangekocht.

Noot
Corey Dekkers is senior pensioenspecialist op de afdeling fiscale en juridische zaken bij Pensioennavigator BV.

Corey Dekkers is senior pensioenspecialist bij Pensioennavigator BV.

Gerelateerd

Aanmelden nieuwsbrief

Ontvang elke werkdag (maandag t/m vrijdag) de laatste nieuwsberichten, opinies en artikelen in uw mailbox.

Bent u NBA-lid? Dan kunt u zich ook aanmelden via uw ledenprofiel op MijnNBA.nl.