Magazine

Kostprijs hedge accounting met valutatermijncontracten

Kostprijs hedge accounting met renteswaps kreeg recentelijk veel aandacht. De verwerking binnen een kostprijs hedge van valutatermijncontracten is tot nu toe minder belicht. Een toelichting in vijf stappen.

Dit artikel is verschenen in Accountant nr. 5, 2013

Bekijk alle artikelen uit dit nummer

» Download dit artikel in pdf

Mike Velthaak en Lex van der Wielen

1 Het voordeel van een kostprijs hedge in relatie tot valutatermijncontracten?

Als derivaten tegen kostprijs of lagere marktwaarde worden gewaardeerd, is het mogelijk met kostprijs hedge accounting matching van valutaherwaarderingen te bewerkstelligen. Wanneer ondernemingen bij het gebruik van valutatermijncontracten geen kostprijs hedge accounting toepassen, kan dat leiden tot een ongewenst resultaat. In dat geval mogen namelijk niet-gerealiseerde valutawinsten uit het termijncontract niet in de winst-en-verliesrekening worden geboekt. Dit terwijl de ongerealiseerde valutaverliezen uit de afgedekte positie, bijvoorbeeld een vordering of schuld in vreemde valuta, wel geboekt moeten worden. Een ongewenst resultaat ontstaat ook wanneer de afgedekte positie nog niet in de balans staat, bijvoorbeeld een zeer waarschijnlijke in- of verkooptransactie in vreemde valuta die al wel met een termijncontract is afgedekt. In die twee situaties moet door het niet toepassen van kostprijs hedge accounting per saldo in de jaarrekening een negatief valuta resultaat worden gepresenteerd dat economisch niet bestaat (accounting mismatch).

Een bijkomend voordeel van kostprijs hedge accounting is dat een belastinglatentie kan worden vermeden. Als de onderneming namelijk geen kostprijs hedge accounting toepast maar er wordt ‘economisch’ wel een risico afgedekt, dan verwachten de fiscale regels bij het bepalen van de fiscale winst wel ‘samenhangende waardering’, met als gevolg dat het valutaverlies in de commerciële jaarrekening fiscaal niet wordt erkend.

2 Twee kostprijs hedge modellen bij valutatermijncontracten

 

Model 1

Het eerste kostprijs hedge model is het (RJ 290 alinea 633 lid a2). Dit model behandelt de situatie waarbij er een derivaat is afgesloten voor een positie die nog niet in de balans is opgenomen en waarbij deze balanspost (direct of op termijn) de winst-en-verliesrekening zal beïnvloeden. Een voorbeeld is een onderneming die hoogstwaarschijnlijk goederen gaat importeren in een andere valuta dan de functionele valuta. Wanneer de factuur nog niet is ontvangen, is deze positie niet op de balans geboekt. Onder kostprijs hedge accounting hoeven ook de waardeveranderingen van het derivaat dan niet te worden geboekt. Hierdoor wordt de presentatie van een eventuele lagere marktwaarde van het derivaat, die zonder een kostprijs hedge wel opgenomen moet worden, uitgesteld tot het mo-ment dat de afgedekte positie in de balans komt en vanaf dat moment de winst-en-verliesrekening beïnvloedt.

Model 2

Het tweede kostprijs hedge model is (RJ 290 alinea 633 lid a3). Bij dit model is de factuur wel verstuurd of ontvangen en staat er wel een vordering of schuld in vreemde valuta op de balans. Die vorderingen en schulden moeten tegen de valutakoers per balansdatum worden gewaardeerd. Ook het valutatermijncontract dat het valutarisico afdekt staat dan op de balans, waardoor zowel waardedalingen als waardestijgingen elkaar compenseren.

3 De verwerking van de valutaherwaarderingen bij het eerste model

Het derivaat wordt pas op de balans geboekt op het moment dat de ingedekte transactie op de balans komt. Dit kan bijvoorbeeld het moment zijn dat de omzet wordt geboekt, of het moment waarop een aangeschafte machine (vaste activa) in de balans wordt opgenomen. De valutaresultaten en de termijnpunten die vanaf het moment van afsluiten door het derivaat zijn opgebouwd, worden bij de het op de balans nemen van het derivaat ineens geboekt. De tegenboeking van het derivaat kan zijn:

  • de winst- of v erliesrekening (correctie op de omzet of kostprijs omzet);
  • de keuze die de onderneming maakt op grond van RJ 290 alinea 638.

Als het valutatermijncontract de inkoopprijs in vreemde valuta van bijvoorbeeld een machine afdekt, geeft RJ 290 in alinea 638 twee opties:

  • dit resultaat als een overlopende post op de balans zetten en in overeenstemming met het afschrijvingspatroon van de machine overboeken naar het resultaat;
  • dit resultaat als correctie op de kostprijs van de machine boeken, de zogenaamde ‘basis-adjustment’-methode.

4 De verwerking van de valutaher waarderingen bij het tweede model

Telkens wanneer de balans wordt opgemaakt, moet een vordering of een schuld in buitenlandse valuta tegen de spotkoers naar de functionele valuta worden omgerekend. In dit model wordt als tegenhanger ook het valutaresultaat uit het termijncontract tegen de spotkoers bepaald en gewaardeerd. Hierdoor is het valutaresultaat in de jaarrekening geneutraliseerd. De termijnpunten moeten onder dit model naar rato als rente aan het resultaat worden toegerekend. Termijnpunten ontstaan als op het moment van het afsluiten van een valutatermijncontract de marktrente over de resterende looptijd van het termijncontract in de ene valuta afwijkt van die in de andere valuta. Er ontstaat dan een verschil in de valuta spotkoers en de valuta termijnkoers. Het verschil tussen beide koersen op het moment van het afsluiten van het contract wordt uitgedrukt in termijnpunten. Termijnpunten drukken dus eigenlijk een renteverschil uit. Deze termijnpunten moeten over de looptijd van het derivaat op een of andere wijze aan het resultaat worden toegerekend.

5 Verwerking termijnpunten als de twee modellen in elkaar overgaan

Het komt vaak voor dat een onderneming een termijncontract afsluit ter afdekking van het valutarisico op het moment dat de onderneming de afnemer een offerte stuurt. Nadat de afnemer de offerte heeft geaccepteerd verstuurt de onderneming de factuur. Kortom, de verwerking van de valutaherwaarderingen en termijnpunten uit het termijncontract gaat over van het eerste hedge-model naar het tweede hedge-model. RJ 290 geeft geen toelichting hoe om te gaan met de termijnpunten op dit overgangsmoment. Het is aannemelijk dat de termijnpunten, die bekend zijn bij het afsluiten van het derivaat, naar rato worden toegerekend aan de looptijd van het derivaat.

Noot
Mike Velthaak is werkzaam bij Rabobank en Lex van der Wielen is directeur van The Financial Markets Academy, een opleidingsbedrijf op gebied van financiële markten en treasury.

Handboek derivaten

Mike Velthaak en Lex van der Wielen hebben de handschoen opgepakt om op een praktische wijze accountants te informeren over derivaten. In samenwerking met de NBA en hoogleraar Hans van Sonderen hebben ze het zeer toegankelijke ‘Handboek Derivaten’ geschreven, met talrijke praktische voorbeelden en journaalposten. Het boek geeft een breed overzicht van alle aspecten van zowel financiële als goederenderivaten. Naast de toepassingsmogelijkheden en juridische implicaties behandelt het boek in aparte hoofdstukken de waardering, accounting en fiscale behandeling van deze instrumenten. Een must have voor alle accountants die jaarrekeningen controleren of samenstellen dan wel cliënten adviseren of in toezichtorganen zitting hebben.

Gerelateerd

Aanmelden nieuwsbrief

Ontvang elke werkdag (maandag t/m vrijdag) de laatste nieuwsberichten, opinies en artikelen in uw mailbox.

Bent u NBA-lid? Dan kunt u zich ook aanmelden via uw ledenprofiel op MijnNBA.nl.