Magazine 01 december 2004

'Beleid Rutte bemoeilijkt inzet voor studievereniging'

Welke studieverenigingen bestaan er binnen de accountancystudie? Wat zijn hun drijfveren, ideeën en activiteiten? Deel 4: FSA, de Financiële Studievereniging Amsterdam.

Dit artikel is verschenen in de Accountant nr. 4, 2004

Bekijk alle artikelen uit dit nummer

» Download dit artikel in pdf

De FSA is de enige financiële studievereniging die leden heeft op twee verschillende universiteiten: de Universiteit van Amsterdam en de Vrije Universiteit. De meeste leden studeren aan de Universiteit van Amsterdam, maar op de Vrije Universiteit is de studievereniging de laatste jaren duidelijk in opkomst. Het heeft ertoe geleid dat de faculteit voor Economische Wetenschappen en Bedrijfskunde de FSA nu ook officieel heeft erkend als studievereniging van de Vrije Universiteit.

De positie van de FSA wordt ook weerspiegeld in de achtergrond van de drie bestuursleden die we spreken. Voorzitter Wouter Timmer en penningmeester Arjan de Boer studeren aan de Universiteit van Amsterdam, respectievelijk bedrijfskunde en accountancy. Terwijl Maarten Erkamp, binnen het bestuur verantwoordelijk voor de contacten met het bedrijfsleven aan de Vrije Universiteit de studierichting finance, banking en insurance volgt. Erkamp: “Die studierichting wordt doorgaans afgekort tot FBI.”

Hoofdkantoren

De FSA bestaat negen jaar en is tot stand gekomen via een fusie van de verenigingen van accountancystudenten (FAA) en die van de studenten finance en bedrijfskunde (TripleA). Wouter Timmer: “We zijn actief op de gebieden accountancy, financial services, controlling en consultancy. In al deze sectoren proberen wij zo goed mogelijke contacten met het bedrijfsleven te onderhouden. Want dat is het belangrijkste doel van de FSA: ervoor te zorgen dat de in financiële economie geïnteresseerde student een zo goed mogelijke indruk krijgt van de mogelijkheden in de toekomstige beroepspraktijk.”

Maarten Erkamp: “We hebben contacten met alle grote spelers in de diverse sectoren. Daarbij is het zeker een voordeel dat hier in Amsterdam diverse hoofdkantoren van voor ons belangrijke bedrijven zijn gevestigd, of het nu banken zijn, multinationals of organisatieadviesbureaus.”

Opmerkelijk

“Het is ook bijzonder handig dat alle grote spelers in de accountancy in de stad een kantoor hebben”, vult Arjan de Boer aan. “Waarbij het opmerkelijke feit zich voordoet dat Amsterdam weliswaar relatief veel accountantskantoren kent ten opzichte van andere universiteitssteden, maar tegelijkertijd veel minder studenten accountancy dan bijvoorbeeld Groningen en Rotterdam. Het betekent dat er veel vraag is naar deze studenten en we als vereniging derhalve goede samenwerkingsbanden onderhouden met de kantoren.”

De goede relatie met accountantskantoren resulteert in een aantal jaarlijkse projecten. Zo organiseert de FSA de Accountancy Cycle waarbij een rondgang langs de Amsterdamse vestigingen van de big four en enkele middelgrote kantoren op het programma staat. Arjan de Boer: “Het is een mogelijkheid voor studenten om zich door middel van bedrijfsbezoeken te oriënteren welk kantoor het beste bij hen past.”

Geen snoepreisje

De FSA organiseert ook enkele internationale activiteiten. Wouter Timmer: “Elk jaar houden we de New York Accountancy Tour en de London Banking Tour. Ook voeren we jaarlijks een internationaal onderzoeksproject uit. Vorig jaar zijn we daarvoor naar Rusland geweest, komend jaar zullen we naar Brazilië gaan.”

Voor al deze activiteiten geldt een strenge selectie. Arjan de Boer: “Aan de New York Accountancy Tour kunnen twintig studenten deelnemen. Op basis van een selectiegesprek worden die uitgezocht. De tour bestaat uit een verblijf van ongeveer een week in New York, waar alle kantoren van de big four worden bezocht. Het is nadrukkelijk geen snoepreisje, want er moet hard gewerkt worden. De deelnemers moeten een bepaalde opdracht uitwerken. De opdracht bestaat uit vier deelonderwerpen. Op elk van de big four-kantoren krijgen de studenten informatie om een bepaald deel te behandelen. Bij terugkomst in Amsterdam moet men de vergaarde informatie in een eindverslag verwerken, dat dan kritisch wordt besproken. Vorig jaar, toen ik de tour organiseerde, was het onderwerp due diligence.”

Rutte

Alle drie bestuursleden beschouwen het jaar dat ze fulltime aan de FSA besteden als bijzonder nuttig. Maarten: “Het staat goed op je cv als je bestuurlijke ervaring hebt. Aan de andere kant, als alleen een goed cv de motivatie is om in het bestuur actief te worden, dan zul je het waarschijnlijk niet redden. Want het is hard werken en je moet dus goed gemotiveerd zijn om je in te zetten voor de FSA.”

Daarom vindt voorzitter Wouter Timmer het jammer dat het beleid van staatssecretaris Rutte van Onderwijs het actief worden in een studievereniging niet bepaald bevordert. “Rutte wil dat studenten binnen vier jaar hun studie afmaken. Doe je er langer over dan moet je een fors bedrag betalen. Maar wat als je een jaar langer over je studie doet omdat je in die tijd bestuurslid van een studievereniging bent geweest? Studenten zullen zich in de toekomst wel tweemaal bedenken om bestuurslid te worden als ze vervolgens worden geconfronteerd met een forse eigen bijdrage om hun studie te mogen afmaken.”

BaMa-structuur

Daar komt nog bij dat de bachelor/masteropzet van de opleiding studenten in een strak keurslijf perst. Maarten Erkamp: “Als je een keer een tentamen mist, heb je nauwelijks meer tijd om het in te halen. Het gevolg is dat je niet meer in aanmerking komt voor de masterfase. Ook dat motiveert studenten niet om naast hun studie nog eens tijd in te investeren in bijvoorbeeld een studievereniging.”

FSA Financiële Studievereniging Amsterdam

ledental: 1.300 waarvan driehonderd oud-studenten
voorzitter: Wouter Timmer
titel verenigingsblad: FSA&Beyond, Fiducie
website: www.fsa.nl
illuster oud-bestuurslid: niet bekend
belangrijkste ergernis: het (onterechte) saaie imago van het vak accountancy dat ervoor zorgt dat veel studenten voor een andere studierichting kiezen
belangrijkste opsteker: het congres van afgelopen jaar waar Cor Boonstra, Ewald Kist en Lodewijk de Waal in inhoudelijke bijdragen hun visie gaven op corporate governance