Magazine

'Nederlandse eisen vaak strenger dan in andere landen'

De praktijkopleiding tot ‘wettelijk controleur’ vertoont binnen Europa grote verschillen. Zo vergt de stageverplichting van het NIVRA meer dan die in andere landen. Jaco Bruinaars deed onderzoek en doet aanbevelingen.

Dit artikel is verschenen in de Accountant nr. 5, 2005

Bekijk alle artikelen uit dit nummer

» Download dit artikel in pdf

Praktijkopleidingen in Europa

Voor zijn afstudeerscriptie vergeleek Bruinaars de praktijkopleidingen in Nederland, België, Luxemburg, Duitsland, Frankrijk, Engeland (en Wales), Ierland, Finland en Portugal. In Nederland nam hij zowel de praktijkopleiding tot RA als die tot AA onder de loep. Het onderzoek leidde tot tien opvallende constateringen. Nederland blijkt vaak strengere eisen te stellen dan de andere landen.

Bruinaars: “Bij zes van de tien constateringen is dat het geval, onder meer bij de toelating tot het laatste stagejaar. België, Luxemburg, Frankrijk, Finland en Portugal stellen op dit punt in het geheel geen eisen. Ook het schrijven van een praktijkscriptie is in veel landen niet verplicht. In Duitsland, Engeland, Ierland, Finland en Portugal hoeft dit niet. En het schrijven van een essay moet behalve in Nederland slechts in Frankrijk en Portugal. Verder kent naast Nederland alleen Portugal de verplichting tot het opstellen van een stageplan per semester. De grootste uitzondering betreft het masterplan. Dat is uitsluitend verplicht in Nederland, en dan nog alleen voor RA-studenten.”

‘Praktijkcases’

Op basis van zijn vergelijking wil Bruinaars dat de verplichting tot het opstellen van een masterplan, stageplannen en het schrijven van essays worden afgeschaft. Bij het schrijven van een essay ziet hij meer nadelen dan voordelen. “Er komt slechts één onderwerp aan bod, de stagiair bepaalt zelf het onderwerp en de schrijfstijl wijkt sterk af van de zakelijke stijl op het accountantskantoor. Daarnaast zie ik schriftelijke uitdrukkingsvaardigheid niet als hoofddoel van de praktijkopleiding.”

Ook vraagt Bruinaars zich af of er geen verbetering mogelijk is van de finale toetsing, waarbij nu hoofdzakelijk de praktijkscriptie aan bod komt. “Is dat wel zo efficiënt? Je kunt de stagiair ook een aantal praktijkcases voorleggen. Hij maakt hieruit een keuze en krijgt een halfuur de tijd om zich voor te bereiden. Vervolgens verdedigt hij zijn oplossing. En in de stageverslagen geeft de stagiair aan welke werkzaamheden hij heeft verricht. Daar moet nadrukkelijker op worden ingegaan tijdens het mondelinge examen. De praktijkscriptie kan dan vervallen.”

‘Vijf jaar’

De minimale stageduur moet volgens Jaco Bruinaars worden verlengd van drie naar vijf jaar. In Engeland en Ierland is dat nu al vijf jaar, terwijl het in Duitsland varieert van drie tot zes jaar. Verder zou de praktijkopleiding
volgens hem alleen nog maar op accountantskantoren moeten mogen worden gevolgd.

Ook moet de stagemeester minimaal drie jaar zijn ingeschreven als wettelijk controleur. De eisen die aan stagemeesters worden gesteld verschillen nu van land tot land. Bruinaars: “In Nederland moet de stagemeester gedurende ten minste twee jaar van je praktijkopleiding een wettelijk controleur zijn. In België, Luxemburg, Finland en Portugal geldt die verplichting voor de gehele stage.”

Praktijkopleidingsboek

Bruinaars doet ook aanbevelingen om in heel Europa de praktijkopleiding verder te harmoniseren. “Er moet een uniform praktijkopleidingsboek komen waarin de minimaal te trainen vaardigheden in detail worden beschreven. De stagemeester en leidinggevenden van de stagiair dienen hierin de vaardigheden die de stagiair beheerst af te tekenen. Om in de afzonderlijke lidstaten aandacht te kunnen geven aan specifieke wet- en regelgeving, kan de invulling van bijvoorbeeld één hoofdstuk van dit praktijkopleidingsboek aan de individuele lidstaten worden overgelaten. Een uniform Europees praktijkopleidingsboek neemt de noodzaak tot stageplanning door de stagiair weg.”

Harmonisering urgent

Oneens is hij het met de aanbeveling om de minimale stageduur te verhogen van drie naar vijf jaar. “Vergeet niet dat studenten al zo’n vijf tot zes jaar werk en studie combineren. Dat is al behoorlijk zwaar. Beter lijkt het me om de kwaliteit van de stage binnen die drie jaar op een hoger niveau te brengen.”

Na lezing van de eindscriptie is Straathof er nog meer van overtuigd geraakt dat harmonisering van de opleidingseisen in Europa zeer urgent is. “Wat mij betreft moet dat in twee stappen. Allereerst moeten we in eigen land de stagevoorschriften voor AA’s en RA’s harmoniseren. Daarna moeten we de diverse Europese opleidingen zo veel mogelijk gelijk trekken. Daar ligt een mooie taak voor het NIVRA. Want per slot van rekening werken steeds vaker accountants samen met buitenlandse collega’s. Dan is het handig dat ze vakmatig elkaars taal spreken. Een goed opgezette praktijkstage kan hieraan een bijdrage leveren.”

Nederland versus andere landen

Nederland stelt strengere eisen ten aanzien van:

  • toelating tot het laatste stagejaar
  • minimaal uit te voeren werkzaamheden
  • minimale urencriteria per stagejaar
  • stageplanning (masterplan en stageplan)
  • schrijven van essay
  • schrijven van praktijkscriptie

Nederland stelt minder strenge eisen ten aanzien van:

  • duur van de stage
  • plaats waar de praktijkopleiding kan worden gevolgd
  • stagemeester

Nederland telt even strenge eisen ten aanzien van:

  • mondeling examen

Leo Straathof (Stagebestuur NIVRA): ‘Ik ben tegen afschaffen van het essay’

Leo Straathof, voorzitter van het Stagebureau van het NIVRA, is lovend over de eindscriptie van Jaco Bruinaars. “Jaco Bruinaars heeft de verschillen tussen de diverse praktijkopleidingen in Europa goed in kaart gebracht. Er zijn twee wettelijke regelingen in aantocht waarvan nieuwe eisen voor de opleiding van accountants kunnen worden afgeleid: de Wet toezicht accountantsorganisaties en de nieuwe Achtste Richtlijn van de EU. Naar aanleiding hiervan moet het NIVRA een commissie in het leven roepen die een nieuwe stageverordening zal voorbereiden. Het rapport van Bruinaars moet hierbij zeker een rol spelen.”

Dit betekent niet dat Straathof alle aanbevelingen onderschrijft. “Ik ben het bijvoorbeeld niet eens met zijn aanbeveling om het essay af te schaffen. Deze opdracht draagt bij aan een van de belangrijke taken van een accountant, namelijk het goed schriftelijk kunnen communiceren. Ik vind dat we terughoudend moeten zijn met het verlichten van de praktijkstage. Het vak van certificerend accountant wordt steeds moeilijker, gezien de complexer wordende omgeving. Wel moeten we nagaan of er bureaucratische procedures bestaan die geen toegevoegde waarde hebben voor de praktijkstage. Die kunnen worden geëlimineerd.”

Volmondig eens is Leo Straathof het met de aanbeveling dat stages op een extern accountantskantoor moeten worden gelopen. “Ik ben me er wel van bewust dat dit nogal wat voeten in de aarde kan hebben voor studenten die bij een interne accountantsdienst werken. Dit aspect vereist daarom een zorgvuldige uitwerking.”

Belangrijkste aanbevelingen

  • Schrap het opstellen van masterplan en stageplannen en het schrijven van essays. Een praktijkopleidingsboek dient als leidraad bij de stageplanning.
  • In een Europees uniform praktijkopleidingsboek tekenen stagemeester en leidinggevenden de vaardigheden van de stagiair af. Zij overleggen halfjaarlijks over het functioneren van de stagiair.
  • Verhoog de minimale stageduur tot vijf jaar. Toelating tot de laatste twee jaar kan pas nadat de theoretische vooropleiding volledig is afgerond.
  • De praktijkopleiding mag alleen nog maar bij accountantskantoren worden gevolgd.
  • Per jaar moet minimaal 1.200 uur werkervaring op een accountantskantoor worden opgedaan, waarvan ten minste vijfhonderd uur aan wettelijke controles.

Adrie Boxmeer is journalist.

Gerelateerd

Aanmelden nieuwsbrief

Ontvang elke werkdag (maandag t/m vrijdag) de laatste nieuwsberichten, opinies en artikelen in uw mailbox.

Bent u NBA-lid? Dan kunt u zich ook aanmelden via uw ledenprofiel op MijnNBA.nl.