Magazine

Voor het toetje van tafel

Nodigt het bachelor-diploma uit tot het stoppen met de verdere studie accountancy, of prikkelt dit diploma juist tot het behalen van een master-titel? Bij het zoeken naar de oorzaak van de te geringe instroom in het accountantsberoep wordt ook naar het onderwijs gekeken.

Dit artikel is verschenen in de Accountant nr. 10, 2005

Bekijk alle artikelen uit dit nummer

» Download dit artikel in pdf

William Rothuizen

Knaagt bama-structuur aan instroom?

“Onze indruk hier is dat ook de bama-structuur bijdraagt aan de te geringe instroom van afgestudeerden in het beroep”, zegt Marc Schweppe, hoofd Communicatie en Marketing van het NIVRA. “Maar harde cijfers daarover hebben we niet. Er is natuurlijk een gat tussen aantallen aanmeldingen voor de studie accountancy en de aantallen afgestudeerden. We proberen te achterhalen in hoeverre dit mede veroorzaakt wordt door het diploma bachelor. Wie dat op zak heeft kan immers een baan zoeken en gaan werken.”

‘Kwijt’

“Voor de verdere studie master en post-master RA ben je ze dan kwijt”, stelt Harry Welters, adviseur educatie bij het NIVRA, zonder vreugde vast. “VNO-NCW heeft daar vorig jaar een bezorgd artikel over gepubliceerd. Maar als het verschijnsel zich al voordoet, moeten we het naar mijn mening zoeken onder de bachelors-hbo. Met hun meer praktijkgerichte opleiding kunnen zij in administratie of bedrijfseconomie en dergelijke al een aantal zaken doen. Deze zogenoemde ‘professionele bachelors’ kunnen bij een krappe arbeidsmarkt door kantoren worden opgepikt, waarbij het overigens lang niet zeker is dat zij hun studie in deeltijd zullen voortzetten.”

Hbo en wo

Welters memoreert dat een hbo’er met bachelor-diploma eerst een pittig deficiëntieprogramma (onder meer gericht op kennis en methodologie) moet doorlopen voordat de studie master en post-master voor de RA-titel aan de universiteit kan worden gevolgd. “Alles bij elkaar een zware klus. Dat is een groot verschil met de studenten die het hele traject van bachelor naar master en post-master aan een universiteit volgen.”

Welters wijst er ook op dat de hbo’er na zijn bachelor door zijn studiefinanciering heen is, terwijl de universitairen - die met hun bachelor al eerder klaar zijn dan de hbo‘ers - hun master nog binnen de studiefinanciering kunnen doen. “Zouden de bachelors-wo niet verder studeren, dan laten ze een deel van de studiefinanciering liggen. Dat maakt hun kansen op de arbeidsmarkt niet groter, terwijl ze in plaats van in drie jaar, in vier en een halfjaar hun bachelor én master kunnen hebben.”

‘Knip’ positief

Zijn het dus vooral de bachelors-hbo die in de verleiding komen de studie niet te vervolgen en een baan te zoeken? “Ik deel die vrees niet”, zegt Marcel Pheijffer, directeur van het opleidingsinsituut voor accountants en controllers van NIVRA-Nyenrode. “Ik denk dat er voor veel mensen die studiezin en studiemogelijkheden hebben altijd een prikkel zal zijn om verder door te gaan. Een hoger of breder einddiploma biedt immers meer kansen en mogelijkheden. Dat er in de bama-structuur nu een ‘knip’ in de opleiding zit, het bachelor-niveau, wil ik toch vooral als positief kwalificeren. Voor hen die, om welke reden dan ook, niet verder studeren is het bachelor-diploma het bewijs dat ze toch iets aan een academische studie hebben gedaan en die op een bepaald niveau hebben afgerond. Meer dan in het verleden het geval was. En wat het bachelor-diploma verder zo belangrijk maakt is dat het juist een opstapje is naar een volgend diploma.”

Doorzettingsvermogen

Dat de zwaarte van het vervolgtraject de bachelor-hbo zou ontmoedigen, wil er bij Pheijffer ook niet in: “Wie een bachelor kan halen is doorgaans in staat ook een masteropleiding af te ronden.”

Hij wijst erop dat er vele redenen kunnen zijn waarom iemand na zijn bachelor niet verder studeert: zijn persoonlijke ontwikkeling, de behoefte meer tijd te besteden aan gezin of sportcarrière, het inzicht dat er een verkeerde studierichting is gekozen enz. “Er is, voorzover mij bekend, geen gestructureerd onderzoek naar gedaan. Maar ik vraag natuurlijk wel eens waarom mensen afhaken. Dan krijg ik dat soort verschillende redenen te horen. Aan het niveau van de opleiding ligt het niet. Want wie een hbo-opleiding kan afronden vindt voldoende aansluitingsmogelijkheden om verdere doorstroming te kunnen halen. Dat heeft na de bachelor-fase vooral te maken met inzet en doorzettingsvermogen.”

Geen verschil

Jan de Groot, voorzitter van het AC Scholenoverleg - waarvan achttien opleidingen accountancy aan het hbo deel uitmaken - gelooft er niets van dat er door toedoen van de bama-structuur minder mensen instromen in het accountantsberoep. “Sterker nog, het feit dat iemand zich bachelor kan noemen zal hem of haar aansporen tot het behalen van de titel master. Die tendens zien we al: de bachelor lokt de master uit.”

De Groot benadrukt dat er in feite geen verschil is met de oude situatie: het hbo RA-diploma gaf een bepaald instroomrecht in het postdoctoraal accountancyonderwijs, wie dat diploma had verworven kon besluiten aan het werk te gaan en verder geen studieboek meer open te slaan. Maar ook toen al koos het gros van de hbo’ers voor een van de zeven universiteiten die het postdoctoraal verzorgen.

Analytisch vermogen

Toch kan de bama-structuur in de ogen van De Groot een negatieve invloed krijgen op het doorstudeertraject: “De universiteiten hebben namelijk besloten om per 1 september 2005 hun master of science verplicht te stellen voor iedere toekomstige RA. Dat betekent dat het hele traject om vanuit het hbo RA te worden zwaarder en langer wordt. De effecten daarvan zijn nu nog niet te meten.”

Het ontgaat De Groot niet dat vanuit het beroep wel wordt opgemerkt dat de maatschappij en de beroepsuitoefening gecompliceerder worden en dat er steeds hogere eisen worden gesteld aan het analytisch vermogen van de toekomstige accountant.

Bepaald segment

“Dat kan allemaal waar zijn”, reageert De Groot, “maar dat geldt slechts voor een bepaald segment van de beroepsuitoefening, zelfs niet voor het hele controleplichtige segment. Als de master of science-eis over de hele linie gaat gelden, ja, pas dan is er een dominant verschil met de oude situatie. Daar kun je overigens op verschillende manieren tegenaan kijken. Met kennis van het verleden bijvoorbeeld, want we zien dat RA’s met een hbo-achtergrond in de praktijk uitstekend functioneren.”

Hoofdprijs

In het themanummer Studiekeuze van NRC Handelsblad (9 oktober 2004) wees ook Frank Steenkamp, directeur van het Centrum Hoger Onderwijs Informatie voor Consument en Expert in Leiden, erop dat ook de wo-student na drie jaar kan stoppen en een baan kan zoeken. “Soms worden universiteitsbestuurders daar nerveus van: loopt iedereen voor het toetje van tafel?” Maar het zal best meevallen, denkt Steenkamp: “Zeker nu de overheid de opleiding nog grotendeels betaalt, gaat iedereen voor de hoofdprijs - de mastertitel.”

Gerelateerd

Aanmelden nieuwsbrief

Ontvang elke werkdag (maandag t/m vrijdag) de laatste nieuwsberichten, opinies en artikelen in uw mailbox.

Bent u NBA-lid? Dan kunt u zich ook aanmelden via uw ledenprofiel op MijnNBA.nl.