Magazine

De accountant als slagroom

De afgelopen weken discussieerde de Tweede Kamer over de Wet toezicht accountantsorganisaties. Op het moment dat ik deze column schrijf is er nog niet gestemd over de wet, en ik wil me ook niet wagen aan voorspellingen. Een aantal waarnemingen wil ik u echter niet onthouden.

Dit artikel is verschenen in de Accountant nr. 7, 2005

Bekijk alle artikelen uit dit nummer

» Download dit artikel in pdf

Opvallend was het verschil in toonzetting in vergelijking met de debatten van twee jaar terug. Waar destijds alom verontwaardiging heerste over de beursschandalen, was er nu vooral zorg over de administratieve lastendruk. Niet het omzetstreven van accountants werd als bron van alle kwaad opgevoerd, maar de kosten en expansiedrang van de Autoriteit Financiële Markten. Het kan verkeren. Het voordeel van deze discussie is wel dat het ministerie de kosten van vergunningen en doorlopend toezicht voor kleine kantoren duidelijk op papier heeft gezet: het eerste jaar komen die neer op €1.800, de jaarlijkse vervolgkosten worden geraamd op €1.000. Een pittig bedrag voor enkele administratieve handelingen, maar nog wel te overzien. De kosten zijn binnen de perken gebleven omdat er zwaar wordt geleund op bestaande instellingen zoals het College Toetsing Kwaliteit.

De wet zal het ongetwijfeld halen, maar enkele punten zijn toch als graten in de keel blijven steken. Ze worden in een later stadium behandeld in de vorm van Algemene Maatregelen van Bestuur. De Wta staat bol van deze Algemene Maatregelen van Bestuur. De Kamer eiste daarom zogenaamde ‘voorhangprocedures’, een term die mij doet denken aan een volle waslijn, maar die erop neer komt dat het kabinet voor de AMvB’s de goedkeuring van de Kamer nodig heeft. Het geeft aan dat de Kamer bij deze wet de vinger goed aan de pols wil houden.

De grootste graten zijn fraude en onafhankelijkheid. Een aantal partijen heeft de Wta aangegrepen om ook deze zaken gelijk maar goed te regelen: op het wensenlijstje staan een verplichte melding van fraudevermoedens bij de autoriteiten en een verbod op de combinatie van controle en advies.

Het is een opvallend punt bij de behandeling van deze wet: de regels die we als beroepsgroep weloverwogen hebben getroffen worden door het parlementaire debat nauwelijks in overweging genomen. Althans niet in eerste instantie. Totdat de ingediende amendementen allerlei onvoorziene gevolgen blijken te hebben. Minister Zalm vroeg het parlement daarom of “de accountant ook moet melden als de directeur van een bedrijf met een rol toiletpapier onder zijn arm naar huis gaat”. Vervolgens moest hij toelichten dat zelfs de strenge SOX-regels geen absoluut verbod van de combinatie controle en advies voorstaan.

Er zijn meer dan vijftig amendementen ingediend. Met name de linkse partijen voeren daarbij een principieel debat. Groenlinks woordvoerder Kees Vendrik illustreerde zijn streven naar vergaande onafhankelijkheid van de accountant met een advertentietekst, bedoeld voor de potentiële cliënt: “Ik ben als slagroom: hoe harder u klopt, hoe stijver ik word.” Zalm viel hem daarin overigens bij, in zijn rol als aandeelhouder namens de Staat: “Accountants die de onderste steen boven willen halen, bevallen mij zeer.”

Zo blijkt maar weer hoe accountants links én rechts weten te verenigen onder de paraplu van het publieke belang. En één ding is mij wel duidelijk: in welke vorm de Wta ook door het parlement komt, het debat over accountants is voorlopig nog niet afgesloten.

Gert Smit
algemeen directeur

Aanmelden nieuwsbrief

Ontvang elke werkdag (maandag t/m vrijdag) de laatste nieuwsberichten, opinies en artikelen in uw mailbox.

Bent u NBA-lid? Dan kunt u zich ook aanmelden via uw ledenprofiel op MijnNBA.nl.