Magazine

Autoriteit ZA

Dit is hooguit zijn privé-mening. Hij heeft geen overleg gehad met de kantoren. Ik heb groot vertrouwen in de professionaliteit van mijn collega's. Een scheiding aanbrengen is niet nodig.'

Dit artikel is verschenen in de Accountant nr. 3, 2005

Bekijk alle artikelen uit dit nummer

» Download dit artikel in pdf

Zucht … Wat u zegt. De discussie over controle en advies. Bovenstaande zijn wat reacties van de grote kantoren op het voorstel om de financiële banden tussen accountants en adviseurs door te snijden. Nee, niet AFM-bestuurder Paul Koster is hier het lijdend voorwerp, maar NIVRA-voorzitter André Bindenga. We spreken 1998. Inderdaad, zo snel als de wereld verandert, zo statisch blijven sommige onderdelen. Alleen wezen accountants destijds nog graag op het ontbreken van controleongelukken, terwijl de moderne mantra luidt: we moeten nog eens uitleggen hoe scherp de nieuwe onafhankelijkheidsregels zijn.

Wie er pleit voor een scheiding tussen controle en advies - NIVRA-voorzitter, AFM-bestuurder of ex-KPMG-bestuurder Kees van Tilburg - is van geen belang, de oude stellingen blijven betrokken. Op deze manier loopt deze discussie over twintig jaar nog, voorspel ik. Tijd dus voor een nieuwe speler: de Autoriteit Zuivere Argumentatie (AZA). De AZA keurt, vergelijkt en ontrafelt argumenten. Hierbij een eerste beginnetje, een poging om eindelijk eens tot de kern te komen en daar bij te blijven.

Eerst de feiten: grote delen van het publiek twijfelen aan de onafhankelijkheid van controlerend accountants die bij dezelfde klant ook adviesopdrachten (kunnen) uitvoeren, vanwege de extra commerciële druk die dat met zich meebrengt. Terecht of niet, ook perceptie is een realiteit. De discussie gaat niet over direct uit de controle voortvloeiend ‘natuurlijk advies’ en spitst zich - vanwege de scheiding van management en kapitaal en het grote aantal stakeholders - toe op de controle van grote (beursgenoteerde) ondernemingen (Koster pleit voor het radicalere afstoten van advies op kantoorniveau).

Dan de drie populairste tegenargumenten:

Argument 1: De adviesspecialismen zijn nodig voor een hoogwaardige controle. Commentaar AZA: Inderdaad, maar dat zegt niets over de wenselijkheid van toestaan van niet-controlediensten bij controleklanten. Of is de controlekwaliteit gedaald sinds grote ICT-projecten bij controleklanten zijn verboden?

Argument 2: Er wordt nu al veel minder geadviseerd bij grote controleklanten. Commentaar AZA: Niet zozeer de accountantskantoren maar vooral de gecontroleerden kozen daarvoor, na de boekhoudschandalen. Een omgekeerde ontwikkeling is ook weer denkbaar, dus is de commerciële factor nog aanwezig.

Argument 3: De onafhankelijkheidsregels geven voldoende waarborgen. Commentaar AZA: Die regels, hoe nuttig en scherp ook, richten zich vooral op het voorkomen van zelfcontrole en andere concrete afhankelijkheidsrisico’s. Over het gepercipieerde algemene kernprobleem - de vermenging van publieke taak en (extra) commercieel belang bij een controleklant - vermeldt paragraaf 3.3.5 slechts vaag dat een accountant van een public interest entity moet kunnen aantonen dat er geen sprake van is dat de vergoeding voor overige dienstverlening ‘niet in verhouding staat’ (ongespecificeerd) tot de controlevergoeding.

Degenen die ondanks de schadelijke perceptie van belangenvermenging willen vasthouden aan de mogelijkheid om bij grote controleklanten ook te adviseren, moeten dus aantonen:

  1. Waarom controlerend accountants(kantoren), anders dan andere mensen en bedrijven, nooit gevoelig zullen zijn voor commerciële belangen. Of:
  2. Waarom het nadeel van (de perceptie van) dat risico minder zwaar weegt dan het maatschappelijke voordeel van het wél blijven toestaan van die combinatie.

En nu aan het werk, zou ik zeggen.

Aanmelden nieuwsbrief

Ontvang elke werkdag (maandag t/m vrijdag) de laatste nieuwsberichten, opinies en artikelen in uw mailbox.

Bent u NBA-lid? Dan kunt u zich ook aanmelden via uw ledenprofiel op MijnNBA.nl.