Magazine

Studies op de schop

Creëer speciale afstudeerrichtingen voor openbaar, overheids-, intern accountants en RA's in het financieel management, en vergemakkelijk de toelating uit andere studierichtingen. Aldus enkele suggesties in een NIVRA-opinieonderzoek naar het tekort aan RA's. Zeker zo belangrijk als instroomverhoging is beperking van de uitstroom: de werkdruk is vaak te hoog.

Dit artikel is verschenen in de Accountant nr. 3, 2005

Bekijk alle artikelen uit dit nummer

» Download dit artikel in pdf

Onderzoek naar instroom en uitstroom accountancy

Hoe vergroten we de instroom in het vak en verkleinen we de uitstroom? Met die twee vragen op zak sprak Ton Pel, zelfstandig adviseur en tot voor kort partner bij PricewaterhouseCoopers Management Consultants, met 32 personen die direct of indirect met de accountancy te maken hebben. Naast partners van kantoren waren dat onder meer vertegenwoordigers van bedrijfsleven, financiële wereld, overheid, toezichthouders, onderwijs, studenten, SRA en NIVRA.

Algemene suggesties

Om de instroom te verbeteren moet er een imagocampagne worden gestart. Prominente accountants zouden hierbij de aantrekkelijke kanten van het vak in de openbaarheid moeten brengen. De campagne zou kunnen worden gefinancierd door de kantoren, maar ook door een beroep op de overheid te doen en via een tijdelijke bijdrage bovenop de NIVRA-contributie.

Scripties en stages

Andere suggesties betreffen onder andere de inhoud en organisatie van de opleiding en de beroepskwalificaties. Dat zou hard nodig zijn, omdat er een scheve verhouding bestaat tussen de vraag naar specialistisch opgeleide accountants en het huidige uniforme aanbod van afgestudeerden. Een van de suggesties is het instellen van een aparte afstudeerrichting accountancy, gespecialiseerd naar de verschillende functies die accountants vervullen: openbaar, overheids-, intern accountants en RA’s in het financieel management. Verder moet Nederland de eigen opleiding en beroepseisen aanpassen aan de internationale praktijk en niet blijven vasthouden aan het nationale systeem, en moet niet voor alle vakken het master-niveau worden geëist.

Een andere belangrijke suggestie is om de aanpak van de stages eens door te lichten. Verder dient het aantal te schrijven scripties te worden verminderd. Of, volgens sommigen nog beter: de scriptieverplichting zou moeten worden afgeschaft. Tevens wordt gepleit voor het beter op elkaar afstemmen van de diverse financiële opleidingen, alsmede het vergemakkelijken van de overstap naar de accountancy uit andere disciplines dan de economie.

Buitenlandse instroom

Een andere suggestie is om meer heao’ers aan te nemen. Niet voor alle werkzaamheden zijn namelijk RA’s nodig. Onderzocht moet worden waar de inzet van RO’s (operational auditors) en vertegenwoordigers uit andere disciplines mogelijk is. Om de hoeveelheid werk te verminderen, zou het een suggestie zijn om meer te steunen op het controlewerk dat al door anderen is verricht. Ook een kritische bezinning op wat wel en niet tot het takenpakket van een accountant behoort en daarin past, is volgens velen gewenst.

Ten slotte wordt het idee geopperd om de instroom te vergroten door de inzet van buitenlandse accountants te vergemakkelijken. Dat zou kunnen door het aanbieden van een speciaal colloquium waarin het verschil tussen de Nederlandse regels en die in het land waar de student vandaan komt, te overbruggen. Ook zou het mogelijk moeten zijn om te studeren in het Engels en examens in het Engels af te nemen. En er wordt gepleit voor een politieke lobby die ertoe moet leiden dat accountants uit de nieuwe EU-lidstaten kunnen worden ingezet.

Werkdruk

Naast bovenstaande waslijst aan instroomverhogende maatregelen is in het onderzoek ook gekeken naar manieren om de uitstroom uit het vak te verkleinen. Daaruit komt naar voren dat enerzijds gestreefd moet worden naar interessanter werk, maar dat anderzijds vooral van belang is de cultuur in kantoren te veranderen: minder tijdsdruk, minder accent op het maken van zo veel mogelijk declarabele uren, en meer aandacht voor de persoonlijke omstandigheden van medewerkers. Helaas is de praktijk tot nu toe vaak anders: de werkdruk is te hoog. Het feit dat het belang van cliënten en de organisaties nogal eens prevaleert boven dat van de medewerkers wordt als negatief ervaren.

En nu?

Het imago van het accountantsberoep, de structuur van de opleiding, de instroom van buitenlanders en de cultuur binnen de kantoren, dat zijn de speerpunten die uit het onderzoek naar voren komen. Bij de aanpak van de eerste drie punten zal het NIVRA een leidende rol moeten spelen, maar uit overleg is duidelijk geworden dat ook accountantskantoren en bedrijven bereid zijn om hierin te investeren.

Een op initiatief van het NIVRA opgerichte, breed samengestelde commissie, gaat de komende tijd werken aan het formuleren van concrete plannen.

Instroom 2002-2005

  2002 2003 2004 2005
hbo        
accountancy 1.290 1.319 1.139 1.234
bedrijfseconomie 3.110 2.759 2.163 2.430
fiscale economie 259 233 157 175
universiteiten 871 831 945 952

 

Vrouwen

Speciale aandacht was er voor de positie van vrouwen in het vak. Om het aantal vrouwen te laten toenemen, wordt ervoor gepleit om de mogelijkheden tot werken in deeltijd te verruimen, ook voor partners. Tot nu is het ongebruikelijk dat, als partners al in deeltijd werken, zij dat minder dan vier dagen per week doen. In het onderzoek wordt de suggestie gedaan te onderzoeken of het mogelijk is dat te verruimen.

Adrie Boxmeer is journalist.

Gerelateerd

Aanmelden nieuwsbrief

Ontvang elke werkdag (maandag t/m vrijdag) de laatste nieuwsberichten, opinies en artikelen in uw mailbox.

Bent u NBA-lid? Dan kunt u zich ook aanmelden via uw ledenprofiel op MijnNBA.nl.