Nieuws 14 november 2007

Voorzitter VS standard setter wil 'mechanisme' tegen locale IFRS

Voorzitter Robert Herz van de Amerikaanse Financial Accounting Standards Board wil een 'nationaal plan' om Amerikaanse ondernemingen te bewegen te gaan rapporteren volgens de internationale verslaggevingsregels IFRS. Tegelijk bepleit hij een 'wereldwijd mechanisme' dat voorkomt dat landen hun eigen, locale versies daarvan gaan gebruiken.

De topman van de standard setter voor Amerikaanse verslaggevingsregels zei dit tijdens een bijeenkomst van de Financial Executives International Conference in New York. "Wij hebben de overtuiging dat dit land in de richting van IFRS zou moeten gaan", aldus Herz. "But if we're going to go ride the IFRS horse, we want to make sure that it is secure, sustainable and there for the long run."

Hij doelt daarmee op de ontwikkeling dat diverse landen hun eigen uitzonderingen creëren op de internationale verslaggevingsregels IFRS. In plaats van het beoogde doel - één uniforme verslaggeving - ontstaat daardoor een internationaal mozaïek van ‘locale' versies. Dit doet zich ook met name voor in de Europese Unie, waar het Europees Parlement een aantal zogenoemde carve outs heeft bedongen op de standaard IFRS-regels.

Voormalig minister Gerrit Zalm van Financiën, sinds kort voorzitter van het toezichthoudend orgaan op de IASB die de IFRS-regels opstelt, liet zich kort na zijn aantreden in oktober 2007 ook al kritisch uit over die ontwikkeling.

Herz wijst er op dat de International Accountanting Standards Board weliswaar verslaggevingsregels produceert, maar dat niemand wettelijk is gehouden om die ook toe te passen. "Wij denken dat er een soort wereldwijd mechanisme moet komen om dat tegen te gaan en de meer legitimiteit te verschaffen aan waar de IASB mee bezig is."

Over de aard van dat mechanisme deed Herz geen concrete uitspraken. Wel zei hij dat de Transatlantic Economic Council, waarin Amerikaanse en Europese autoriteiten vorige week voor het eerst overlegden, hier een rol in zou kunnen spelen.