Experiment ruimere materialiteitsgrenzen overheid lijkt positief
Sinds anderhalf jaar experimenteert de Algemene Rekenkamer samen met het ministerie van Financiën met verruimde materialiteitsgrenzen. Dit najaar volgt de evaluatie, maar de eerste ervaringen zijn positief.
Dat blijkt uit een artikel in het deze week verschijnende juninummer van 'de Accountant'. Eén reden voor het experiment is de wens bij de overheid om de controlelast te verminderen. Daarnaast geldt ook voor de auditdiensten de opdracht om het aantal rijksambtenaren met een kwart te verminderen. En ten derde werken Financiën en de Algemene Rekenkamer aan een andere manier van verantwoorden door de ministeries.
Ellen van Schoten, secretaris van de Algemene Rekenkamer. "Het is zaak dat wij die dingen boven tafel krijgen die voor de gebruiker, de Tweede Kamer, van belang zijn. Dat betekent dat het dan vooral moet gaan om kwalitatieve in plaats van kwantitatieve materialiteit."
Het experiment houdt concreet in dat de rapporteringstolerantie - de grens waarboven fouten aan de Tweede Kamer worden gerapporteerd - op jaarverslagniveau niet wordt verruimd maar wel op het niveau van een begrotingsartikel: van één procent naar drie procent.
Dit is overigens geen absolute grens. Bij middelgrote begrotingsartikelen (tussen de € 150 miljoen en € 500 miljoen) is de grens € 15 miljoen, bij de kleinere (minder dan € 150 miljoen) tien procent.
In het najaar van 2009 start de evaluatie van het tweejarige experiment. Uit de controleresultaten over 2007 wordt echter al duidelijk dat er in elk geval minder informatie naar de Kamer gaat. Werden er bij de rapporteringstolerantie van één procent nog 27 fouten gerapporteerd, bij de nieuwe grens van drie procent is dit geslonken naar vier.
Volgens Peter Verheij, senior beleidsadviseur Auditbeleid bij het ministerie van Financiën, levert de controle ook relevantere resultaten op: "Wat nu aan fouten wordt gerapporteerd, doet er ook echt toe. Bijvoorbeeld de toeslagproblematiek bij de Belastingdienst."
Voor de controleaanpak van de departementale auditdiensten heeft het experiment geen grote gevolgen, denkt Mark Hendrix, projectleider bij de Algemene Rekenkamer. "Het gaat om accentverschuivingen. Accountants zijn nu meer gespitst op kwalitatieve aspecten. Daarnaast is het vanwege de ruimere rapporteringstolerantie op artikelniveau niet meer noodzakelijk om omvangrijke steekproeven uit te voeren."
Gerelateerd
Een pleidooi voor codificatie van de brede materialiteit
De Nederlandse wetgever moet het brede materialiteitsbeginsel uit artikel 6 lid 1 sub j. Richtlijn 2013/34/EU in nationaal recht omzetten.
Rekenkamer: Begrotingen ministeries onvoldoende voor goede besluitvorming
De meeste begrotingen van de ministers voor het jaar 2026 geven onvoldoende aandacht aan risico's voor de rijksfinanciën of te behalen resultaten. Dat maakt het...
Checks & balances in financieel beheer Rijk kunnen beter en goedkoper
Over een paar weken is het weer zover: het koffertje met de Miljoenennota wordt door de minister van Financiën aangeboden aan de Tweede Kamer. Terwijl de budgettaire...
De onafhankelijkheid van de Algemene Rekenkamer is in het geding
De huidige inrichting van het controlebestel bij het Rijk staat op gespannen voet met de grondbeginselen van de democratische rechtsstaat. De onafhankelijkheid van...
Eimers pleit voor behoud 'nuttige rol' ADR naast Rekenkamer
Een dit voorjaar gehouden pleidooi om de jaarrekeningen van het Rijk uitsluitend door de Algemene Rekenkamer te laten controleren, doet onvoldoende recht aan de...
