Nieuws 29 november 2013

KPMG kan nog niet reageren op zaak Ballast Nedam

Begin deze week werd bekend dat het OM onderzoek doet naar de betrokkenheid van KPMG-accountants bij omkoping door een dochter van Ballast Nedam in Saudi-Arabië, in de jaren 1996-2003.

Vanuit het accountantskantoor zou het betalen van de steekpenningen zijn gefaciliteerd met een soort schaduwboekhouding. KPMG reageert vandaag in een persverklaring:

Reactie KPMG inzake Ballast Nedam

In december 2012 heeft Ballast Nedam, een voormalige controlecliënt van KPMG, een schikking getroffen met het Openbaar Ministerie inzake de verdenking van de betaling van steekpenningen door Ballast Nedam aan buitenlandse tussenpersonen. De zaak had betrekking op de periode 1996-2003.

Het Openbaar Ministerie heeft het onderzoek begin 2013 vervolgd en gericht op de mogelijke betrokkenheid van personen uit de KPMG-organisatie in de genoemde periode. KPMG heeft alle beschikbare gegevens uit die periode overgedragen aan het OM. Het is verder niet aan KPMG uitspraken te doen over de scope en voortgang van het onderzoek of daar commentaar op te geven.

"Wij zullen de verdere stappen van het Openbaar Ministerie moeten afwachten. Dat is lastig zeker ook omdat er veel media aandacht voor het onderwerp is en transparantie van onze kant wordt verwacht. Op dit moment zijn wij echter nog niet in de positie om publiekelijk op deze zaak te reageren maar als KPMG bestuur distantiëren wij ons volledig van de geschetste praktijken," stelt bestuursvoorzitter Jurgen van Breukelen.

Van Breukelen vervolgt: "Integriteit is ons hoogste goed en vormt de fundamentele pijler waarop de werkzaamheden KPMG gestoeld zijn. Dat gold destijds, 17 jaar geleden, en dat geldt vandaag net zozeer. Elke inbreuk daarop tolereren wij niet. Daarom werken we nu ook volledig mee met het onderzoek van het Openbaar Ministerie. En om dezelfde reden hebben we dan ook niet nagelaten stevige maatregelen te nemen in dié gevallen waar onze dienstverlening niet aan onze maatstaven voldeed. Zoals wij ook pal zijn blijven staan voor onze firma en onze mensen als wij van mening zijn dat we onze controlefunctie accuraat hebben uitgeoefend. Met de allerhoogste prioriteit hebben wij het afgelopen jaar gewerkt aan kwaliteitsontwikkeling en de monitoring daarvan. We hebben een reeks belangrijke maatregelen genomen om onze processen, professionele cultuur en beroepsuitoefening nog verder aan te scherpen".