PwC mocht schaderapport toch intrekken
PwC mocht zijn rapport over de schade van prijsafspraken intrekken. Volgens het Gerechtshof Amsterdam was intrekking gerechtvaardigd toen het uitgangspunt van het rapport onjuist bleek.
PwC Advisory berekende op verzoek van de advocaten van Hego Bouwstoffen bv hoe hoog de schade was die Ballast Nedam (BN) nu echt had geleden door de prijsafspraken die een voormalig BN-directeur had gemaakt met groothandelaar Hego.
Volgens BN bedroeg de schade 5 ton per jaar. Want als het bouwbedrijf zijn cement zonder tussenkomst van Hego had gekocht dan zou dat volgens BN een half miljoen hebben gescheeld. De Rechtbank Arnhem/Gelderland kende BN in 2009 op basis van deze stelling een schadevergoeding toe van 11,5 miljoen euro.
Geen schade
In opdracht van de advocaten van Hego komt PwC Advisory in maart 2010 met een schadeberekening. De PwC-accountants concluderen onder meer dat het niet aannemelijk is dat Ballast Nedam schade heeft geleden. Zij gaan er daarbij vanuit dat Hego geen banden heeft met het cementkartel dat volgens het OM bestaat.
Een half jaar later schrijven de advocaten van Ballast Nedam dat hun cliënt grote bezwaren heeft tegen de conclusies van het rapport, omdat PwC:
- wist dat het OM Hego verdacht van strafbare feiten (omkoping);
- kennelijk niet beschikte over alle informatie.
Aangezien het rapport bedoeld was voor de gerechtelijke procedure over de schade wijzen de advocaten PwC erop dat het onrechtmatig en tuchtrechtelijk verwijtbaar is om de rechter te misleiden met een ongefundeerd rapport. Zij dreigen een klacht in te dienen bij de Accountantskamer en stellen het accountantskantoor aansprakelijk.
PwC schrikt. Bij nadere bestudering lijkt het erop dat “cruciale uitgangspunten” voor het rapport onjuist zijn. Om de twijfels over de basis van het rapport weg te nemen, vraagt PwC Hego om het volledige procesdossier van de procedure bij de Rechtbank Arnhem/Gelderland. De accountants krijgen de gevraagde informatie niet en trekken het rapport in.
Schikking 17 miljoen
Kort daarna treffen BN en Hego een schikking over de schade. Hego betaalt BN 17 miljoen euro. BN zet alle gerechtelijke procedures stop.
Dan beginnen de Hego-advocaten een procedure tegen PwC om het betaalde honorarium terug te krijgen. Volgens hen had PwC het rapport niet mogen intrekken. De Rechtbank Amsterdam geeft hen gelijk en laat PwC het ontvangen honorarium terugbetalen.
In hoger beroep zegt het Gerechtshof Amsterdam dat PwC bij het aanvaarden van de opdracht mocht afgaan op de expliciete mededeling van Hego en zijn advocaten dat Hego los stond van het vermeende kartel. Toen PwC later van de advocaten van Ballast Nedam vernam dat Hego toch banden had met het kartel rechtvaardigde die informatie de intrekking van het rapport.
Daarbij speelt mee dat Hego desgevraagd geen nadere informatie verstrekte en dat PwC als partijdeskundige in een gerechtelijke procedure ook rekening moest houden met het algemeen belang van een goede rechtspleging.
Geld weer terug
De advocaten moeten het terugbetaalde honorarium weer overmaken aan PwC, een bedrag van 226.313,16 euro met wettelijke rente.