Nieuws

PwC: Familiebedrijven kiezen bij innovatie voor lange termijn

Familiebedrijven investeren gemiddeld een kleiner deel van hun omzet in innovatie dan andere ondernemingen. Waar andere bedrijven vijf procent of meer van hun omzet spenderen aan innovatie, ligt dat percentage bij familiebedrijven tussen één en vijf. Dat blijkt uit onderzoek van PwC onder publieke en private bedrijven naar het innovatieklimaat in Nederland.

De lagere percentages voor familiebedrijven impliceren niet direct dat zij minder ruimte hebben voor innovatie dan niet-familiebedrijven, meent PwC. "Familiebedrijven voeren dikwijls ad-hocinnovaties door", aldus Renate de Lange, tax partner bij PwC  en expert op het gebied van familiebedrijven. "Daardoor is de strategie achter langetermijninvesteringen niet direct zichtbaar. Daarnaast hebben familiebedrijven meer focus op langetermijndoelen."

Volgens het PwC-onderzoek heeft  43 procent van de respondenten tijdens de recente crisisjaren juist meer geld geïnvesteerd in innovatie dan in de jaren voor 2008.

Meer tijd

Familiebedrijven nemen meer tijd voor vernieuwing en kiezen vaak voor 'incrementele' of radicale innovatie. Incrementele innovatie verbetert een product of dienst geleidelijk gedurende een bepaalde tijdsperiode. Radicale innovatie heeft als doel significante verbeteringen in bestaande producten en diensten teweeg te brengen. Andere bedrijven neigen meer naar disruptieve innovatie, die tot nieuwe en revolutionaire producten, diensten of businessmodellen leidt.

Volgens De Lange betekent dat niet dat familiebedrijven conservatiever zijn of minder open staan voor nieuwe ideeën. "Familiebedrijven nemen bestaande producten of diensten liever als uitgangspunt voor innovatie, in plaats van iets compleet nieuws te bedenken. Die aanpak is minder revolutionair dan disruptieve innovatie, maar hij heeft evengoed de kracht om een belangrijke invloed uit te oefenen op de economische markt in Nederland."

Knelpunten

Ook als het om knelpunten in het innovatieproces gaat, laat het onderzoek verschillen zien tussen familie- en niet-familiebedrijven. De respondenten uit de laatste groep zijn over het algemeen tevreden over de innovatiestrategie en het proces binnen hun organisatie. Bij familiebedrijven worden juist de strategie en het proces genoemd als belangrijkste knelpunten die innovatie bemoeilijken.

Volgens PwC is ook het tempo waarmee innovaties worden geïmplementeerd een obstakel voor familiebedrijven: "De tijd die het kost om een nieuw product daadwerkelijk op de markt te brengen wordt dikwijls ervaren als te lang", zegt De Lange.

Subsidies

Familiebedrijven gebruiken vooral hun eigen vermogen voor innovatie. Slechts de helft doet ook een beroep op subsidies of andere stimuleringsmaatregelen vanuit de overheid. Bij bedrijven die dat niet doen, bestaat veel onduidelijkheid over zulke regelingen. De onderzoekers kregen reacties als 'onbekend en ontoegankelijk', 'waarschijnlijk lastig toepasbaar', 'te veel rompslomp' en 'kost te veel tijd'. Dat is jammer, aldus Renate de Lange, "want regelingen als de Innovatiebox en de dertig procent-regeling voor kennisemigranten zijn er ook voor familiebedrijven".

Gerelateerd

Aanmelden nieuwsbrief

Ontvang elke werkdag (maandag t/m vrijdag) de laatste nieuwsberichten, opinies en artikelen in uw mailbox.

Bent u NBA-lid? Dan kunt u zich ook aanmelden via uw ledenprofiel op MijnNBA.nl.