Nieuws

Rechter wijst claim tegen Baker Tilly Berk af

De dga van staal- en betonbedrijf EPR is met zijn claim wegens nalatige fiscale advisering bij Baker Tilly Berk aan het verkeerde adres. Het was de verantwoordelijkheid van de Duitse accountant/belastingadviseur om de dga te wijzen op de overdrachtsbelasting, zegt de Rechtbank Overijssel.

Lex van Almelo

De dga van de in Slowakije gevestigde holding Enki-Ptah Respect (EPR) en van een andere groep bedrijven wil zijn bedrijfsopvolging regelen. De EPR-holding heeft dochtervennootschappen in Nederland, Slowakije en Duitsland; de andere groep heeft enkele dochtervennootschappen in Nederland en Duitsland. De dga, die sinds 2006 in Slowakije woont, vraagt twee belastingadviseurs van Baker Tilly Berk (BTB) in Almelo om advies.

Op advies van BTB hangt de dga de vennootschappen uit de groep onder EPR om vervolgens 90 procent van de EPR-aandelen te schenken aan één van zijn zoons. Zijn Slowaakse vrouw krijgt de resterende 10 procent. Volgens het Duitse Finanzamt is de groep 944.192 euro verschuldigd aan Grunderwerbsteuer, omdat de Gmbh’s uit de groep vastgoed bezaten in het Duitse Xanten, Hattersheim en Eddersheim. Na bezwaar wordt de aanslag verminderd tot 485.000 euro.

De dga wil het half miljoen verhalen op BTB. Na een blik op facturen, memo’s, gespreksverslagen en stappenplannen (een opdrachtbevestiging was er niet) komt de Rechtbank Overijssel tot de conclusie dat het niet de taak van BTB was om de dga te wijzen op de mogelijke aanslag overdrachtsbelasting in Duitsland. De andere groep van de dga had een eigen belastingadviseur in Duitsland die als accountant ook de jaarrekeningen opstelde. BTB had niet de opdracht om te adviseren over alle ‘internationale fiscaliteiten’.

Gerelateerd

Aanmelden nieuwsbrief

Ontvang elke werkdag (maandag t/m vrijdag) de laatste nieuwsberichten, opinies en artikelen in uw mailbox.

Bent u NBA-lid? Dan kunt u zich ook aanmelden via uw ledenprofiel op MijnNBA.nl.