Nieuws

Aanbevelingen CTA zijn 'het maximaal haalbare'

De kwaliteit van wettelijke controles moet snel beter inzichtelijk worden gemaakt, door de opzet van eenduidige Audit Quality Indicators. Het toezicht op controlerend accountants moet alleen bij de AFM komen te liggen. En binnen grote accountantsorganisaties moet de raad van commissarissen een zwaardere rol krijgen.

Dat stelt de Commissie toekomst accountancysector (CTA) in haar eindrapport 'Vertrouwen op controle', dat zij heeft aangeboden aan minister Hoekstra van Financiën. De CTA komt met 22 aanbevelingen om het vertrouwen in de accountant te herstellen, maar stelt dat het "een illusie" is om te denken dat die alle problemen in de toekomst weg zullen nemen.

De commissie onderkent dat er een "luide, maatschappelijke roep is om zeer ingrijpende maatregelen", maar noemt de 22 aanbevelingen "binnen de bestaande juridische grenzen en de eisen van proportionaliteit" het "maximaal haalbare". De voorstellen zijn volgens de CTA tot stand gekomen na "zorgvuldige, onafhankelijke afweging" en "intensieve consultatie met alle betrokken partijen".

Kwaliteitsindicatoren

Een juist en integraal beeld van de kwaliteit van wettelijke controles op verschillende niveaus, op basis van eenduidige standaarden (indicatoren) ontbreekt, aldus de CTA, die spreekt van een "structureel" kwaliteitsprobleem. Dat op diverse kwaliteitsniveaus zoals het kwaliteitsbeheersingssysteem binnen accountantsorganisaties nauwelijks informatie beschikbaar is, vindt de commissie "niet acceptabel in het licht van het belang van hun publieke taak". Daarom pleit de CTA voor het op korte termijn vaststellen van 'Audit Quality Indicators' voor alle relevante niveaus. "Deze moeten eenduidig zijn, (centraal) publiek beschikbaar en beoordeeld door de toezichthouder." Accountantskantoren moeten aan de hand van de indicatoren regelmatig over de kwaliteit van wettelijke controles rapporteren.

Wat de commissie betreft moeten accountants in de controle meer aandacht geven aan financiële fraude en continuïteit. Bij controle van grotere organisaties moet standaard forensische expertise in het controleteam aanwezig zijn.

Net als in haar voorlopige bevindingen vindt de CTA de controle van niet-financiële informatie niet exclusief het werkterrein voor accountants. Bovendien moeten zij transparanter zijn over de mate van zekerheid die aan onderzoeken naar niet-financiële informatie ontleend kan worden.

Dat het aantal oob-accountantsorganisaties is afgenomen tot nog maar zes partijen noemt de CTA "onwenselijk". De verzwaarde eisen voor oob-accountantsorganisaties moeten niet nodeloos belemmerend zijn voor toetreders. Ook moet het begrip oob beter worden afgebakend.

Tegelijk ligt invoering van een 'Rijksaccountant' niet voor de hand, want "de voordelen van een controle van overheidswege voor publieke instellingen wegen niet op tegen de nadelen daarvan". Wel moet de minister van Financiën de bevoegdheid krijgen om in uitzonderlijke gevallen een accountantsorganisatie aan te wijzen als een controleplichtige partij er ondanks voldoende inspanning niet in slaagt om een accountant te vinden.

Toezicht

Binnen oob- en grote niet-oob-accountantskantoren is invoering van een "op het structuurregime geïnspireerd" intern toezichtregime wenselijk, meent de commissie. "De raad van commissarissen moet daarbij de opdracht krijgen in het bijzonder acht te slaan op de publieke taak en verantwoordelijkheid van de accountantsorganisatie". Ook moet de rvc goedkeuring geven aan belangrijke besluiten, zoals rondom winstdeling, beloning en investeringen. Bij beloningen moet kwaliteit centraal staan, wat de CTA betreft.

Het huidige toezichtstelsel noemt de commissie "ondoorzichtig en complex". Het toezicht op de hele sector, dat nu nog deels bij de SRA en de NBA is belegd, moet daadwerkelijk worden uitgevoerd door de AFM. Daarbij moet het stelsel van kwaliteitsbeheersing centraal staan en bevordering van de controlekwaliteit het belangrijkste doel. De AFM moet ook zorgen voor een loket waar accountantskantoren tekortschietende controles van andere accountants kunnen melden.

Als het gaat om alternatieve structuurmodellen voor de openbare accountantspraktijk beperkt de CTA zich tot de aanbeveling om "nader onderzoek" te doen naar bestaande modellen als joint audit en audit only en analyse van buitenlandse ervaringen met andere structuurmodellen. Ook kan op beperkte schaal worden geëxperimenteerd met inzet van een intermediair.

Kwartiermaker

Anders dan de Monitoring Commissie Accountancy (MCA) komt de CTA niet met specifieke aanbevelingen voor de inrichting van de NBA, omdat die "het bereik en de opdracht" van de commissie te buiten gaan. Wel moet de beroepsorganisatie signalen over de te sterke invloed van de big four binnen de NBA serieus nemen.  

Om implementatie van de aanbevelingen te bevorderen moet de minister op korte termijn een "kwartiermaker" aanstellen, die waar nodig moet zorgen voor "druk op de ketel", aldus de commissie.  

Minister Hoekstra stelde de Commissie toekomst accountancysector in op 1 januari 2019. De onafhankelijke commissie deed afgelopen jaar onderzoek naar de kwaliteit van de controles in de accountancysector. In oktober 2019 presenteerde de CTA haar voorlopige bevindingen als consultatiedocument. Daarop werd door veel partijen gereageerd.

De CTA bestaat uit prof. dr. Annetje Ottow (voorzitter), prof. dr. Elbert Dijkgraaf en drs. Marlies de Vries. Secretaris is mr. drs. Thomas van der Sanden.

Gerelateerd

Aanmelden nieuwsbrief

Ontvang elke werkdag (maandag t/m vrijdag) de laatste nieuwsberichten, opinies en artikelen in uw mailbox.

Bent u NBA-lid? Dan kunt u zich ook aanmelden via uw ledenprofiel op MijnNBA.nl.