Nieuws

Hoger beroep tegen oud-topman Baker Tilly van start

Op 4 maart diende het hoger beroep tegen oud-Baker Tilly-topman Romke van der Veen bij het College van Beroep voor het Bedrijfsleven. Een voormalige mkb-klant van Baker Tilly die verdacht wordt van belastingontduiking diende eerder de tuchtklacht in. Hij meent dat Baker Tilly het initiatief nam bij het opzetten van een illegale belastingconstructie. De zaak loopt al sinds 2014.

De tuchtklacht draait om een illegale internationale belastingconstructie die Baker Tilly zou hebben opgezet voor de voormalige klant, een ondernemer in woondecoratie. De belastingconstructie maakte gebruik van de zogenoemde 'Cyprus-route', waarbij tonnen aan belasting werd ontweken.

De ondernemer betaalde een trustmaatschappij geld voor merkrechten die hij zelf had gekocht en doorverkocht aan een trustmaatschappij op Cyprus. Dat geld belandde vervolgens op een privérekening van de ondernemer, zonder dat er belasting over werd betaald.

Onderzoek

De ondernemer is zelf verdachte in een onderzoek van het OM naar belastingontduiking en valsheid in geschrifte, maar beweert dat Baker Tilly het initiatief nam. Romke van der Veen was tot en met 2012 de extern accountant van de onderneming. In september 2014 trad Van der Veen af in verband met de zaak. Baker Tilly deed intern onderzoek en schakelde advocatenkantoor NautaDutilh in voor een extern onderzoek. Ook is een melding bij de AFM gedaan en beloofde het kantoor volledige medewerking aan het onderzoek van de Belastingdienst. Daarnaast is het bestuur van Baker Tilly een breder onderzoek gestart, gericht op maatregelen die herhaling moeten voorkomen. In 2016 werden twee zaken tegen Van der Veen en een ex-partner van Baker Tilly geseponeerd wegens gebrek aan bewijs.

De AFM legde Baker Tilly een boete op wegens "niet voldoende beheersing van integriteitsrisico's", die recent door de Rechtbank Rotterdam is bekrachtigd. Van der Veen en een accountant-administratieconsulent zijn in deze zaak in 2018 door de tuchtrechter berispt, waartegen zij beroep hebben aangetekend.

Feitelijke onjuistheden

Tegen het Financieele Dagblad zegt de ondernemer dat het externe onderzoek door NautaDutilh, destijds door Baker Tilly in gang gezet nadat de zaak aan het licht kwam, veel feitelijke onjuistheden bevat. NautaDutilh concludeerde dat de ondernemer de constructie zelf had bedacht en opgezet, maar volgens de ondernemer is het rapport van de advocaten niet onafhankelijk. "Ze wilden doen voorkomen dat ze schoon schip wilden maken en hebben mij en mijn toenmalige adviseur daarbij voor de bus gegooid", aldus de ondernemer.

Hij geeft toe dat hij de constructie had kunnen weigeren, maar dat het destijds aan hem verkocht werd als “de normaalste zaak van de wereld". "In 2006 had nog niemand van de Panama Papers gehoord […] Het is als roken in restaurants. In 2006 vond ook niemand dat raar."

Baker Tilly zegt niet inhoudelijk te kunnen reageren zolang de procedures onder de rechter zijn, maar geeft wel aan zich niet te herkennen in de feiten zoals die door de ondernemer en diens advocaat worden gepresenteerd in het FD-artikel. NautaDutilh zegt tegen het FD dat het gebonden is aan geheimhouding, maar stelt wel dat het FD-artikel "wemelt van de fouten".

Update 5 maart: Fiscalisten van Baker Tillly hebben in 2014 een schikkingsvoorstel van de Belastingdienst afgewezen, bleek volgens het FD tijdens de zitting. Uitspraak van het CBb is op 21 april. 

Gerelateerd

Aanmelden nieuwsbrief

Ontvang elke werkdag (maandag t/m vrijdag) de laatste nieuwsberichten, opinies en artikelen in uw mailbox.

Bent u NBA-lid? Dan kunt u zich ook aanmelden via uw ledenprofiel op MijnNBA.nl.