Nieuws 26 mei 2023

Kaag: Schrappen van beursfondsen zonder accountant borgt kwaliteit van kapitaalmarkt

Dat Euronext Amsterdam de notering van zes beursfondsen wil schrappen is terecht, als die ondernemingen geen accountant kunnen vinden voor controle van de jaarcijfers. Dat stelt minister Kaag van Financiën, in antwoord op vragen van SP-Kamerlid Mahir Alkaya.

Euronext maakte medio april bekend dat zes ondernemingen, die zijn genoteerd aan de Amsterdamse beurs, die notering moeten inleveren. Ook na twee jaar op het ‘strafbankje’ zijn de zes fondsen er niet in geslaagd om door een accountant afgetekende jaarcijfers te overleggen.

Kamerlid Alkaya wilde van minister Kaag weten of die het schrappen van deze ondernemingen terecht vindt, als het enige argument daarvoor is het niet kunnen vinden van een controlerend accountant. De minister stelt in de beantwoording dat Euronext zorgvuldig omgaat met de procedures. “Alle bedrijven moeten zich aan de geldende wet- en regelgeving houden.”

Kaag stelt dat de zes ondernemingen zich niet houden aan de wettelijke verplichting tot deponering van een gecontroleerde jaarrekening. Daarvoor kunnen verschillende redenen zijn, aldus de minister, die niet bekend is met de precieze omstandigheden bij de betreffende ondernemingen.  

Reputatie en kwaliteit borgen

Met het besluit om de notering van de betreffende bedrijven te beëindigen wordt de reputatie, stabiliteit en kwaliteit van de Nederlandse kapitaalmarkt geborgd, aldus Kaag. “Het is belangrijk voor investeerders dat zij kunnen vertrouwen op de bedrijfsinformatie die door aan de beurs genoteerde bedrijven wordt gepubliceerd.”

De minister vindt het wel van belang dat “goedwillende bedrijven” altijd een accountant kunnen vinden. “Daarom stel ik in het wetsvoorstel toekomst accountancysector voor om een aanwijzingsbevoegdheid van de NBA te introduceren.”

Kaagt deelt verder de mening van Kamerlid Alkaya dat het beter is dat een bedrijf altijd een accountantsverklaring “in de een of andere vorm” krijgt; goedkeurend, afkeurend of met oordeelonthouding en mogelijk kritische opmerkingen, “zodat belanghebbenden en de samenleving weten wat er aan de hand is bij de desbetreffende organisatie”.