Opinie

Initiatief Ronald Plasterk

Het Brusselse stof van Barnier is nog niet eens neergedaald, maar toch zien we alweer een nieuw initiatief. Binnen de Nederlandse context. Van voormalig minister en thans PvdA-kamerlid Plasterk. Hij toonde vanuit zijn woordvoerderschap op het gebied van financiën, de afgelopen periode reeds meerdere malen belangstelling voor ons vakgebied.

Nu komt hij met een initiatiefnota 'De accountancy na de crisis'. Daarin doet hij een aantal voorstellen die deels aansluiten bij lopende initiatieven, waaronder het Plan van Aanpak van de NBA en de Green Paper van eurocommissaris Barnier. Hij is complimenteus over dat plan van aanpak: ‘uitstekende voorstellen'. Kritisch is hij wel over de rol die in het plan aan de raad van commissarissen (RvC) wordt toegedicht. Hoewel het - aldus Plasterk - terecht is het opdrachtgeverschap te verplaatsen van ceo naar RvC, lost dat nog niet het onafhankelijkheidsprobleem van de accountant op. Mede daarom komt hij met enkele voorstellen.

Plasterk is eveneens lovend over de wensenlijst van de AFM. Daarop staat onder meer het opheffen van de Chinese muren tussen de verschillende toezichtsafdelingen die de accountancy raken. Hij neemt nadrukkelijk afstand van VNO-NCW die daar tegen is en stelt dan ook dat de AFM - onder meer op dit punt - terecht vraagt om extra bevoegdheden.

Maar het belangrijkste in zijn nota is het pleidooi om de verhouding tussen controleklant en accountant te herzien. Ten eerste door verplichte roulatie, zoals ook in de Green Paper wordt bepleit. Hij is daar, de negatieve ervaringen in Italië ten spijt, een voorstander van: Italië is in meerdere opzichten qua mores niet geheel vergelijkbaar met Nederland (en inderdaad: een Nederlandse politicus met de streken van Berlusconi ken ik bijvoorbeeld niet).

Het tweede voorstel ziet op het opdrachtgeverschap. Plasterk gaat in op het adagium 'Wie betaalt bepaalt'. Plasterk: "Daarom stel ik voor dat weliswaar de opdrachtgever voor de audit van de grote financiële instellingen de controleklant zelf is, maar dat een onafhankelijke instantie, te denken valt aan de AFM, de keuze van de accountant moet goedkeuren voordat de audit-opdracht wordt verstrekt."

Plasterk doet zijn voorstel dus niet voor alle wettelijke controleopdrachten: "Als bij de groenteboer op de hoek de balans een vertekend beeld van de werkelijkheid geeft, is dat vervelend voor crediteuren en handelspartners, maar niet in dezelfde mate als bij een hypotheekbank. Daarom, en om zo min mogelijk onnodige drukte te genereren, de beperking tot de grote financiële instellingen."

Zijn derde voorstel ziet op het scheiden van audit en non-auditdiensten, hetgeen eveneens in de Green Paper naar voren komt. Allereerst stelt Plasterk: "Er bestaat geen enkel bezwaar tegen dat accountantskantoren hun missie verbreden naar advieswerk en tegelijk ook jaarstukken goedkeuren, maar er bestaat wel een bezwaar tegen dat ze dat doen bij hetzelfde bedrijf."

Vervolgens zijn redengeving: "Natuurlijk zijn de accountants integere personen die hun oordeel over de jaarrekening niet zullen laten beïnvloeden door de zorg om de klandizie in het lucratieve advieswerk. Maar een van de lessen van de kredietcrisis is dat perverse prikkels moeten worden weggenomen, zelfs als integere professionals geneigd zijn ze te weerstaan. En daarom dient er een verbod te komen voor accountantskantoren om bij de onderneming waar ze de audit doen ook andere werkzaamheden te verrichten."

Grappig is dat hij korte metten maakt met de geveinsde Chinese Walls binnen de accountantsorganisaties: "Er is gewezen op de synergie van audit en non-audit: je kunt beter en kritischer de boeken controleren als je het bedrijf door en door kent. Maar die vermeende synergie illustreert direct dat de vermeende Chinese Wall binnen het accountantskantoor tussen diegenen die bij een bedrijf auditwerk doen en diegenen die er ander werk doen kennelijk niet zo hoog is."

De meerwaarde van de initiatiefnota naast het Plan van Aanpak van de NBA, de wensenlijst van de AFM en de (reacties op de) Green Paper is wellicht niet heel groot. Er is overlap met eerder opgeworpen gedachten en suggesties ter verbetering van de bijdrage van accountants.

Maar toch zie ik meerwaarde: de - overigens verfrissend geschreven - initiatiefnota daagt de verantwoordelijke minister en de Tweede Kamer uit met elkaar in gesprek te komen en de kaarten op tafel te leggen. Dat betekent dus niet afwachten op wat er in Europa onder leiding van Barnier staat te gebeuren, maar schept ruimte voor eigen initiatieven.

Overigens wil ik met het duiden van die meerwaarde niet direct achter de voorstellen van Plasterk gaan staan. Indien het er inderdaad van komt dat een derde partij - bijvoorbeeld de AFM zoals door Plasterk bepleit - goedkeuring dient te verlenen aan de benoeming van de accountant, dan dient de reikwijdte daarvan wat mij betreft breder te zijn dan louter financiële instellingen.

Maar goed: laten we eerst de parlementaire reactie en die van het kabinet maar eens afwachten. Of wordt de initiatiefnota simpelweg ter zijde geschoven en wordt gewacht op de Europese initiatieven van Barnier die in het najaar worden verwacht?

Wat vindt u van deze opinie?

Reageer Spelregels debat

Marcel Pheijffer (1967) is hoogleraar Forensische Accountancy aan de universiteiten Nyenrode en Leiden.

reacties

Reageren op een artikel kan tot drie maanden na plaatsing. Reageren op dit artikel is daarom niet meer mogelijk.

Aanmelden nieuwsbrief

Ontvang elke werkdag (maandag t/m vrijdag) de laatste nieuwsberichten, opinies en artikelen in uw mailbox.

Bent u NBA-lid? Dan kunt u zich ook aanmelden via uw ledenprofiel op MijnNBA.nl.