Noodzakelijke stappen in goede richting
In het accountantsdebat komen langzaamaan een paar lijnen samen. In 2012 nam de beroepsorganisatie (NBA) het voortouw met een Code Accountantsorganisaties. Dat leidde onder meer tot invoering van de Commissie Publiek Belang bij accountantsorganisaties.
Zo'n commissie bestaat uit diverse personen, van wie de meerderheid onafhankelijke derden. De bemensing van deze commissies is niet bij alle accountantsorganisaties op een geloofwaardige en vertrouwenwekkende wijze ingevuld.
Onafhankelijke derden blijken meer dan eens bekende relaties te zijn en daarnaast kunnen partners vanuit de eigen organisatie participeren (slagers die het eigen vlees keuren). Tot op heden hebben we nog geen opmerkelijke daden van de diverse commissies mogen waarnemen. Het instellen van dergelijke commissies was vooral een mooie stap voor de bühne.
Ten tweede kondigde KPMG vorige week een versterking van de topstructuur aan. Wijze mannen als Jan Hommen en advocaat Jaap de Keijzer gaan KPMG daarover adviseren. Veranderingen in de aloude partnerstructuur zijn waarschijnlijk, nu de bestuursvoorzitter van KPMG die - terecht - heeft geduid als 'een archaïsch en naar binnen gekeerd besturingsmodel'. Het valt te prijzen dat KPMG dit heeft onderkend.
Een derde lijn schetste AFM-bestuurder Gerben Everts maandag in het FD. Samengevat: verbetering aansturing accountantsorganisaties nodig voor hogere kwaliteit controle.
Diens observaties zijn een uiting van onvrede van een toezichthouder die ziet dat een sector die moet veranderen, daar zelf onvoldoende toe in staat is. Zijn zetje in de rug is drieledig: een bestuur dat daadwerkelijk gaat besturen, een raad van commissarissen die echt toezicht gaat houden en die bovendien bestuurders kan benoemen.
Everts doet voorstellen die in de organisatiestructuur van de accountantsorganisaties ingrijpen. Dat leverde hem naast bijval ook kritiek op. Ik zie zijn voorstellen echter als verbeteringen. Met name bij de grootste accountantsorganisaties is de schaalgrootte zodanig dat bestuurders ‘er bovenop' behoren te zitten. In de Code Accountantsorganisaties staat dat het bestuur een kwaliteitsbeleid voert dat voldoet aan de van toepassing zijnde wettelijke eisen en internationale standaarden op het gebied van audit, kwaliteitsbeheersing, ethiek en onafhankelijkheid. De toezichtrapporten van de AFM tonen aan dat hier nog veel winst kan en moet worden geboekt.
En ook de gedachte aan een echte raad van commissarissen (rvc) met buitenstaanders is logisch, evenzo dat deze rvc bestuursleden benoemt. Het verleden wijst namelijk uit dat bestuursleden nogal eens het veld moesten ruimen als de (financiële) prestaties van de accountantsorganisatie achterbleven of het gevoerde beleid de partners niet aanstond. Een echte rvc kan dit voorkomen en heeft de slagkracht die de Commissie Publiek Belang node mist.
Kritiek op de voorstellen was onder meer dat voltijds bestuurders het contact met de klanten en het vak zouden verliezen. En ook: een model met onafhankelijke commissarissen die bestuurders benoemen zou niet passen in een systeem waarin partners eigenaren van de organisatie zijn.
Alle kritiek gaat voorbij aan de feitelijke opmerking van Everts: 'Hoe kan het dat het bestuur steeds van de toezichthouder moet horen dat er tekortkomingen zijn in de kwaliteit. Dat toont aan dat de interne beheersing nog onvoldoende is.' Dit is de kern.
De voorgestelde structuurveranderingen zijn noodzakelijke stappen in de goede richting. Ze zijn echter niet voldoende: er zit nog te veel 'betonrot' binnen de accountantsorganisaties. Arrogante partners die niet willen of kunnen veranderen. Bij wie de commercie en het klantbelang in de genen zit. Die meer autoverkopers dan poortwachters zijn. Bokito's die veel macht hebben binnen de partnerstructuur en soms zelf bestuurder zijn.
Illustratief is hoe de accountantsorganisaties vorig jaar zijn omgegaan met de overgangsregeling inzake de samenloop van controle- en adviesdiensten.
Structuurveranderingen zijn dus niet genoeg. Perverse prikkels kun je op papier vervangen door kwaliteitsmaatregelen. Maar wat is de informele werkelijkheid binnen kantoor? Hoe wordt er écht beloond, beoordeeld, benoemd en bestuurd?
De werkvloer vertelt hier een ander verhaal dan het Accounting Establishment. Juist dat zegt veel over de cultuur van accountantsorganisaties en de noodzaak tot veranderingen.
Deze blog verscheen ook als opiniebijdrage in het Financieele Dagblad van 10 april 2014.