Goede accountant verwerpt checklistmentaliteit
Risico's, feiten en omstandigheden verschillen bij elke jaarrekeningcontrole waardoor geen sprake kan zijn van een vast recept.
De interpretatie van de normen voor de controle van de jaarrekening door accountants en toezichthouders is in veel gevallen te rigide. Recentelijk heeft de AFM boetes opgelegd aan een aantal accountantsorganisaties wegens tekortkomingen in de controle. De kern van het door de AFM gesignaleerde probleem is dat de accountant onvoldoende of niet geschikte controle-informatie heeft verkregen om het oordeel over de getrouwheid van de jaarrekening te onderbouwen. De accountant heeft volgens de AFM onvoldoende gecontroleerd en/of het werk onvoldoende gedocumenteerd en de betrokken accountantsorganisaties zouden daardoor niet aan hun zorgplicht hebben voldaan. In het FD en de vakpers heeft het boetebesluit tot veel reacties geleid. De voorzitter van accountantsberoepsorganisatie NBA vraagt zich af wanneer ‘goed’ ook 'goed genoeg' is en roept op tot een publieke discussie.
Bij accountantscontrole speelt de professionele afweging van risico's, feiten en omstandigheden een cruciale rol. Het belangrijkste risico dat de accountant moet onderkennen is het risico dat een onjuiste controleverklaring wordt afgegeven. Risicoanalyse is per definitie een zaak die vanuit ieders persoonlijke en professionele perspectief wordt uitgevoerd. Het is dus heel goed mogelijk dat de ene accountant bepaalde risico's anders weegt dan de andere accountant. Dat is ook inherent aan het professionele karakter van het accountantswerk.
Hoewel in een recent artikel in het FD de indruk wordt gewekt dat onderdelen van het accountantswerk door computers en apps kunnen worden overgenomen, zal het geven van een professioneel oordeel vooralsnog mensenwerk blijven. In de eerste plaats betekent dit dat risicowegingen verschillend kunnen zijn, dat gevolgtrekkingen naar aanleiding van bevindingen verschillend kunnen zijn, maar bovenal betekent het dat er geen algoritmes kunnen worden geprogrammeerd die de accountant overbodig maken. Uiteindelijk leidt dit er ook toe dat wat de ene accountant (nog net) goed vindt, door een andere accountant als onvoldoende kan worden aangemerkt.
De checklistmentaliteit die in toenemende mate in de accountantspraktijk en bij toezichthoudende organen hoogtij viert, moet worden verlaten. Het gaat er immers om dat er in materiële zin sprake is van een adequate jaarrekeningcontrole die een deugdelijke grondslag vormt voor het accountantsoordeel en niet dat er in formele zin allerlei detailvoorschriften moeten kunnen worden 'afgevinkt' om aan te tonen dat aan de controlestandaarden is voldaan. De naleving van de zorgplicht, waarop de toezichthouder telkenmale wijst, volgt niet louter uit het formeel volgen van de controlenormen, maar vloeit mede voort uit het informele overleg en de intermenselijke relatie tussen de accountant en zijn opdrachtgever.
Uit het controledossier moet uiteraard de onderbouwing van het accountantsoordeel blijken. De documentatie moet zodanig zijn opgebouwd dat een ervaren accountant na kennisneming van het controledossier zelfstandig tot eenzelfde oordeel kan komen als de controlerend accountant. Dossiervorming is een middel en geen doel op zich. Uit 'vrees' voor de toezichthouders gaat veel aandacht en tijd uit naar het documenteren om aan allerlei detailvoorschriften te voldoen en wordt het zicht op de grote lijnen uit het oog verloren.
De risico's, feiten en omstandigheden verschillen bij elke organisatie en dús bij elke jaarrekeningcontrole waardoor geen sprake kan zijn van een vast recept. Wanneer accountants en toezichthouders de controlestandaarden zien als een kookboek vervaagt daarmee de noodzaak tot zelf denken en wordt de accountantscontrole een mechanisme.
Het dynamische en veelzijdige karakter van ondernemingen en andere organisaties en ook de voortgaande ontwikkelingen op het gebied van de informatietechnologie maken dat moet kunnen worden ingespeeld op specifieke omstandigheden en dat de professionele oordeelsvorming van de accountant van groot belang blijft.
Deze opinie is geplaatst in het FD van 14 juni 2016.
Gerelateerd
AI in de auditpraktijk: 'Zonder draagvlak is er geen succes'
Crowe Foederer zet serieuze stappen in het toepassen van kunstmatige intelligentie in de auditpraktijk. Partner Jasper van de Rijdt vertelt hoe technologie niet...
Accountantscontroles als grap
Was de accountantscontrole bij bepaalde banken in de VS een grap? Jan Bouwens meent van niet, maar controle van kwartaalrapportages kan wel helpen.
De nieuwe ISA 570 en de controleverklaring van oordeelonthouding
Internationale uniformiteit in controlestandaarden is belangrijk. De nieuwe standaard ISA 570 over continuïteit biedt daarvoor goede aanknopingspunten. Maar er kunnen...
Onderwijsinspectie scherpt toezicht op accountants aan, na klokkenluidersmelding bij Deloitte
Het toezicht op onderwijsinstellingen door accountants is over het algemeen toereikend. Dat concludeert de Inspectie van het Onderwijs, op basis van reviews over...
Stichting Audit Only: niet betrokken bij boete voor KC Audit
De Stichting Audit Only, het accountantskantoor uit Deventer dat wordt genoemd op de website van KC Audit, reageert op de berichtgeving over de boete van de AFM....
