Opinie

Regels versus beroepsontwikkeling

Past data-analyse binnen de regelgeving? Ja, is het antwoord. Kijk maar in de recent verschenen concept NBA-handreiking 'Data-analyse bij de controle'.

Daarin wordt uitgelegd dat weliswaar in de huidige Nadere Voorschriften Controle- en Overige Standaarden (NV COS) een verwijzing naar data-analyse ontbreekt, maar dat het toepassen van data-analyse wel past binnen de doelstellingen van een controle. Gelukkig maar.

Wat staat er in de regels? Dat heb ik altijd een verontrustende vraag gevonden. Want wat is de rol van regels als het gaat om een professioneel beroep als het accountantsberoep? Zijn de regels leidend, of mag je ze negeren als er betere manieren zijn om het doel te bereiken? En wat doe je met regels die niet relevant zijn? Mag je ze naast je neerleggen, of moet je dan keurig in je controledossier toelichten waarom ze niet relevant zijn?

Sinds de invoering van de Wta  zijn accountants in mijn opinie sterk gefocust op de regels en de vraag of die worden nageleefd. Nu kan je denken dat dat de 'schuld' is van de wetgever of de toezichthouder, maar het ligt genuanceerder. In 2004-2005, toen de Wta en de Bta werden ontwikkeld, was het nog geen uitgemaakte zaak dat de COS onderdeel zouden moeten zijn van de regelgeving. Het standpunt van de AFM was juist: doe dat niet.

De AFM wilde toezicht houden op basis van high-level open normen, waarin de doelstellingen van de controle en de verwachtingen ten aanzien van accountants zijn vastgelegd. Kort door de bocht: COS 200 en de gedrags- en beroepsregels (wat nu de VGBA heet). De redenen? Het gaat er bij het toezicht niet om vast te stellen dat de regels zijn nageleefd, maar dat een goede controle is gedaan. Goed in de zin dat door de accountant voldoende en geschikte controle-informatie is verzameld om met recht te verklaren dat de financiële verantwoording geen afwijkingen van materieel belang bevat. En minstens even belangrijk: wat als een goede controle wordt beschouwd, verandert in de loop van de tijd. Het is niet in beton gegoten. De behoeften van de maatschappij veranderen, de stand van de techniek leidt tot nieuwe mogelijkheden. De inhoud van een controle moet mee evolueren.

Zo is het niet gegaan. Opnieuw kort door de bocht: het beroep zag die open normen niet zitten, want dat zou immers betekenen dat de AFM ze zou gaan interpreteren. Dan was het maar de vraag waar dat toe zou leiden. Bovendien was er al een internationale organisatie die zich bezig hield met wereldwijde harmonisatie van regelgeving voor de uitvoering van controles,  IFAC. En er waren ook al internationale interpretaties: de IAS (COS in Nederland). Het leek dus een beter idee om de COS op te nemen in het bouwwerk van de regelgeving en daarom hangen ze nu als Nadere Voorschriften (NV) onder de Wet op het accountantsberoep en indirect de Wet toezicht accountantsorganisaties.

Maar hoe omvangrijk de NV COS ook zijn, het volgen ervan betekent niet dat een goede controle wordt gedaan. De NV COS zijn geen kookboek. Er staan geen recepten in voor de controle van een handelsonderneming, van een gemeente of van welke organisatie dan ook. De NV COS geven richting aan een risicogerichte primair systeemgerichte controle-aanpak.  Er staat op hoofdlijnen in wat je moet doen, maar in veel gevallen niet ‘hoe’ je dat dan concreet kan of zou moeten doen. Ook de NV COS vragen om interpretatie.

Hoe interpreteren we de COS in de praktijk? Hebben we daar een gemeenschappelijk idee over en is dat ook voor iedereen kenbaar?  Hebben we een gedeeld beeld over, bijvoorbeeld, hoe materialiteit wordt bepaald, welke controlewerkzaamheden je moet verrichten aan materiële posten zonder risico, de eisen waaraan een proceduretest moet voldoen, wanneer je genoeg controlewerkzaamheden hebt gedaan?

Mijn conclusie is dat we dat beeld niet hebben. Natuurlijk 'zingen' er wel antwoorden rond in het beroep. Als een big four kantoor de rekenregels voor de materialiteit naar boven bijstelt, wordt dit op enig moment bekend bij andere kantoren en is dat de nieuwe trend. Idem dito met het verhaal dat je alleen maar een cijferbeoordeling hoeft te doen op materiële posten waar je geen risico hebt geïdentificeerd. Maar dat is geen systematische beroepsontwikkeling. De NV COS roepen meer vragen op dan ze beantwoorden en ze werken verstarrend als het gaat om het zoeken naar en experimenteren met nieuwe manieren van controleren.  

Wat als we de NV COS konden inruilen voor een gemeenschappelijk kennisplatform? Een platform met bijdragen van experts, ervaringsdeskundigen en wetenschappers. Een platform waar na discussie een onderbouwd antwoord wordt gegeven op 'hoe'-vragen en waar nieuwe vormen en methoden van controle worden ontwikkeld. Een platform dat zo indirect de norm stelt voor toezichthouders, toetsers, reviewers en wie ook maar geïnteresseerd is in wat van accountants mag worden verwacht. Een platform dat dus ook  accountants het comfort kan geven dat ze het goed doen, als ze de inzichten van het platform volgen.

Dat vind ik een passend toekomstbeeld voor een professioneel beroep: je niet vasthouden aan de regels, maar voortdurend bezig zijn met beroepsontwikkeling. Met elkaar en voor elkaar. 

Wat vindt u van deze opinie?

Reageer Spelregels debat

Marianne van der Zijde adviseert accountantsorganisaties en is voormalig hoofd toezicht kwaliteit accountantscontrole en verslaggeving van de AFM.

Gerelateerd

reacties

Reageren op een artikel kan tot drie maanden na plaatsing. Reageren op dit artikel is daarom niet meer mogelijk.

Aanmelden nieuwsbrief

Ontvang elke werkdag (maandag t/m vrijdag) de laatste nieuwsberichten, opinies en artikelen in uw mailbox.

Bent u NBA-lid? Dan kunt u zich ook aanmelden via uw ledenprofiel op MijnNBA.nl.