Opinie

De uitgebreide controleverklaring en 'Key Audit Matters': doen ze ertoe?

Sinds enkele jaren wordt in de uitgebreide controleverklaring aandacht geschonken aan de kernpunten in de controle, beter bekend als de 'KAM': de Key Audit Matters. Ik refereerde er onlangs al aan in de discussie over agentenbetalingen, in relatie tot de jaarrekeningen van Strukton en Oranjewoud.

De bedoeling van opname van de Key Audit Matters in de controleverklaring is de gelijkvormigheid van de controleverklaring te doorbreken, deze informatiever te maken en de transparantie over de controle te vergroten. Een belangrijke vraag is dan ook of dit doel in de praktijk wordt gerealiseerd. Het laatste nummer van het MAB geeft bouwstenen voor de beantwoording van die vraag.

Na lezing van het MAB ben ik niet heel positief over de trend in de toepassing van de KAM's. Daarvoor neem ik te veel bevindingen van onderzoekers waar die wijzen op… precies ja, een tendens naar gelijkvormigheid. Dit komt bijvoorbeeld treffend tot uitdrukking in de titel van een bijdrage van Dick de Waard, Frank Boven en Maarten Bolk: De uitgebreide controleverklaring - een uniform maatkostuum.

De genoemde onderzoekers duiden het begrip 'gelijkvormigheid' met de chique term 'isomorfisme'. Zij haken daarbij aan bij de sociologische invalshoek van DiMaggio & Powell, die drie vormen van het verschijnsel identificeren:

  • coërcief isomorfisme: organisaties gaan handelen onder druk van regelgeving, pressiegroepen of de maatschappelijke opinie;
  • mimetisch isomorfisme: organisaties kijken naar elkaar en vertonen kopieergedrag, waardoor gelijkvormigheid ontstaat;
  • normatief isomorfisme: door het kopieergedrag ontstaat een nieuwe norm.

De Waard, Boven en Bolk zijn op basis van hun onderzoeksresultaten voorzichtig en concluderen dat er 'symptomen' van isomorfisme kunnen worden waargenomen. Met name van de mimetische variant: de diversiteit in de verklaringen neemt na het verstrijken van de jaren af, wat kan wijzen op kopieergedrag. Met als gevolg dat de uitgebreide controleverklaringen op elkaar gaan lijken.

Een trend naar eenvormigheid dus. Wat ondergetekende - net als De Waard, Boven en Bolk - tot de conclusie brengt dat als die tendens zich doorzet dit de oorspronkelijke doelstelling van ondernemingsspecifieke informatie in gevaar brengt, wat het nut van de uitgebreide controleverklaring kan ondermijnen.

Een tweede lezenswaardige studie in het MAB is die van Eva Eijkelenboom. Zij constateert dat er door de big four-accountantsorganisaties sinds 2014 een meer uniforme materialiteit wordt gehanteerd. Bijvangst van het onderzoek is de constatering dat na wisseling van accountantsorganisatie en/of extern accountant er een lagere materialiteit wordt gehanteerd.

Maar ook de andere bijdragen in het MAB zijn informatief en lezenswaardig. Zo constateren Peter Eimers, Arjan Brouwer en Henk Langendijk dat er ten aanzien van bepaalde thema's 'duidelijk een kantoorlijn wordt gehanteerd'. Auke de Bos, Martijn de Jong en Henk Strating constateren dat bestuurders, commissarissen en auditcommissies in Nederland in hun reflecties dieper zouden moeten ingaan op de door de accountant geconstateerde KAM’s. Nathalie Evers, Joost van Buuren en Niels van Nieuw Amerongen onderzochten het effect van de nieuwe controleverklaring op de besluitvorming van investeerders; een onderwerp dat ook aan de orde komt in de onderzoeksinventarisatie van Anna Gold en Melina Heilmann.

Al met al worstel ik met de uitkomsten van de diverse studies. Ook al gaat het om eerste inventarisaties en het duiden van symptomen, er is een tendens waarneembaar: richting gelijkvormigheid en standaardisatie. En dat was nou net niet de bedoeling. De uitgebreide controleverklaring en de KAM's hebben immers pas echt toegevoegde waarde - en zijn dan ook meer informatief en relevant voor de besluitvorming van de gebruikers - als ze organisatiespecifiek worden gemaakt.

Accountants die dat doen geven invulling aan het begrip professional judgment, dat ons beroep zo hoog in het vaandel heeft staan. Iedere door accountants gecontroleerde organisatie is anders, iedere organisatie heeft specifieke kenmerken, iedere organisatie heeft eigen plussen, minnen en risico's. Iedere organisatie vraagt om een oordeel van de accountant, rekening houdend met de specifieke kenmerken van de gecontroleerde.

Tegelijkertijd met het doornemen van het MAB, (her)lees ik het proefschrift van wijlen Andre Bindenga. Hij wees in 1973 al op de consequenties van de oprukkende institutionalisering van het accountantsberoep en de nadelige gevolgen ervan: het verlies van het professionele karakter van het beroep, waarin onafhankelijkheid en deskundigheid de belangrijkste pijlers zijn.

Ik zie een verband tussen de trend die in het MAB wordt geschetst en het proefschrift van Bindenga: uniformering slaat professionaliteit dood. Laat accountants dus het tij keren, door bij het organisatiespecifiek maken van uitgebreide controleverklaringen en de KAM's meer te doen dan in boiler plate teksten de naam van de cliënt invoegen. Want dat laatste is waar we uitkomen als de tendens van isomorfisme zich doorzet.

De publicatie 'De controle verklaard' is de eerste van een nieuwe reeks van het Maandblad voor Accountancy en Bedrijfseconomie (MAB). Deze wordt op 11 maart bij de NBA in Amsterdam gepresenteerd.

Wat vindt u van deze opinie?

Reageer Spelregels debat

Marcel Pheijffer (1967) is hoogleraar Forensische Accountancy aan de universiteiten Nyenrode en Leiden.

Gerelateerd

13 reacties

Arnout van Kempen

Martijn, ik vrees dat je iets anders leest in mijn woorden dan ik er in heb bedoeld. Maar je mag natuurlijk van me vinden wat je wil, en ik zal geen poging wagen je beeld bij te stellen.

Martijn De Kuiper

Arnout,

Beetje jammer dat je je medediscussianten (is dat een woord?) op deze manier wegzet. Ik had meer van je verwacht dan het in twijfel trekken van de motieven, kennis en kunde van de mensen alhier. Maar blijkbaar is jouw levenservaring genoeg om je die positie aan te meten. En vind jij het prima om de betrouwbaarheid van mensen in twijfel te trekken op basis van reacties hier.

Niet naar jou specifiek; ik vind het prima dat er steeds wordt geroepen om wetenschappelijk onderzoek, maar ik word wat narrig van die oproepen zonder dat daar dan actie op wordt ondernomen. Daarmee blijft het dus in het ongewisse en zullen we als beroepsgroep nooit antwoorden kunnen geven. En het gevolg is dat alle 'wicked problems'ook heel erg 'wicked' blijven. En dat geeft dus ook de mogelijkheid tot ontkenning => Is het niet bewezen? Dan is het dus niet zo. Nee, daar gaan we ermee komen....

Rene Vromans

Ik durf op voorhand niet direct te zeggen waar ik het meeste in geloof, de uitgebreide controleverklaring en KAM of het stuk hieronder!

Antoinette Dijkhuizen

Precies Arnout. Er is veel angst in de beroepsgroep. Er wordt gestuurd op sentimenten en niet op basis van inhoudelijk wetenschappelijk onderzoek.
We kunnen met elkaar mooie woorden en procedures verzinnen, maar als we het onderliggende gevoel niet benoemen en naar voren halen en oplossen, gaat deze contra productief werken op doorvoering van vernieuwingen.

Interessant onderwerp voor een inhoudelijk debat. Op 22 maart as staat het volgende debat op het programma (www.studioams.nl). We hebben een bekende hoogleraar en een politicus uitgenodigd. Beloofd dus een mooi debat te worden.

Arnout van Kempen

Het is simpel te bedenken, accountants doen dit, accountants willen dat, verder geen wetenschappelijk onderzoek meer nodig.

Natuurlijk, zo komen we nog eens ergens, gewoon op de onderbuik vertrouwen.

Ik ben zelf geen wetenschapper, maar ik heb toch genoeg gezien in mijn leven om maar niet te vertrouwen op mensen die menen dat ze met simpele verklaringen wel even kunnen wegzetten hoe de wereld werkt.

Martijn De Kuiper

Heerlijk

Het eerste woord wat bij naar boven kwam bij het lezen van dit artikel en de vraag van Arnout (zonder zijn voorstelrichting gelezen te hebben) is "angst". Stel je voor dat je je nek uit zou steken....

Maar omdat die hieronder al is genoemd, is het veel leuker om een andere 'hypothese' erin te gooien:
De accountant is/was gewoon niet geëquipeerd om echte Key Audit Matters te identificeren. Dat is logisch en zorgwekkend tegelijk. Het maatpak van de controle is altijd geweest dat de gehele verantwoording van de organisatie een getrouw beeld geeft, hoezo KAM? Dus uit alle Audit Matters, hoe kies je daar de Key Audit Matters voor een gebruiker zonder gezicht uit? En hoe omschrijf je dat? Paniek (en angst) is het gevolg. Zorgelijk, omdat elke Audit Approach tegenwoordig is gebaseerd op een equivalent van Key Audit Matters. En daarover gerapporteerd schijnt te worden. Weliswaar voor een andere gebruiker (de klant), maar toch...

Dan is het logisch dat mimiek wordt toegepast. Immers, de klant en het publiek accepteert dat toch ? Dus waarom het wiel opnieuw uitvinden? Niet efficiënt (dus kost meer geld) en risico (want je geeft wel een kijkje in je hoofd).

En daarom onderscheidt de ene Big Four zich al eeuwen niet meer van de andere Big Four: Gebrek aan durf en creativiteit maar het belangrijkste: staan voor wat je zegt.

Doen ze ertoe, die KAM? Ik denk het wel, maar de accountancy is weer heel hard op weg om ook dit initiatief plat te slaan tot het niveau van een keuzelijst van voorgeformuleerde statements waar bij de 3 meest toepasselijke (of minder risicovolle) worden gekozen.

Wim Nusselder

Interessant gedachtenexperimen, Johan: alles publiek, tot en met het controledossier.
Interessant ook omdat we dat in het ‘openbaar bestuur’ al DOEN, zo goed en zo kwaad als dat gaat, met de Wet Openbaarheid Bestuur en de voorgestelde Wet Open Overheid.
Leidt dat tot beter bestuur of is het een moetje, wegens democratische pretenties, dat goed bestuur feitelijk belemmert?

Alles openbaar maakt controleverklaringen niet overbodig, want roept onmiddellijk de behoefte op: ‘kan IEMAND dit even voor ons samenvatten alsjeblieft!?’
Ook zal er onoordeelkundig gegrasduind worden in al die openbare gegevens en zullen er allerlei dubieuze conclusies worden getrokken uit willekeurige selecties daaruit.
Kortom: het leidt tot publiek debat waarin behoefte ontstaat aan opinieleiders eerder dan autoriteiten.

Democratisering en openbaarheid van bestuur en management van ALLE organisaties is het overwegen waard.
Accountants ZOUDEN vooruit kunnen lopen op die rol als opinieleiders die dat van hen zou vragen.

Wim Nusselder

Accountants voeren ‘professional judgement’ hoog in hun vaandel, omdat dat hen ruimte verschaft om af te wijken van eigen en andermans normen.
Die professionele vrijheidsdrang richting managers en autoriteiten zie je bij alle zichzelf respecterende professie.
Tegelijkertijd neigen accountants naar het volgen van elkaars voorbeelden, omdat dat hen werk bespaart.
Daar lijkt me weinig geheimzinnigs aan en veel nader onderzoek lijkt me dan ook niet nodig.

Het probleem is de ‘law of requisite variety’ die Jeffrey 6/3 aanhaalde in zijn opinie.
Gelijkvormigheid (ondanks lippendienst aan professional judgement) maakt accountants ongeschikt om bij te dragen aan kwaliteitsverbetering in complexe situaties.
Hoe complexer de samenleving, hoe groter de benodigde professionele vrijheid die nodig is om ons daarin de (veranderlijke) weg te wijzen.

De oplossing is versterking van professionaliteit opgevat als vermogen om contextspecifiek te handelen en afwaardering van vakbekwaamheid opgevat als vermogen om normen na te leven.
Daarvoor is niet meer vaktechniek nodig, maar het faciliteren van onderlinge interactie in de professie, over de grenzen van organisaties heen,
- om zelfreflectiviteit en flexibiliteit te oefenen en
- om de norm over te dragen en te handhaven om als het enigszins kan normen te negeren,
om passender te kunnen reageren op specifieke situaties.

Frans Kersten

Dit is dan weer een voorbeeld van hoe de geschiedenis zich iedere keer weer herhaald. Eerder was dit aan de orde toen organisaties zich meer moesten gaan verantwoorden over hun interne beheersing. Ook daarna zijn er studies verricht en publicaties (NBA, Nijenrode) vol geschreven dat dit vlakke, genivelleerde verantwoordingen werden met weinig toegevoegde waarde, uitzonderingen daargelaten.

Johan Peters

Een veel meer principiële vraag zou zijn of die uitgebreide controleverklaring überhaupt wel werkt. We kennen de managementletter, het verslag aan het bestuur, verslag aan de RvC en dus ook de key-audit-matters in de uitgebreide verklaring. Wanneer je meer detail en transparantie wilt, dan is het in essentie nog veel beter om die andere rapportages ook te openbaren in plaats van een beperkt aantal key audit matters. De ultieme vorm van transparantie zou zijn om het hele controledossier op internet te zetten. Domme en suggestieve opmerkingen van mij? Niet wanneer je er dieper over nadenkt. Al die transparantie is namelijk een substituut voor de tekst "Wij hebben de jaarrekening gecontroleerd en hij geeft een getrouw beeld". De maatschappij vertrouwt niet meer op deze mededeling en wil daarom transparantie. Persoonlijk zie ik er meer in om aan dat vertrouwen te werken dan aan mechanismen om nog transparanter te worden. In mijn beleving is van dat laatste nog niemand echt beter geworden. Terwijl dat eerste bijdraagt aan het geluk van eenieder (inclusief accountants zelf).

jeffrey bekkerin

@Arnout
Vanuit de systeemtheorie kan dit worden verklaard doordat er te veel feedback-mechanismen (error-controls) aanwezig zijn in het systeem. Feedback-mechanismen in een systeem groeien over de tijd en versterken zich. Bijvoorbeeld door het ontbreken van diversiteit en/of een toename van wet- en regelgeving en interne procedures. Als gevolg hiervan raakt het systeem vooral naar binnen gericht – focus op error control creëert angst voor fouten- en ‘ziet’ het niet meer wat er in zijn omgeving gebeurt (gebrek aan informatie control). Er wordt voornamelijk nog vertrouwd op processen en controles in plaats van op mensen en zogenaamde soft controls.

Als je als accountant het grootste deel van je tijd kwijt bent met het voldoen aan allerlei interne en externe kwaliteitsvereisten (lees: feedback mechanismen), is het lastiger om signalen op te pakken die wijzen op belangrijke tekortkomingen in het governancesysteem van de cliënt en hierover te rapporteren.

Coen Visser

@Arnout van Kempen: eens. Zelf zou ik aan mijn zoektocht toevoegen het effect van de toezichthouder als bron van angst. Toezicht en regelgeving geven namelijk ook standaardisering en als de toezichthouder bv professional judgement alleen accepteerd binnen het kader van de toezichthouder dan is dat enerzijds een beperking, maar ook tegelijkertijd een standaardisering. De gehele dynamiek is een kip-ei verhaal... interessant waar het vandaan komt, maar vooral ook: hoe wordt het doorbroken. Interessante casus al met al.

Arnout van Kempen

“Laat accountants dus het tij keren...” is een mooie oproep. Maar in alle eerlijkheid is het een oproep om te doen wat aantoonbaar niet gebeurt, en daarmee schiet het niet zo op.

Kennelijk is er een dynamiek gaande die doorbroken moet worden. Dat gaat niet gebeuren door de enkele oproep de dynamiek te doorbreken. Boeiend zou wmb zijn te lezen wat deze dynamiek (wellicht) veroorzaakt. En welke partijen kunnen invloed uitoefenen op die dynamiek?

Dus, we hebben nu wetenschappers die de dynamiek signaleren, een hoogleraar die de dynamiek beschrijft en extrapoleert, nu de analyse en de oplossingen nog.

Ik ben geen wetenschapper en ik heb niet de pretentie hier een analyse te kunnen geven. Ik weet wel waar ik zou beginnen te zoeken:

1. De rol van de angst van kantoor-bestuurders echt te vertrouwen op de professionaliteit van de eigen accountants
2. De bron van die angst.

Reageren op een artikel kan tot drie maanden na plaatsing. Reageren op dit artikel is daarom niet meer mogelijk.

Aanmelden nieuwsbrief

Ontvang elke werkdag (maandag t/m vrijdag) de laatste nieuwsberichten, opinies en artikelen in uw mailbox.

Bent u NBA-lid? Dan kunt u zich ook aanmelden via uw ledenprofiel op MijnNBA.nl.