Tuchtrecht

Hennepteler/btw-fraudeur definitief doorgehaald

De inschrijving van een accountant-administratieconsulent, die zes maanden cel kreeg en wiens inschrijving in december alvast voorlopig werd doorgehaald, is nu definitief* doorgehaald.

Accountantskamer

Zaaknummers:
15/2044 Wtra AK
Datum uitspraak:
08 januari 2016
Oordeel:
gegrond
Maatregel:
doorhaling met niet-herinschrijvingstermijn van 10 jaar
Status:
bevestigd, CBb 21 juli 2016, AWB 16/107
Vindplaats:
ECLI:NL:TACAKN:2016:1, Samenvatting CBb-uitspraak

Lex van Almelo

Belangrijkste feiten

De accountant is tot tien maanden cel veroordeeld (waarvan vier) voorwaardelijk omdat hij in 2012 en 2013 maandelijks ob-aangiften opzettelijk onjuist heeft ingevuld. Het ging om aangiften van enkele vennootschappen onder firma, waarvan hij in de meeste gevallen feitelijk en/of op papier de bestuurder was. Tijdens doorzoekingen zijn twee hennepplantages aangetroffen. Eén in de garage van de woning van de accountant, een ander in een gedeelte van een loods die de accountant had gehuurd.

Het Openbaar Ministerie dient een klacht tegen de accountant in bij de Accountantskamer.

In afwachting van de uitspraak over deze klacht heeft de NBA gevraagd om de inschrijving van de accountant alvast direct door te halen. De Accountantskamer heeft dat verzoek in december 2015 toegewezen.

Klacht

De accountant heeft:

a) van 8 juli 2012 tot en met 29 juli 2013 opzettelijk onjuiste aangiften omzetbelasting ingediend;

b) een hennepkwekerij gehouden.

Oordeel

De klacht is gegrond.

Uit het dossier van de FIOD, dat de basis was voor de strafrechtelijke veroordeling en de basis is voor deze tuchtklacht, blijkt onder meer dat:

  • een professioneel aangelegde, actieve hennepplantage met tweehondervijfenveertig planten is aangetroffen in de garage bij de woning van de accountant;
  • een tweede, nog grotere, hennepplantage is aangetroffen in een loods die door de accountant werd gehuurd;
  • de accountant zich schuldig heeft gemaakt aan zogenoemde ‘omzettingshandelingen’, zoals bedoeld in de witwaswetgeving, door aankopen en investeringen te doen met de revenuen uit de hennepteelt;
  • het hebben van een professionele hennepplantage ook zonder witwassen indruist tegen de normen en waarden van een accountant;
  • de accountant voor het inrichten en onderhouden van de hennepplantages en het afzetten van de oogst contacten moest hebben in het criminele milieu.

De advocaat van de accountant heeft aangevoerd dat:

  • er hoger beroep is aangetekend tegen het strafvonnis;
  • het om oude feiten gaat uit 2012 en 2013;
  • het bij de belastingfraude ging om een bedrag van slechts 4700 euro;
  • de accountant de woning naast de garage lang geleden heeft verlaten wegens echtscheidingsproblemen;
  • de accountant niet is veroordeeld voor het houden van de hennepplantage.

Volgens de Accountantskamer heeft de accountant de klacht onvoldoende weersproken. In het strafdossier zijn veel bewijzen te vinden die de directe betrokkenheid bij de belastingfraude aantonen. Daarbij komt dat het OM expliciet heeft toegezegd om alles wat de accountant in de tuchtprocedure zou aanvoeren niet zou gebruiken in de strafzaak. De accountant had dus alle vrijheid om inhoudelijk verweer te voeren.

De bewering dat de accountant de woning met de hennepplantage al lang had verlaten vindt de tuchtrechter “enigszins merkwaardig”. De accountant was namelijk wel in die woning aanwezig toen de hennepplantage werd ontdekt. Bovendien heeft de accountant niet tegengesproken dat hij de loods met de professionele hennepplantage had gehuurd.

Tuchtrechtelijk is voldoende aannemelijk geworden dat de accountant de aangiften omzetbelasting over 8 juli 2012 tot en met 29 juli 2013 telkens bewust onjuist heeft gedaan en dat hij een hennepkwekerij heeft gehouden op zijn woonadres. Dit gedrag is oneerlijk en onoprecht, terwijl de accountant daarmee ook het accountantsberoep in diskrediet heeft gebracht.

De belastingfraude is in strijd met de fundamentele beginselen ‘integriteit’ en ‘professioneel gedrag’ en het houden van een hennepplantage met het fundamenteel beginsel ‘professionaliteit’.

Maatregel

Doorhaling, waarbij de accountant zich niet binnen tien jaar opnieuw mag laten inschrijven.

In aanmerking wordt genomen dat de accountant gedurende ruim een jaar maandelijks bewust verkeerde aangiften omzetbelasting heeft gedaan. Dat het slechts zou gaan om 4700 euro doet niets af aan de ernst en omvang van de fraude. Het benadelingsbedrag zou immers dertig keer zo groot zijn geweest als de Belastingdienst de schijnconstructies van de accountant niet tijdig had doorzien. Daarbij komt dat uit het proces-verbaal blijkt dat de accountant vaker belastingfraude heeft gepleegd dan waarvoor hij strafrechtelijk is vervolgd. Verder valt te vrezen dat de accountant, gezien de professionele manier waarop de hennepteelt werd uitgevoerd, criminele contacten onderhoudt en hij betrokken moet zijn bij witwashandelingen.

Overigens zou de Accountantskamer ook een doorhaling met een maximaal herinschrijvingsverbod hebben opgelegd als de klacht alleen was gegaan over belastingfraude.

*) Strikt genomen is de doorhaling pas echt definitief als die in hoger beroep is bevestigd of als de accountant geen hoger beroep heeft aangetekend.

reacties

Reageren op een artikel kan tot drie maanden na plaatsing. Reageren op dit artikel is daarom niet meer mogelijk.

Aanmelden nieuwsbrief

Ontvang elke werkdag (maandag t/m vrijdag) de laatste nieuwsberichten, opinies en artikelen in uw mailbox.

Bent u NBA-lid? Dan kunt u zich ook aanmelden via uw ledenprofiel op MijnNBA.nl.