Duurzaamheidsverslaggeving

Even voorstellen: 'affected stakeholders' als gebruikers van de jaarrekening nieuwe stijl

We staan mogelijk aan de vooravond van een grote systeemverandering in de inrichting van de jaarrekening. Dat komt vooral door de introductie van een nieuwe gebruikersgroep in de Europese duurzaamheidsrichtlijn CSRD.

Ralph ter Hoeven

Voor een vaktechnisch overleg had ik laatst een boekje meegenomen uit de jaren negentig, dat vele oudere vakgenoten zeker zullen herkennen: De jaarrekening nieuwe stijl deel 1 van prof. drs. R. Burgert RA en vele medeauteurs. Achtste druk, 1993. De titel van zo'n oud boekje doet natuurlijk grappig paradoxaal aan anno 2023. De eerste druk van het boekje verscheen naar aanleiding van de Wet op de jaarrekening (1972); destijds uiteraard een majeure wijziging in de codificatie van jaarrekeningvoorschriften, vandaar de titel van het boek.

Maar we staan nu misschien aan de vooravond van een nog grotere systeemverandering in de inrichting van de jaarrekening. En dat is vooral het gevolg van de introductie in de CSRD van een nieuwe gebruikersgroep: de getroffen (affected) stakeholders (overweging 9). Deze groep zal grote impact hebben op de jaarrekening, als daarin volgens de CSRD een duurzaamheidsverslag moet worden opgenomen. En dat woord impact heeft in dit kader een bijzondere betekenis.

Affected stakeholders naast gewone gebruikers van duurzaamheidsverslagen

Zowel in de overwegingen van de CSRD als in ESRS 1 worden de affected stakeholders expliciet omschreven. Het zijn de personen of groepen van personen wier belangen - positief of negatief - (kunnen) worden beïnvloed door de activiteiten van de onderneming en haar directe en indirecte zakelijke relaties binnen haar waardeketen. Daaronder vallen ook affected communities, zoals gemeenschappen die in de buurt leven van de ondernemingsactiviteiten of daar invloed van ondervinden omdat ze bijvoorbeeld stroomafwaarts aan een rivier wonen. Denk verder aan kwetsbare groepen, NGO's, milieuorganisaties en individuele burgers.

Deze groep dient nadrukkelijk onderscheiden te worden van de gewone gebruikers van duurzaamheidsverslagen voor algemene doeleinden. Dit is de gebruikelijke groep van beleggers, potentiële beleggers, crediteuren (en overige gebruikers, waaronder werknemers) die belang hebben bij het financiële wel en wee van de onderneming en daarvoor het jaarverslag willen gebruiken. Deze groep thans wordt centraal gesteld in de huidige frameworks voor financiële verslaggeving.

Uiteraard kunnen gebruikers ook onderdeel zijn van beide groepen. Denk aan een werknemer die in de buurt woont van een fabriek waarin hij werkt.

Nut van de gebruikers staat voorop

De affected stakeholders worden vervolgens wel degelijk geselecteerd als gebruikersgroep voor het duurzaamheidsverslag. Want hoewel ze het verslag waarschijnlijk niet zullen lezen, worden ze wel beïnvloed door de onderneming en dit rechtvaardigt dat het duurzaamheidsverslag ook voor deze groep nut dient te hebben. Het zijn, zoals de CSRD zegt, de uiteindelijk begunstigden van het duurzaamheidsverslag. En zie hier de oorsprong van het dubbele materialiteitsbeginsel. We gaan nu een materialiteitsanalyse toepassen op de impact van de onderneming op deze groep stakeholders (inside-out; de impactmaterialiteit), maar passen ook een financiële materialiteitsanalyse toe van de impact van ESG-factoren op de onderneming zelf (outside-in; de financiële materialiteit). Het komt erop neer dat het duurzaamheidsverslag als onderdeel van de jaarrekening nuttig moet zijn voor het nemen van beslissingen van beide gebruikersgroepen.  

Impactmaterialiteit

Dit betekent dus dat een nieuwe primaire doelgroep moet worden onderkend en dat moet worden geanalyseerd welke onderwerpen voor deze doelgroep materieel zijn. Onderwerpen die dus redelijkerwijs hun oordeelsvorming kunnen beïnvloeden. En het spreekt voor zich dat dat in het ESG-domein een waaier van onderwerpen kan betreffen. Die waaier zien we nadrukkelijk in de twaalf ESRS's die bij elkaar meer dan duizend datapunten bevatten. Een kritische materialiteitsanalyse is dus op zijn plek. Maar bedenk dat het dus niet alleen gaat om het domein van de rapporterende entiteit zelf, maar dat ook nadrukkelijk gekeken moet worden naar de gehele waardeketen (van katoenplantzaadje tot het product in het schap).

Wie wordt in de waardeketen door de ondernemingsactiviteiten beïnvloed en welke van de meer dan duizend potentiële informatie-elementen zijn materieel genoeg om daarover in het verslag te rapporteren? Dan gaat het niet alleen over impact op korte termijn (minder dan een jaar) maar ook op de middellange termijn (1-5 jaar) en de lange termijn (meer dan 10 jaar). Als je zo'n lange termijn gebruikt, dan zou het kunnen dat een impactfactor (water/grondstoffengebruik/opwarming) ook financieel materieel wordt door bijvoorbeeld het optreden van schaarste of zeespiegelstijging. En dat betekent dat ook dit aspect opgenomen moet worden in het duurzaamheidsverslag.

Gevolgen

Schrijft u even mee. Er is dus een waaier van meer dan duizend potentiële toe te lichten onderwerpen, waarbij we de grenzen van de entiteit voorbij gaan door de gehele leverings- en distributieketen mee te nemen en we analyseren scenario’s in verschillende tijdsdimensies. Dit is een materialiteitsanalyse die veel en veel meer vergt dan de gebruikelijke drempels die we bepalen voor financiële materialiteit.

Het bepalen van de impactmaterialiteit zal moeten beginnen met de analyse: wie zijn eigenlijk onze affected stakeholders en kunnen we een onderscheid maken in de belangrijkste deelgroepen? Hoe komen we met deze groepen in contact en hoe bepalen we wat deze groepen echt belangrijk vinden? En hoe richten we verder het governance proces in (dus ook het betrekken van de leidinggevende organen in de dialoog met de stakeholders), om de analyse af te ronden en te bepalen wat wel en niet materieel wordt geacht. Volgens ESRS 2 dient dit stakeholder engagement proces te worden toegelicht.

Jaarrekening nieuwe stijl 

De EU kiest met deze aanpak van verplichte dubbele materialiteitsanalyse, gebaseerd op een dubbele gebruikersgroep en dito materialiteit, voor een rigoreuze verandering van de materialiteitsanalyse. Deze is dus nadrukkelijk ingegeven door het besluit de affected stakeholders als primaire groep gebruikers te benoemen. Dit in tegenstelling tot de ISSB en de SEC, die zich vooralsnog baseren op financiële materialiteit (outside-in).

De informatie dient te worden opgenomen in een duurzaamheidsverslag dat duidelijk onderscheidend in het bestuursverslag moet worden opgenomen. En dat apart onderworpen wordt aan accountantscontrole (in eerste instantie met beperkte zekerheid). De accountant zal dus in de verklaring het volgende moeten meenemen: een bestuursverslag als onderdeel van de overige informatie dat geen materiële onjuistheden mag bevatten; een duidelijk onderscheiden duurzaamheidsverslag waarover een beperkte mate van zekerheid en de jaarrekening waarover een redelijke mate van zekerheid moet worden gegeven. Over een jaarrekening nieuwe stijl gesproken…

Met de voorbereiding van deze jaarrekening nieuwe stijl kan niet vroeg genoeg worden begonnen. Te beginnen, zou ik zeggen, met de materialiteitsanalyse en dan van daaruit verder bouwen aan een relevant en betrouwbaar duurzaamheidsverslag.

Ralph ter Hoeven is partner bij Deloitte Accountants en hoogleraar externe verslaggeving aan de Rijksuniversiteit Groningen.

Gerelateerd

reacties

Reageren op een artikel kan tot drie maanden na plaatsing. Reageren op dit artikel is daarom niet meer mogelijk.

Aanmelden nieuwsbrief

Ontvang elke werkdag (maandag t/m vrijdag) de laatste nieuwsberichten, opinies en artikelen in uw mailbox.

Bent u NBA-lid? Dan kunt u zich ook aanmelden via uw ledenprofiel op MijnNBA.nl.