Onderzoek

Het notariaat tijdens de Tweede Wereldoorlog: ook relevant voor accountants?

"Elke dag dat je geen onderzoek doet, weet je zeker dat er iets verdwijnt", aldus Raymund Schütz, rechtshistoricus en senior onderzoeker bij het Haags Gemeentearchief. Schütz deed jarenlang onderzoek naar de rol van het notariaat in en rondom de Tweede Wereldoorlog. Is het goed als accountants hun rol in de oorlog ook eens beter onderzoeken?

Luc Quadackers

Het promotieonderzoek van Raymund Schütz leidde tot het kloeke boek Kille mist: het Nederlandse notariaat en de erfenis van de oorlog. Schütz geeft regelmatig lezingen en cursussen over deze materie aan notarissen. "Het is nuttig om historische dillema's te behandelen. Ze geven een aanzet om na te denken over actuele dilemma's en dat scherpt de ethische ontwikkeling."

'Ik voelde mij er steeds weer in bevestigd dat hier een onontgonnen en belangrijk verhaal lag.'

Een deel van de familie van Schütz heeft een achtergrond in Nederlands-Indië. Hun ervaringen in de Jappenkampen bezorgden hem een intrinsieke interesse in oorlog en onrecht. Schütz werkte daardoor geruime tijd voor het oorlogsarchief van het Rode Kruis en verdiepte zich tijdens zijn studie geschiedenis in de Jodenvervolging. Hij werkte ook een periode bij de Koninklijke Notariële Beroepsorganisatie. De rol van notarissen tijdens de oorlog kwam tijdens deze activiteiten regelmatig bovendrijven. "Tijdens de lunch rond Bevrijdingsdag zei er wel eens iemand dat er op het gebied van het notariaat nog wel wat te verhapstukken viel. En dan ging men vervolgens snel over op een ander onderwerp. Ook tijdens borrels hoorde je wel eens dat soort geluiden. Er leek een taboe op te rusten. Maar als je lang over iets zwijgt, dan zie je zaken niet onder ogen die de beroepsgroep wel op een subliminaal niveau hebben getekend. Ik voelde mij er steeds weer in bevestigd dat hier een onontgonnen en belangrijk verhaal lag."

Archief

Schütz gaat ermee aan de slag aan het eind van zijn studie. Het voert hem ook naar het Nationaal Archief in Den Haag. "Eigenlijk stond het hele verhaal in twee archiefdoosjes met allerlei naoorlogse communicatie tussen het hoofdbestuur van de notariële beroepsorganisatie en het ministerie van Justitie. Het ging over overwegingen rond de zuivering van het beroep, over mogelijke vervolging en tribunalen voor notarissen. Het bevatte veel concrete gegevens. De afdronk was dat notarissen tijdens de bezetting, veelal ongestraft, op grote schaal hebben meegewerkt aan het formaliseren van onrecht, onder andere bij het onteigenen van Joods onroerend goed. Ik heb hierover in 2010 een stuk gepubliceerd in het Tijdschrift voor Geschiedenis. Daarop kwamen veel reacties, ook vanuit het notariaat zelf, meestal in de trant van 'wat goed dat daar nu eindelijk eens iemand aandacht aan besteedt'."

Het leidt tot het idee voor een meer diepgaand onderzoek in de vorm van een proefschrift, maar het is lastig om daarvoor fondsen te vinden. Naar verluidt heeft het notariaat het zwaar te verduren, als nasleep van de financiële crisis, waardoor onder andere de hypotheekmarkt is ingestort. "Ze vonden het onderzoek wel belangrijk en stimuleerden om er vooral mee door te gaan, maar ze konden helaas geen financiële steun bieden", aldus Schütz.

In 2013 komt in Amsterdam de erfpachtkwestie bovendrijven tijdens het opschonen en scannen van het archief van de afdeling Stadsontwikkeling. Daarbij komt veel informatie beschikbaar van Joden die in concentratiekampen hadden gezeten, maar die wel onbetaalde belasting en erfpacht moesten terugbetalen, opgehoogd met boetes.

"In dat kader ben ik toen benaderd door de NRC-journaliste Yasmina Aboutaleb. Omdat het interview in de zomer plaatsvond was er ook ruimte voor een extra foto. Bij het artikel is toen een foto geplaatst van ene notaris Van Russen, in SS-uniform. Dat maakte indruk. Door de publicatie brak, plat gezegd, de pleuris uit. Het leidde tot veel telefoontjes bij de beroepsorganisatie. Vrij snel daarna werd ik uitgenodigd om verder aan de slag te gaan met mijn onderzoek en was er toch geld beschikbaar ter ondersteuning."

Foto: krantenartikel NRC

Waarom is het zo belangrijk om dit onderwerp te onderzoeken?
"Bij de Tweede Wereldoorlog denkt men meestal aan laarzen, geweren, bommen en razzia's, maar daar zit een heel administratieve wereld achter, waar niet direct het bloed vloeit maar waar wel de voorbereiding en gevolgen van de vervolging tot uiting komen. Het organiseren van administraties leidde ertoe dat mensen op treinen werden gezet. En de meeste Joden zijn hun eigendommen kwijtgeraakt via een verordening van de Duitse bezetter.

'In Nederland heeft het bestuurlijke systeem  heel efficiënt meegewerkt aan alle maatregelen.'

 Voordat die verordening kon worden uitgevoerd, moest er van alles gebeuren door het Nederlandse ambtelijke apparaat en door het notariaat. Alle vermogensrechtelijke handelingen waren in feite in strijd met de wetgeving en daarvoor moesten dingen worden bedacht, door ambtenaren en notarissen. Op het gebied van vermogen en onroerend goed is sprake geweest van facilitering van een ontrechtingssysteem. Als een notaris zich goed bewust zou zijn geweest van zijn positie in de rechtsstaat, zou dat feit alleen al het ontstane systeem hebben belemmerd. In Nederland heeft het bestuurlijke systeem echter heel efficiënt meegewerkt aan alle maatregelen."

Is het niet verklaarbaar dat ook een notaris tijdens een oorlog kiest voor zijn eigen hachje?
"Ja en nee. De mythe die na de oorlog is gevormd, is dat de Duitsers Nederland zijn binnengevallen, mensen hebben ontrecht, beroofd en afgevoerd en dat we na 1945 gewoon weer zijn overgegaan tot de orde van de dag. En dat alles in het werk is gesteld om alle schade te herstellen. Notarissen waren echter ook al voor de oorlog lijdelijk. Als je kijkt naar de beroepsethiek en het sociale belang van notarissen binnen de rechtsstaat in de periode voor 1940, dan zie je dat daarvoor eigenlijk geen aandacht was. Er was sprake van een 'cultuur van lijdelijkheid'. Die cultuur is met name is gebaseerd op de ambtelijke functie van de notaris. Het is het gevolg van het op een liberale, afstandelijke manier kijken naar de werkelijkheid. De individuen die naar de notaris komen zijn daarbij zelf verantwoordelijk voor de transactie. Het enige dat de notaris doet, is het formaliseren ervan. De bijkomstigheid is dat je daarmee als notaris ook afstand kunt nemen van je geweten. Je voert alleen maar uit. Die lijdelijkheid ligt aan de basis van wat er in de oorlog is misgegaan op dit terrein."

Was er dan niets geregeld op het gebied van ethiek?
"Als een notaris wist dat een transactie nietig zou worden verklaard, omdat die in strijd was met de openbare zeden, dan moest hij dat weliswaar weigeren, maar er was ook al lange tijd een cultuur ontstaan waarin notaris B het wel zou doen als notaris A het niet wilde doen. Misschien een aardige illustratie: In Rotterdam bestond al lang een louche circuit op het gebied van onroerend goed. Deze 'onroerendgoedboeren' handelden in panden die ongeschikt waren om in te wonen, maar die wel steeds werden doorverkocht en waarop hypotheken werden gevestigd. Dezelfde kliek notarissen die hierbij betrokken was, was ook betrokken bij de notariële transacties van de panden van Joodse eigenaren tijdens de oorlog. Die 'verrotting' stamt eigenlijk dus al van voor de oorlog. Het toezicht was minimaal."

Niet alle notarissen waren fout, toch?
"In mijn proefschrift heb ik drie soorten notarissen beschreven. De eerste soort betreft notarissen die goed beseffen wat hun rol is in een rechtsstaat en die het herkennen - en willen zien - als onrecht op hun tafel terechtkomt en dat vervolgens proberen tegen te gaan. Dat zijn de ethische notarissen. Deze notarissen gingen uiteindelijk toch vaak overstag als er mensen in hun omgeving werden geëxecuteerd. Over dit soort notarissen heb ik in dagboeken interessante zaken teruggevonden: Dat ze collega's probeerden te wijzen op het feit dat ze zich niet mochten beroepen op de lijdelijkheid, omdat het leidde tot het formaliseren van onrecht. En ook met de achterliggende gedachte dat de Duitsers wellicht niet als overwinnaar uit de oorlog zouden komen. Dat had echter onvoldoende gevolg.

'De stem van de ethische notaris was er wel, maar die viel dood binnen de beroepsgroep.'

De stem van de ethische notaris was er dus wel, maar die viel dood binnen de beroepsgroep. Er zijn natuurlijk ook notarissen die in het verzet zaten, waarvan velen het niet hebben overleefd. En dan zijn er de notarissen die samenwerken met de bezetter en die ernaar streven het notariaat op te nemen als volwassen beroepsgroep in de nieuwe Duitse orde. Deze tweede groep notarissen zorgde ervoor dat in de communicatie met de leden precies werd uitgelegd hoe alle anti-Joodse maatregelen moesten worden toegepast. De gepubliceerde verordeningen waren zeer abstract en het was ingewikkeld om ze op de juiste manier uit te voeren. Deze notarissen waren in feite collaborateurs. De beroepsorganisatie (toen nog 'Broederschap') heeft zich echter wel verzet toen de eigen organisatie het doelwit werd. Toen zijn vertragingstechnieken toegepast en uiteindelijk is de Broederschap niet opgeheven.

De derde groep notarissen noem ik 'de marktgerichte notarissen'. Dat zijn de notarissen die vooral kijken naar de omzet, die de lijdelijkheid als excuus gebruiken om geld te verdienen. De meeste notarissen zijn echter zwijgend, op afstand doorgegaan, af en toe een akte passerend. Opmerkelijk is dat in België de notarissen als een blok hebben geweigerd mee te werken aan de onteigening van Joodse onroerende zaken. Daar kon de bezetter weinig tegen doen."

Wat kunnen accountants met jouw bevindingen?
"Het is belangrijk dat beroepsethiek niet alleen maar een dood document is waarin staat wat wel en niet mag. Dat eindigt meestal in een la en wordt vergeten. Als je voorbeelden hebt die op voldoende afstand liggen van het heden, dan kun je daarover met elkaar in gesprek gaan. Wat zou jij doen in deze situatie? Dat soort voorbeelden vind je volop in de geschiedenis. Als het goed is, leidt het tot een discussie over de grondwaarden van het beroep.

Ook accountancy is een vrij beroep. En accountants werken ook in het brede kader van de rechtsstaat. Het gaat bij beroepsuitoefening over hoe een professional zich opstelt buiten de individuele vraagstukken. Hoe kun je rechtsstatelijke waarden die abstract lijken internaliseren in een beroepsgroep? De enige manier om dat te doen, althans voor een historicus, is te kijken naar historische voorbeelden, in contexten die heel anders zijn dan de huidige. Extreme situaties stellen het op scherp. Ze zijn een soort katalysator van conflicten die in een beroepsgroep kunnen spelen.

'Een beroepsgroep is pas sterk als je duidelijk weet wat je plek is binnen de rechtsstaat, wat je waarden zijn.'

 Continuïteit van het beroep is natuurlijk belangrijk en je wilt als beroepsgroep de oorlog overleven, maar hoe doe je dat? En hoe ga je om met gevallen die buiten de boot vallen? Hoe ga je om met gedwongen medewerking aan transacties die onder normale omstandigheden niet zouden plaatsvinden? Een beroepsgroep is pas sterk als je duidelijk weet wat je plek is binnen de rechtsstaat, wat je waarden zijn. Dat geldt uiteraard ook voor accountants. Wat voeg je toe? De sociale impact is afhankelijk van de manier waarop die waarden worden verinnerlijkt binnen de beroepsgroep. Bijvoorbeeld het niet meewerken aan transacties en constructies die onrecht veroorzaken of recht ontwijken. Dat zijn fundamentele discussies. Als je die voert, wordt helder hoe jouw positie is als je voor een lastig dossier komt te staan. Het scherpt de ethische ontwikkeling. Beroepsethiek moet je voortdurend stimuleren. Als je er niet over spreekt, dan bestaat het risico dat je als een lijdelijke robot gaat handelen. Het is ook niet gezegd dat de stabiliteit die we nu nog redelijk hebben in Nederland en de landen om ons heen ook zo blijft. Je moet een robuuste strategie hebben en waarborg van je interne waarden. Anders ga je voor de leeuwen. Dat kun je doen door het voorleggen van dilemma's, en dus zeker ook historische dilemma's."

Er is vrij weinig bekend over accountants in de Tweede Wereldoorlog. Heb je tips voor een nadere studie daaromtrent?
"Ik ben zelf regelmatig zaken tegengekomen waarbij accountants betrokken waren. Zo werden accountants ingehuurd door de Sicherheitsdienst om vermogens in beslag te nemen van gearresteerde, vermogende verzetslieden.

'Genoeg reden om de betrokkenheid van de accountants bij de oorlog en het naoorlogse rechtsherstel eens goed in kaart te brengen.'

 Vijandelijk vermogen moest op last van de bezetter worden beheerd, waarvoor ook accountants werden ingezet. Joodse bedrijven moest ter liquidatie bij de Wirtschaftprüfstelle (Bureau voor Economisch Onderzoek) worden geregistreerd. Wie werkten daar, alleen Duitse accountants, of ook Nederlanders? En na de oorlog zette de overheid accountants in om het vermogen van NSB'ers en vermiste oorlogsslachtoffers te beheren. Genoeg reden om de betrokkenheid van de accountants bij de oorlog en het naoorlogse rechtsherstel eens goed in kaart te brengen. Mijn aanpak is altijd het openen van zoveel mogelijk dozen, zeker ook omdat de beschrijving van de inventaris in de archieven vaak niet de lading dekt. Daar zit vaak veel meer in. Het is wel van belang om niet te lang te wachten. Elke dag dat je hier niet mee aan de slag gaat, weet je zeker dat er iets verdwijnt."

Luc Quadackers is eigenaar van Margila.

reacties

Reageer op dit artikel

Spelregels debat

    Aanmelden nieuwsbrief

    Ontvang elke werkdag (maandag t/m vrijdag) de laatste nieuwsberichten, opinies en artikelen in uw mailbox.

    Bent u NBA-lid? Dan kunt u zich ook aanmelden via uw ledenprofiel op MijnNBA.nl.