Pensioen

Nieuwe plichten rond pensioencommunicatie: voor wie?

Van werkgevers wordt verwacht dat ze het pensioenbewustzijn van hun medewerkers helpen verhogen. Adviseurs luiden de noodklok, maar toezichthouder en pensioenuitvoerders zien het probleem niet. Wat vertelt de accountant zijn cliënten?

Geert Dekker

Wat een opluchting was het: er kwam vorig jaar weer eens een nieuwe wet bij over pensioenen (de Wet pensioencommunicatie, per 1 juli 2015), maar werkgevers konden nu eens rustig achterover leunen, want eerst en vooral ging het hier om nieuwe regels voor pensioenfondsen, verzekeraars, ppi's en (sinds 1 januari van dit jaar) apf's - de pensioenuitvoerders kortom. Het stond er immers helder, in de Memorie van Toelichting bij de wet: "De rol van de werkgever zal wettelijk niet uitgebreid worden." Waarbij het dus gaat over de rol bij het informeren van de medewerkers over alle mogelijke aspecten van hun pensioen.

'Wat de AFM betreft is het belangrijkste kenmerk van pensioencommunicatie: evenwichtigheid.'

De pensioenuitvoerders daarentegen krijgen het flink voor hun kiezen in de Wet pensioencommunicatie: alle kwesties rond de vraag welke betrokkenen welke informatie op welk moment en op welke manier moet bereiken, worden uit-en-te-na behandeld en gedetailleerd vastgelegd. Dat is al met al een zo omvangrijk pakket dat het in fases verplicht wordt gesteld, totdat het vanaf 1 januari 2017 in zijn geheel van kracht is. Waarbij het voor de werkgever wél van belang is, zo wordt vermeld, dat ie even met zijn pensioenuitvoerder om de tafel gaat zitten om te bepalen wat die nieuwe informatiestromen van uitvoerder naar medewerker betekenen voor de gegevensuitwisseling tussen werkgever en uitvoerder.

'Spilfunctie' werkgever

Is daarmee de kous af voor werkgevers? Pensioenadviseurs zijn het daar niet mee eens. Nando Akkermans van Akkermans & Partners in Tilburg stelt dat er "impliciet" veel verplichtingen voor werkgevers zijn bijgekomen, aangezien nu van de werkgever wordt verwacht dat hij een 'spilfunctie' vervult bij het vergroten van het pensioenbewustzijn. In de Memorie van Toelichting staat in ieder geval: 'De Stichting van de Arbeid is van mening dat de werkgever een spilfunctie vervult in het vergroten van het pensioenbewustzijn. Voor werknemers is de werkgever het eerste aanspreekpunt.'

De "niet-pensioendeskundige werkgever" wordt daarmee door de wetgever voor een "nagenoeg onmogelijke opdracht" gesteld, vindt Akkermans. "De werkgever moet actief bezig zijn met het stimuleren van het pensioenbewustzijn van zijn medewerkers, dat valt nu onder de zorgplicht. Maar hoe doe je dat, als je niet deskundig bent op dat gebied?", zo vraagt hij zich af.

'De werkgever moet actief bezig zijn met het stimuleren van het pensioenbewustzijn van zijn medewerkers.'

Werkgevers zouden daarom bevattelijk kunnen worden voor aanspraken van (ex-)medewerkers, als die menen 'pensioenschade' te hebben opgelopen omdat hun werkgever hen niet overeenkomstig de zorgplicht van informatie over dat pensioen voorzag.

Checklist

Ook pensioenjurist Corry van Herpen, directeur bij Pensioen Perspectief, stelt - in een opiniebijdrage in het FD van 14 januari 2016 - dat "onduidelijk is hoever de zorgplicht exact strekt".

Zij gaat in op de voorlichting aan nieuwe werknemers, waarvoor in het kader van de Wet pensioencommunicatie een checklist is ontwikkeld voor werkgevers - door de Pensioenfederatie en het Verbond van Verzekeraars. Die checklist, onderdeel van het nieuwe pensioenvoorlichtingssysteem Pensioen 1-2-3, zouden werkgevers in het arbeidsvoorwaardengesprek met sollicitanten moeten aflopen. "Als die checklist niet of onjuist wordt toegepast, riskeert de werkgever juridische claims van werknemers, in verband met geen of onjuiste communicatie, ten aanzien van de schade die daaruit voortvloeit", aldus Van Herpen. Haar oplossing: de checklist zou wettelijk verplicht gesteld moeten worden.

Grote risico's

Is het werkelijk zo slecht gesteld met de informatie die (toekomstige) deelnemers van pensioenfondsen en dergelijke krijgen, en lopen werkgevers nu, aan de hand van de Wet pensioencommunicatie, zulke grote risico's? Woordvoerders van de Autoriteit Financiële Markten, de toezichthouder op de communicatie door de pensioensector, en van de Pensioenfederatie zeggen zich niet te herkennen in dat beeld.

"Het klopt dat in de aanloop naar de wet in de Stichting van de Arbeid aan de orde is geweest dat het mooi zou zijn als werkgevers een grotere rol zouden nemen in het pensioenbewuster maken van hun medewerkers", zegt Michiel Arentshorst van de Pensioenfederatie. "Het idee is dan dat hij met enige regelmaat aandacht besteedt aan het onderwerp. Met de informatie uit Pensioen 1-2-3 en met de checklists die wij ontwikkelen is dat ook eenvoudig te realiseren."

Evenwichtigheid

Uiteraard beveelt Arentshorst het gebruik van die checklists aan, maar dat wil niet zeggen dat gebruik ervan de werkgever verder van alle verplichtingen ontslaat. "Het is een middel waarmee wij werkgevers willen faciliteren om met hun werknemers in gesprek te gaan over het onderwerp pensioen."
Verplichtingen? "De nieuwe wet brengt geen nieuwe verplichtingen met zich mee voor werkgevers."

'De nieuwe wet brengt geen nieuwe verplichtingen met zich mee voor werkgevers.'

Jeroen van den Bosch, senior toezichthouder bij de AFM trekt dezelfde conclusie. "Het zijn de pensioenuitvoerders die aan zet zijn. Werkgevers zijn niets extra's verplicht. Werkgevers die hun medewerkers willen helpen, kunnen dat doen door erop te letten dat die medewerkers evenwichtige informatie krijgen van de pensioenuitvoerder. Dat is wat de AFM betreft het belangrijkste kenmerk van pensioencommunicatie: evenwichtigheid. Volledigheid van de informatie is niet altijd in het belang van de deelnemer, vanwege de kans op 'information overload', maar je moet in elke fase de relevante voors en tegens noemen die bij die fase van informatievoorziening horen."

Wet pensioencommunicatie

De Wet pensioencommunicatie moet ervoor zorgen dat de communicatie van pensioenuitvoerders aansluit bij de behoeften van de deelnemer. Het doel van pensioencommunicatie is (volgens de Memorie van Toelichting) dat de deelnemer weet hoeveel pensioen hij kan verwachten, dat hij kan nagaan of dat voldoende is en dat hij zich bewust is van de risico's van de pensioenvoorziening. Daarnaast moet pensioencommunicatie de deelnemer laten zien welke keuzemogelijkheden hij heeft. De geboden informatie moet met andere woorden 'handelingsperspectief' bieden. (Uit onderzoek blijkt namelijk dat iemand informatie eerder opneemt als hij weet wat hij met die informatie kan doen.)

Alarm overdreven

Met andere woorden: de jacht op de werkgever als verantwoordelijke voor pensioencommunicatie is (nog?) niet geopend. Als adviseur/accountant alarm slaan zou schromelijk overdreven zijn. De werkgever wordt in het kader van de nieuwe wet weliswaar expliciet genoemd als aanspreekpunt voor de werknemer, maar voor die rol worden de (eenvoudige) instrumenten dan nu ook ontwikkeld.

'Als adviseur/accountant alarm slaan zou schromelijk overdreven zijn.'

Extra eisen aan de informatievoorziening, waardoor die beter moet aansluiten bij de behoefte en kenmerken van de deelnemer, worden alleen gesteld aan de pensioenuitvoerders. 'Goed werkgeverschap' betekent dan wel dat de werkgever daarbij een oogje in het zeil wil houden. Een gesprek met de pensioenuitvoerder over de gevolgen van de Wet pensioencommunicatie hoort daar zeker bij.

> Lees ook de reactie van pensioenadvocaat Theo Gommer op dit artikel.

Geert Dekker is journalist.

Gerelateerd

reacties

Reageren op een artikel kan tot drie maanden na plaatsing. Reageren op dit artikel is daarom niet meer mogelijk.

Aanmelden nieuwsbrief

Ontvang elke werkdag (maandag t/m vrijdag) de laatste nieuwsberichten, opinies en artikelen in uw mailbox.

Bent u NBA-lid? Dan kunt u zich ook aanmelden via uw ledenprofiel op MijnNBA.nl.