Magazine

Brievenbus aan banden

Nieuwe fiscale regels maken per 1 januari 2006 het exploiteren van Nederlandse vennootschappen voor rente- of royaltybetalingen definitief veel duurder. Veel brievenbusfirma's beseffen waarschijnlijk nog niet dat ze bovendien zullen moeten voldoen aan een verplichte accountantscontrole.

Dit artikel is verschenen in de Accountant nr. 3, 2005

Bekijk alle artikelen uit dit nummer

» Download dit artikel in pdf

Jos Peters

Eind 2000 bereikten de Europese Commissie en het Nederlandse ministerie van Financiën overeenstemming over nieuwe fiscale regels voor Nederlandse vennootschappen die als onderdeel van hun dienstverlening aan de multinationale groep waarvan zij deel uitmaken, rente- of royaltybedragen ontvangen en doorbetalen. De Nederlandse belastingverdragen zorgen ervoor dat de buitenlandse bronheffing op dit soort betalingen aanzienlijk wordt gereduceerd. Bovendien kent Nederland zelf geen heffingen op uitgaande rente- en royaltystromen, zodat ze probleemloos aan groepsvennootschappen in fiscaal vriendelijke oorden kunnen worden doorbetaald.

Brievenbus

Deze combinatie van eigenschappen is uniek in de wereld. Vandaar dat Nederland van oudsher vele honderden lichamen telt wier enig doel het is om op ‘fiscaal vriendelijke wijze’ geld binnen het concern rond te pompen (zie ‘de Accountant’, juli/augustus 2005). Veel van deze vennootschappen waren in feite niet veel meer dan brievenbusmaatschappijen. De klachten daarover van andere EU-landen waren dan ook talrijk.

In Brussel werd afgesproken dat vennootschappen voortaan aan striktere juridische en economische eisen zouden moeten voldoen. De voornaamste:

  • Het lichaam moet beschikken over een directie die voor ten minste de helft uit Nederlandse inwoners bestaat, die ook daadwerkelijk de beslissingen van het lichaam neemt en ter zake over voldoende kennis beschikt (dus geen buitenlandse bestuurders of Nederlandse strolieden meer).
  • De boekhouding wordt in Nederland gevoerd.
  • De vennootschap heeft een winstmarge die ook tussen derden gebruikelijk is en als zij vooraf daarover fiscaal zekerheid wil (via een ruling) dan moet zij met een transfer pricing study aantonen dat dit het geval is.
  • De vennootschap loopt bij haar activiteiten reële economische risico’s. Die mogen weliswaar worden beperkt, maar totaal risicoloos gelden doorsluizen is er niet mee bij.

Overgangsregeling

Om de talrijke bestaande vennootschappen in staat te stellen zich ofwel aan de nieuwe regels aan te passen, ofwel zich uit Nederland terug te trekken, heeft de Europese Commissie Nederland een ruime overgangsregeling gegund. Dit met het oog op de vaak langlopende contracten. Uiterlijk 1 januari 2006 moet echter iedereen aan de nieuwe eisen voldoen. Zo niet, dan bestaat het risico dat de Nederlandse belastingdienst op basis van een ingediende aangifte of het aanvragen van een woonplaatsverklaring, een controle instelt. Als vervolgens wordt geconstateerd dat het hier slechts een brievenbusmaatschappij betreft, dan meldt de Nederlandse belastingdienst aan de belastingdienst in het land waar de betalingen vandaan komen dat die vennootschap geen recht heeft op toepassing van het Nederlandse belastingverdrag met dat land.

Het andere land zou in dat geval haar royalty- of rentebelasting niet behoeven te verlagen, omdat de ontvanger geen echte Nederlandse rechthebbende van de geldstromen is. Daarnaast moet worden gevreesd dat het andere land in zo’n geval over het verleden de gemiste bronbelasting gaat navorderen, met rente en boete. Een nogal draconisch gevolg dus.

‘Kostprijs’

Op dit moment wordt nog veel gebruikgemaakt van de overgangregeling. De reden ligt voor de hand: Onder de nieuwe regeling wordt het exploiteren van een Nederlands doorstroomlichaam aanzienlijk duurder. Deze ‘kostprijsverhoging’ zou nog wel eens groter kunnen uitpakken dan velen verwachten, en wel als gevolg van een verplichte accountantscontrole. Die kon voorheen worden vermeden. Doorstroomlichamen hebben meestal weinig eigen personeel, maar aan het einde van elk jaar vaak wel aanzienlijke vorderingen aan rente of royalty’s op groepsmaatschappijen. Vanuit de drie criteria voor een verplichting tot accountantscontrole - omzet, personeel en balanstotaal - wordt het dan van belang hoeveel omzet de vennootschap genereert.

Uiteindelijke gerechtigde

Een doorstroomlichaam geniet slechts een geringe marge (doorgaans 0,125 procent van de hoofdsom bij leningen en gemiddeld zo’n drie á vier procent bij licentiecontracten). Op basis van deze in de jaarrekening vermelde geringe marge werden de criteria voor een accountantscontrole niet gehaald. De nieuwe fiscale regelgeving eist echter dat het Nederlandse lichaam de ‘uiteindelijke gerechtigde’ is tot de betalingen die zij int en doorgeeft.

Deze term (beneficial ownership) stamt uit het OECD-modelverdrag en kan niet eenduidig worden uitgelegd in landen waar het
Angelsaksische rechtssysteem niet geldt. Het betekent bij ons zoveel als: ‘Zowel de hoofdsom als de daaruit voortkomende brutobetalingen moet de vennootschap echt aangaan, en niet uitsluitend voor rekening en risico van derden worden ontvangen.’

Niet slim

Vanaf 1 januari 2006 wordt het wat lastig om in de jaarrekening nog steeds slechts de marge tussen inkomende en uitgaande rente- of royaltybetalingen op te nemen. Daarmee geeft men immers het signaal af dat het de vennootschap blijkbaar om die (relatief geringe) marge te doen is, en niet om de bruto-inkomsten en -uitgaven waaruit die marge ontstaat. Wie aan de fiscus bericht dat hij niet is geïnteresseerd in de bruto binnenkomende betaling, geeft tevens echter aan dat hij wellicht niet de ‘uiteindelijk gerechtigde’ tot die betaling is. En dat zou onder de nieuwe fiscale regels bepaald geen slim signaal zijn.

Er zal dus niet veel anders opzitten dan de consequenties van de nieuwe regels, ook voor de jaarrekening, te aanvaarden en keurig de bruto-inkomsten aan renten of royalty’s te laten zien. En een telefoontje te plegen met een accountantskantoor, omdat er, wellicht pas op 1 januari 2007, maar toch onherroepelijk, een controleverplichting gaat ontstaan. Bovendien zal dan ook de eindbalans 2006 moeten worden gecontroleerd.

Troost

Een troost voor diegenen die zouden vinden dat het aanhouden van dergelijke Nederlandse lichamen nu toch wel erg duur gaat worden, de meeste van deze lichamen betalen in het buitenland nog altijd enige bronbelasting (doorgaans vijf procent). Deze brengen ze uiteraard in mindering op hun doorbetalingen. Het blijft in juridische zin echter wel hun belasting en het Gerechtshof in Den Haag heeft reeds geruime tijd geleden geoordeeld dat dergelijke lichamen, mits zij niet over een ruling beschikken waarin zij vrijwillig van volledige benutting van hun tax credit afzien, het recht hebben deze buitenlandse restantheffing volledig te verrekenen met hun Nederlandse vennootschapsbelasting. Daardoor komt deze laatste effectief te vervallen. Met dit belastingvoordeel kunnen aardig wat extra uitgaven voor directievoering, boekhouding en het lopen van ‘reële’ bedrijfsrisico’s worden opvangen. Dus de kosten van een verplichte accountantscontrole ook.

Noot
Jos Peters is zelfstandig gevestigd fiscalist bij Rima Marlyn Consultancy Group te Rotterdam

Aanmelden nieuwsbrief

Ontvang elke werkdag (maandag t/m vrijdag) de laatste nieuwsberichten, opinies en artikelen in uw mailbox.

Bent u NBA-lid? Dan kunt u zich ook aanmelden via uw ledenprofiel op MijnNBA.nl.