Nieuws 26 februari 2012

VEB dagvaardt top en accountant LCI

De Vereniging van Effectenbezitters (VEB) en de Stichting VEB Actie LCI hebben de bestuurder en commissarissen van LCI Technology voor de rechtbank Amsterdam gedaagd. Ook PwC, de controlerend accountant van het failliette ict-bedrijf, behoort tot de gedaagde partijen.

Dat heeft de VEB dit weekend bekendgemaakt. Het beursgenoteerde LCI ging in december 2001 failliet. De VEB en de stichting willen via de rechtzaak proberen de schade te verhalen voor gedupeerde beleggers.

Zij verwijten bestuurder Sam Asseer en de commissarissen "onrechtmatig handelen jegens degenen die op basis van de misleidende jaarrekening 2000/2001 en het misleidende jaarverslag 2000/2001 beleggingsbeslissingen hebben genomen. Daarnaast verwijten de VEB en de Stichting bestuurder en commissarissen onbehoorlijke taakvervulling."

Volgens de VEB voldeed LCI niet aan de wettelijke vereisten voor administratie en verslaglegging. Daarnaast zijn bestuurder en commissarissen tekortgeschoten in het toezicht op belangrijke werkmaatschappij(en). "En het belangrijkste: bestuurder en commissarissen hebben de beleggers onvolledig, onjuist en te laat ingelicht over de werkelijke stand van zaken bij LCI."

PwC wordt verweten dat het kantoor de fraude bij de Oostenrijkse dochtermaatschappij CCW niet ontdekt heeft tijdens de controle.

Over LCI wordt al een tijd geprocedeerd. Op 18 februari 2008 maakte de Ondernemingskamer (OK) van het gerechtshof in Amsterdam het eindrapport naar het beleid en de gang van zaken bij LCI openbaar. Daarin werd geconcludeerd dat bestuursvoorzitter Sam Asseer en de raad van commissarissen in hun onderlinge houding 'gedisfunctioneerd' hadden.

Maar de Ondernemingskamer oordeelde dat het onderzoeksrapport, vanwege ontoereikend budget, te beperkt was en daarmee onvoldoende grondslag had om daarop een verantwoord oordeel over wanbeleid te vellen. De Hoge Raad liet die uitspraak in stand, "zodat de gedupeerde beleggers nog steeds met lege handen staan", aldus de VEB.