Nieuws 07 mei 2013

Plasterk gedoogt 'slaaprekenkamers'

Minister Ronald Plasterk van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties erkent dat gemeenten een rekenkamer(functie) moeten hebben, maar hij gaat dat niet sanctioneren of afdwingen. Dat blijkt uit zijn antwoorden op vragen van PvdA-Kamerlid Manon Fokke.

Fokke stelde haar vragen op 4 april 2013 naar aanleiding van het artikel 'Burgemeester moet slaaprekenkamer wakker schudden' in Binnenlands Bestuur. Ze vroeg onder meer of de minister van mening is dat gemeenten zonder een (actieve) rekenkamer(functie) handelen in strijd met de Gemeentewet, en wat hij kan doen om gemeenten waar ‘politiek draagvlak' voor een lokale rekenkamer(functie) ontbreekt aan te zetten tot het activeren van zo'n functie.

"Gemeenten moeten een rekenkamer hebben", antwoordde Plasterk daarop. "Niet alleen omdat dit in de wet staat, maar omdat het belangrijk is. De rekenkamer vormt een wezenlijk onderdeel van het gemeentelijke bestel. Dat belang wordt versterkt door het proces van de decentralisatie. Dat proces vereist vertrouwen in de gemeentelijke financiële verantwoording. Lokale rekenkamers kunnen en moeten hierbij een belangrijke rol spelen. (...) Daar waar gemeenten niet de omvang hebben om een goede rekenkamer te hebben, zal men moeten besluiten tot een gemeenschappelijke rekenkamer."

In dwang- of sanctiemaatregelen om het voldoen aan de rekenkamerverplichting af te dwingen zegt hij daarentegen niet te geloven. "Gemeenten moeten overtuigd zijn van het belang."

Tegelijkertijd zet de minister wel vraagtekens bij het standpunt van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten dat gemeenten zelf zouden moeten kunnen kiezen of zij het rekenkamerinstrument inzetten. "Naar mijn oordeel zijn de gemeentefinanciën te belangrijk voor een vrijblijvende publieke verantwoording."