Nieuws 12 juni 2017

Accountant Baker Tilly Berk vindt eigen handelen achteraf 'apert onjuist'

In de tuchtzaak tegen twee accountants van Baker Tilly Berk heeft een van de twee accountants toegegeven dat hij onjuist heeft gehandeld toen hij een dubieuze belastingconstructie verhulde door middel van het aanpassen van facturen.

Dat meldt het Financieele Dagblad. Een van de twee accountants is Romke van der Veen, oud-bestuursvoorzitter van Baker Tilly Berk (BTB). De accountants zouden volgens het Openbaar Ministerie de jaarrekening van een mkb-klant die gebruikmaakte van een dubieuze belastingconstructie niet goed hebben gecontroleerd. Daarbij heeft de andere accountant facturen van de klant aangepast om de belastingconstructie te verbergen voor de Belastingdienst. Verder meent het OM dat de accountants een melding hadden moeten in het kader van de WWft.

Het verweer van de accountants leunt vooral op het argument dat zij geen verstand hebben van de fiscale constructies, die bedacht werden door de fiscalisten van BTB, en dat zij vertrouwden op de fiscalisten die zeiden dat de constructie legaal was. De andere accountant geeft echter wel toe fout te hebben gezeten omdat hij de facturen aan de klant heeft aangepast om de belastingconstructie te verhullen. Dat noemt hij achteraf 'apert onjuist' en gebeurden volgens hem op aandringen van zijn collega's van de adviesafdeling.

De mkb-ondernemer waarbij de fiscale constructie werd toegepast is sinds 2014 verdachte in een strafrechtelijk onderzoek naar belastingfraude en valsheid in geschrifte. Naar aanleiding van het onderzoek door het OM is Van der Veen in datzelfde jaar teruggetreden als bestuursvoorzitter van BTB. Ook een belastingadviseur van BTB werd destijds op non-actief gesteld.