Opinie

Theorie van de Luierende Klasse

The Theory of the Leisure Class (1899) is een van de eerste wetenschappelijke kritieken op onze verslaving aan consumeren. Consumeren om het consumeren noemen we consumentisme. Hierbij gaat het in het geheel niet om het plezier van een product of dienst, maar om de buitenwereld te laten zien dat we het goed hebben.

De schrijver is de Noors-Amerikaanse socioloog en econoom Thorstein Veblen. De economie is volgens hem niet gericht op nutsmaximalisatie, wat de economische wetenschap ons voorhoudt, maar op een hang naar sociaal aanzien. Dit gaat terug naar prehistorische tijden.

Veblen gebruikt de antropologie om de Theorie van de Luierende Klasse uit te werken. De huidige tijd verschilt niet veel van de jagers en verzamelaars. Door arbeidsverdeling in de stammen ontstaat een 'Luierende Klasse'. Overwonnen stammen moeten werken, vrouwen moeten verzamelen, koken en voor de kinderen zorgen. En, binnen de stam ontstaat hiërarchie. Enkele stamoudsten hebben macht en de rest van de stam spiegelt zich aan de macht.

De 'Luierende Klasse' is niet langer productief, of is dat marginaal. De 'Luierende Klasse' houdt zich staande met rituelen en symboliek, manipulatie en repressie. Volgens Veblen bestaat dit grondpatroon nog steeds. Arbeiders in de Middeleeuwen en na de Industriële Revolutie verdienen structureel minder dan de fabriekseigenaren.

Veblen werkt vervolgens twee begrippen uit 'opvallen consumeren' en 'opvallen recreëren'. Beiden een verspilling van gedrag om indruk te maken op anderen. De anderen spiegelen zich aan de 'Luierende Klasse' en gaan ook (op krediet) auto's kopen, Kerstinkopen doen, op vakantie en merkkleding kopen. Veblen schrijft ironisch over merken en winkelketens die ‘beter' zijn dan anderen. Ondanks dat veel mensen geen geld hebben voor de ‘merken', kopen ze die toch, maar op krediet.

Zakenlieden zijn volgens Veblen een reïncarnatie van de ‘Luierende Klasse' uit de tijden van weleer. Zakenlieden produceren geen goederen en diensten, maar schuiven deze rond in een nimmer eindigende cyclus en incasseren winsten. In deze zin verschillen zij niet van de barbaren. De zakenlieden gebruiken dezelfde daadkracht en concurrentiemiddelen om geld van anderen te verkrijgen, daar goed van te leven en eigenlijk zelf niets meer produceren.
De vrouwen zitten nog steeds thuis en moeten de gasten bezighouden op de feesten om te laten zien hoe goed men het heeft.

De Theorie van de Luierende Klasse is uit 1899. Veel is gedateerd en de vergelijking met jagers en verzamelaars is wellicht ook wat stram.

Maar is de kredietcrisis in de kern niet toch een variant op Veblen? Een luierende klasse van financials die steeds meer ondoorzichtige financiële producten ontwikkelde, die aan steeds meer werkende burgers werden verkocht, die steeds meer op krediet gingen kopen, krediet dat steeds minder onderpand kende en op grote schaal in ondoorzichtige pakketten werd doorverkocht over de hele wereld?

Deze Luierende Klasse creëerde geen reële producten of diensten, maar verkochten schimmige producten door, in een nimmer aflatende cyclus. Winsten werden geïncasseerd en vertaalden zich door in bonussen.

En, nu is het sprookje uit, maar wordt er minder geluierd door de hoofdrolspelers?

Wat vindt u van deze opinie?

Reageer Spelregels debat

Bob Hoogenboom is hoogleraar forensic business studies Nyenrode en veiligheidsvraagstukken aan de Vrije Universiteit.

reacties

Reageren op een artikel kan tot drie maanden na plaatsing. Reageren op dit artikel is daarom niet meer mogelijk.

Aanmelden nieuwsbrief

Ontvang elke werkdag (maandag t/m vrijdag) de laatste nieuwsberichten, opinies en artikelen in uw mailbox.

Bent u NBA-lid? Dan kunt u zich ook aanmelden via uw ledenprofiel op MijnNBA.nl.