Ledenvergadering: aardige jongens
'Jongens waren we - maar aardige jongens'. Het is de openingszin van de klassieker Titaantjes, geschreven door Nescio. Ik moest er aan denken tijdens de recente ledenvergadering van het NIVRA.
De vergadering werd gekenmerkt door een bedroevend lage opkomst: slechts 46 leden - inclusief de bestuursleden en enig NIVRA-personeel - hadden de moeite genomen naar Amsterdam te komen. Onder wie vele oudgedienden. Gepensioneerden die als inactief te boek staan en die uit liefde voor het vak en de beroepsorganisatie toch elk jaar weer de moeite nemen om te komen vergaderen.
Toegegeven: de agenda was op het oog weinig spannend. Alhoewel de beleidsvoornemens voor het jaar 2012 in deze turbulente tijden best onderwerp voor een aardige gedachtewisseling kunnen zijn. En ook het vragen naar de beleidsvoornemens van gekandideerde bestuursleden zou tot enige discussie onder de leden kunnen leiden.
Maar daarvan was geen sprake. Onder leiding van een jolige bestuursvoorzitter, Ruud Dekkers, werden de agendapunten afgehamerd. En zoals elk jaar het geval is, stelden de leden Gert Koolman, Joost Groeneveld en Hans Blokdijk hun vragen of plaatsten een opmerking.
Het dreigde slechts ‘spannend' te worden toen het lid Anton Ewoldt collega Joost Groeneveld interrumpeerde. Maar ook dat werd jolig door de voorzitter in de kiem gesmoord: 'Heren, geen ruzie maken.'
Het was deze sfeer die mij deed denken aan Nescio en zijn Titaantjes. Een sfeer van 'oude jongens, krentenbrood'. Gezamenlijk werkten zij een ritueel af. Voor de bühne. Socioloog Erving Goffman zou er trots op zijn.
Enfin. Diegenen die er wel waren verdienen een compliment. Zij toonden respect voor een bestuur en directie die dit jaar hard hebben gewerkt. Die kritiek kregen, maar op eigen wijze de afgelopen periode hun best hebben gedaan. En die bovendien de financiële positie van de beroepsorganisatie hebben verstevigd.
Een bestuur van vooral jongens. Maar aardige jongens. Al zeg ik het zelf.