Opinie

Het Tahrirplein van de accountancy

De vorig jaar overleden Britse historicus Tony Judt eindigt zijn boek 'Het land is moe. Verhandeling over onze ontevredenheid' (2010) met een oproep aan jongeren 'die hun bezwaren tegen onze manier van leven onder woorden proberen te brengen'. Waar is het land moe van? En waarom kunnen jongeren hier wat aan doen?

Het land is moe van de sinds de jaren zeventig zo dominant geworden gedachte 'dat de zin van het leven het vergaren van rijkdom' is geworden. Judt problematiseert de doorgeschoten ideologie van de vrije marktwerking. De periode waarin op grote schaal is overgegaan tot privatisering van post, spoorwegen, telecommunicatie, gezondheidszorg en veiligheid.

Onderdeel van deze ideologie is ook de individuele verantwoordelijkheid van burgers om hun eigen leven in te richten. De verzorgingsstaat heeft zijn grenzen, zo horen wij in vele toonaarden. Maar wat betekent dit voor het vertrouwen van burgers in de overheid, instituties en bedrijven voor wie wij werken en van wie wij afhankelijk zijn voor ons vervoer, postbezorging, onderwijs en gezondheidszorg? En 'onze' jaarrekening?

Vertrouwen is essentieel in iedere samenleving. Kinderen vertrouwen elkaar als ze een boom willen beklimmen. De een houdt de ladder vast, de ander klimt. Vertrouwen (en samenwerken) is ook essentieel om complexe sociale instituties, zoals een overheid of maatschap, te organiseren. Mensen hebben meer vertrouwen in elkaar als sprake is van wederkerigheid en een begin van een gevoel van gemeenschappelijke belangen.

Dit wordt wel de 'morele economie' genoemd: mensen hebben individuele belangen maar moeten zich ook samen inzetten voor het algemeen welzijn. Volgens Judt hebben de 'krankzinnigen met gezag' die economie echter 'ontmanteld' en de richting- en zingevende rol van de overheid in de economie terzijde geschoven. Daarvoor in de plaats kwam 'de aanbidding van de private sector' en met name 'de privatiseringscultus'.

De bonus- en graaicultuur. Het cynisme van ceo's die zo kort na de crisis van 2008 salarissen blijven verhogen en bonussen blijven verstrekken. En ook: de leerling-accountant met een horizon van de volgende leaseauto.

En als het toch fout loopt, dan springt Vadertje Staat wel weer bij omdat wezenlijke nutsfuncties (elektriciteit, vervoer, financiële dienstverlening, onderwijs, gezondheidszorg) cruciaal zijn voor de continuïteit van de samenleving. Private ondernemingen zijn dan too big to fail en desinvesteringen worden simpelweg afgewenteld op de belastingbetaler.

Voor Judt is de uitdaging om 'het algemeen welzijn onder het gruis vandaan te halen'. Dat algemene belang (de ‘publiecke saeck') zit wel abstract verwoord in begrippen als 'maatschappelijk verantwoord ondernemen' en 'civil society', maar hij ziet nog geen echte doorwerking daarvan.

Wat kunnen jongeren in dit krachtenveld betekenen? Een deel van Judt's toekomstagenda is dat 'we moeten herontdekken hoe we over verandering praten'.

Dit kun je ook vertalen naar het accountantsberoep: De toekomst van de accountancy wordt bepaald door internationale toezichtstructuren en wordt gedomineerd door opgelegde veranderingen. Zoals nieuwe wet- en regelgeving, modernisering van toezicht en nieuwe gedragsregels.

In de sociologie wordt onderscheid gemaakt tussen dit regelniveau ('field') en de wijze waarop een (beroeps)groep daadwerkelijk verandert ('habitus'). Deze habitus, de manier waarop in de praktijk inhoud wordt gegeven aan nieuwe regels, is weerbarstiger dan we willen of durven accepteren. Woorden veranderen, maar beleid faalt nogal eens.

Uiteindelijk kan de habitus alleen van binnenuit worden veranderd. Daarom pleit Judt voor tegengeluiden en het aanboren van de bronnen van non-conformisme om de oorverdovende stilte van mensen binnen de overheid en toezichthouders te doorbreken.

Hetzelfde geldt binnen accountantsmaatschappen. Verzet en tegengeluiden zijn altijd overwegend het werk van jongeren. Dat zien we in iedere moderniseringsgolf en bij alle kleine en grote maatschappelijke veranderingen. Verzet moet zich altijd aan de wet houden en dient van binnenuit en in het publieke domein vorm te krijgen.

Wat is de maatschappelijke rol van de accountant werkelijk? Hoe kan het debat over eerlijkheid en billijkheid intern en extern opnieuw worden ingericht? Wat betekenen grote woorden als ‘ethiek' in een accountantscontext?

Waar is het Tahrirplein van de accountancy? Waar is de jeugdige accountant die een mening heeft over de accountancytoekomst? En waar is zijn eigen kleine, maar misschien daardoor juist betekenisvolle, bijdrage daaraan? Het Tuacc-initiatief is in dat verband een veelbelovende aanzet. Maar doorzetten is nodig.

Wat vindt u van deze opinie?

Reageer Spelregels debat

Bob Hoogenboom is hoogleraar forensic business studies Nyenrode en veiligheidsvraagstukken aan de Vrije Universiteit.

reacties

Reageren op een artikel kan tot drie maanden na plaatsing. Reageren op dit artikel is daarom niet meer mogelijk.

Aanmelden nieuwsbrief

Ontvang elke werkdag (maandag t/m vrijdag) de laatste nieuwsberichten, opinies en artikelen in uw mailbox.

Bent u NBA-lid? Dan kunt u zich ook aanmelden via uw ledenprofiel op MijnNBA.nl.