Opinie

Jaap

Jaap van Manen schreef afgelopen vrijdag (27 december) wederom - hij doet dat het laatste jaar regelmatig - een lezenswaardig stukje in het FD. Over het terugdringen van de verspilling van talent.

Vooropgesteld: ik heb een zwak voor Jaap van Manen. Ik zal nooit vergeten dat ik vijf-en-een-half jaar geleden met mijn vrouw in Amsterdam uit eten ging. De dag voordat onze middelste zoon een levensreddende operatie in het AMC moest ondergaan. Om de zinnen te verzetten, we wilden even uit de ziekenhuissfeer. De volgende dag zou immers een zware dag worden. Wellicht de belangrijkste uit ons leven.

Het restaurant was vol. Ik zag Jaap met zijn vrouw en hij zag mij. Hij vroeg me hoe het ging. Ik vertelde hem van het ongeluk en de operatie van mijn zoon. Jaap stond direct op om een tafel voor ons te regelen. Desnoods de zijne. Wij moesten er even van ‘genieten'. De tafel kwam er.

De dag erna - de operatie was gelukkig goed verlopen - liepen mijn vrouw en ik aan het einde van de dag naar het Ronald McDonaldhuis waar wij noodgedwongen verbleven. Er stond een enorme bos bloemen van Jaap en zijn vrouw. Een geweldig gebaar. 

Terug naar zijn artikel van afgelopen vrijdag. Jaap schrijft over de verspilling van talent. Onder meer door de ‘veelheid van complexe contracten en regelingen'. Hij merkt daarbij op: ‘Het is maar de vraag of het grote aantal advocaten, accountants en andere specialisten op het gebied van geformaliseerd zakendoen daadwerkelijk toegevoegde waarde bieden.' Zo, die zit!

Ik wil echter focussen op twee andere zaken die Jaap ons leert. Ten eerste dat hij stelt: ‘Het is sympathiek dat accountants zich bezighouden met rapportering over bijvoorbeeld Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen maar dat zal niet leiden tot de doorbraken die de wereld nodig heeft.'

Het zijn woorden waar ik het van harte mee eens ben. Dat zal niet verbazen, na mijn eerdere stukken over de manier waarop accountants met MVO, CSR en Integrated Reporting omgaan: te commercieel, te weinig inhoudelijk. Ik schreef dat onlangs nog in relatie tot publicaties van PwC. Laat Jaap nu net van PwC afkomstig zijn. Ben benieuwd hoe hij zich in deze in PwC-huize heeft laten horen.

Het tweede punt ligt enigszins in het verlengde van het eerste. Jaap relativeert de regelreflex van beleidsmakers, die denken in termen van wettelijke maatregelen, gecombineerd met controle en handhaving.

Hij relativeert voorts de waarde van ‘oplossingen' van problemen ‘in de sfeer van formulieren, stempels, procedures en streefcijfers die vaak betrekking hebben op de irrelevante doelstellingen.'

Jaap sluit dit deel van zijn betoog af door erop te wijzen dat veel ‘knappe koppen' zich door dit alles specialiseren in het omzeilen van de regels of het juist zo goed mogelijk naleven daarvan. ‘Daarmee verspillen we niet alleen de talenten van alle mensen die van regels hun vak maken maar ook een groot deel van de talenten van mensen die echt willen vernieuwen.'

Na zijn vertrek bij PwC laat Jaap steeds vaker openlijk zien ook zelf een ‘knappe kop' te zijn. Een bewijs van de stelling dat het jammer is dat al die knappe hoogleraren verbonden aan accountantskantoren zich niet wezenlijk in het openbaar debat laten horen. Maar dat terzijde.

Wat vindt u van deze opinie?

Reageer Spelregels debat

Marcel Pheijffer (1967) is hoogleraar Forensische Accountancy aan de universiteiten Nyenrode en Leiden.

reacties

Reageren op een artikel kan tot drie maanden na plaatsing. Reageren op dit artikel is daarom niet meer mogelijk.

Aanmelden nieuwsbrief

Ontvang elke werkdag (maandag t/m vrijdag) de laatste nieuwsberichten, opinies en artikelen in uw mailbox.

Bent u NBA-lid? Dan kunt u zich ook aanmelden via uw ledenprofiel op MijnNBA.nl.