Opinie

Toezien op publieke belangen: twee rapporten

Het vorige week verscheen rapport Een lastig gesprek van de Commissie-Halsema is niet overal met gejuich ontvangen, integendeel. Hopelijk heeft Femke Halsema tijdens de komende Accountantsdag wél iets te vertellen.

Ik zal niet verder ingaan op het rapport, dat handelt over toezicht in de semipublieke sector. Ook op deze site is daar immers al het nodige over gezegd. Liever wijs ik op een ander rapport over soortgelijke thematiek dat in dezelfde week verscheen: Toezien op publieke belangen van de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR).

Het WRR-rapport spreekt mij wel aan. Het zit analytisch stevig in elkaar en weet de probleempunten én oplossingsrichtingen duidelijk te benoemen: 'Politici en bestuurders zien toezichthouders vaak als veroorzakers van administratieve lasten en objecten van bezuinigingen, maar als er iets misgaat en toezichthouders in de publiciteit komen, ontstaat politieke druk om extra middelen ter beschikking te stellen. Moeten toezichthouders eerst met incidenten en falend toezicht in het nieuws komen voordat hun betekenis zichtbaar wordt?'

Het probleem van het toezicht in de publieke sector is - aldus de WRR - drieledig: (1) nadruk op beperking van administratieve lasten en de kosten van toezicht; (2) nadruk op naleving van wet- en regelgeving; en (3) nadruk op de politiek-bestuurlijke functie, waarbij het toezicht vooral als verlengstuk van beleid wordt gezien.

De WRR concludeert: 'Deze oriëntaties zijn op zich relevant en legitiem, maar te beperkt om adequaat te kunnen (blijven) inspelen op de snelle technologische en maatschappelijke ontwikkelingen en de steeds hoger gespannen verwachtingen. Ze hebben te weinig oog voor de meerwaarde en de opbrengsten van toezicht, inclusief de bijdragen aan het borgen of realiseren van publieke belangen, en ze bieden onvoldoende tegenspel tegen de misvatting dat maximale naleving 100 procent veiligheid oplevert.'

De WRR pleit ervoor de blik te verbreden en verder te kijken dan de 'incidenten van vandaag', door meer recht te doen aan de maatschappelijke complexiteit en dynamiek.

Bijvoorbeeld - en dat zou accountants moeten aanspreken - door het publieke belang bij toezicht voorop te stellen in plaats van de nadruk te leggen op de mate van naleving van wet- en regelgeving of het minimaliseren van de lasten. Dat laatste zou sowieso geen doel op zichzelf moeten zijn, maar dient te worden afgewogen tegen de maatschappelijke opbrengsten van toezicht.

Verder wijst de WRR erop dat in toezichtsdomeinen moet worden gekeken naar de totale governancestructuur - dus niet alleen die vanuit de overheid - met een specifiek oog voor maatschappelijke krachtenvelden en prikkelstructuren.

Verder wijst de WRR op het meer benutten van de reflectieve functie van toezicht: een reflectieve toezichthouder agendeert, spiegelt en voedt actief het publieke debat over de ‘staat van de sector'.

Heeft het WRR-rapport betekenis voor de accountancysector? Ik meen van wel. Als het om de inzet van accountants gaat lijkt het kostenaspect nog te vaak dominant te zijn ten opzichte van het benadrukken van de kwaliteit en toegevoegde waarde van de accountant.

En ook binnen ons vak is de nadruk op naleving van wet- en regelgeving (compliance) dominant, hetgeen heeft geleid tot de checklist- en 'cover your ass'-cultuur. En ook accountants (zowel in het openbare, interne als overheidsdomein) lijken hun taak vaak uit te voeren als een verlengstuk van beleid. Dat van hun opdracht- of werkgever wel te verstaan.

En ook accountants komen (te) vaak in het nieuws door incidenten en falend toezicht. Dat zij in dergelijke casuïstiek bij een juiste uitvoering van hun taak van betekenis hadden kunnen zijn door in te grijpen, volgt meestal uit de analyses achteraf.

En ook de door de WRR gesignaleerde oplossingsrichtingen kunnen het accountantsberoep dienen: stel het publiek belang voorop en niet louter de naleving van regels. Wijs op je (potentiële) maatschappelijke meerwaarde in plaats van te concurreren op prijs en kostenbeperking. Bewijs je plek als accountant in de governancestructuur. Niet naast directie of bestuur, maar op afstand daarvan, namelijk: dichtbij de commissarissen of andere toezichthouders.

En ja, de accountant dient zijn reflectieve functie - signaleren en waarschuwen - beter te gaan vervullen.

Kortom: het WRR-rapport is wat mij betreft lezenswaardiger dan het obligate en oppervlakkige stuk van de commissie-Halsema. Als we Femke nu eens schrappen op de Accountantsdag en aldaar verder spreken over het WRR-rapport...

Of nog beter: op die dag een Publieke Managementletter (PML) uitbrengen over de 'staat van onze sector'. Het zou - mits het ook voldoende zelfreflectie bevat - een perfect communicatiemiddel kunnen zijn. En laat ‘communicatie' nu net het thema van de Accountantsdag zijn.

Wat vindt u van deze opinie?

Reageer Spelregels debat

Marcel Pheijffer (1967) is hoogleraar Forensische Accountancy aan de universiteiten Nyenrode en Leiden.

reacties

Reageren op een artikel kan tot drie maanden na plaatsing. Reageren op dit artikel is daarom niet meer mogelijk.

Aanmelden nieuwsbrief

Ontvang elke werkdag (maandag t/m vrijdag) de laatste nieuwsberichten, opinies en artikelen in uw mailbox.

Bent u NBA-lid? Dan kunt u zich ook aanmelden via uw ledenprofiel op MijnNBA.nl.