Opinie

Fraude: tien procent van omzet als boete

Begin maart spreekt de Tweede Kamer over verruiming van de mogelijkheden tot bestrijding van financieel-economische criminaliteit. Zo wordt de strafmaat voor corruptie verhoogd, maar ook de mogelijkheid tot het opleggen van fors hogere boetes aan rechtspersonen.

Na de golf van boekhoudschandalen aan het begin van deze eeuw, luwde de berichtgeving over fraude enigszins. Maar de laatste jaren is het fraudevuur weer opgelaaid. Ik zal u niet weer vermoeien met het noemen van de lange lijst aan bedrijven die het aangaat.

Kennelijk is de wetgever dat alles ook niet ontgaan en wil deze daadkrachtig optreden. En wel vanuit de these dat de belangrijkste reden om financieel-economische misdrijven te plegen is gelegen in de 'combinatie van hoge winsten, een geringe pakkans en verhoudingsgewijs lage straffen'.

Enfin. Het voor mij het meest in het oog springende aspect in het wetsvoorstel (TK 33.685) is de wijziging van artikel 23 lid 7 Wetboek van Strafrecht. Daarin is opgenomen dat voor bepaalde (zware) strafbare feiten een maximale strafrechtelijke boete van de zesde categorie ofwel 780.000 euro kan worden opgelegd.

De wijziging behelst dat aan deze bepaling een volzin wordt toegevoegd, namelijk: 'Indien voor het feit een geldboete van de zesde categorie kan worden opgelegd en die boetecategorie geen passende bestraffing toelaat, kan een geldboete worden opgelegd tot ten hoogste tien procent van de jaaromzet van de rechtspersoon in het boekjaar voorafgaande aan de uitspraak of strafbeschikking'.

Tien procent van de omzet. Denk even aan bedrijven als Shell, Philips, Ahold, Ballast Nedam en KPMG die de laatste jaren zijn vervolgd voor fraude...

De minister van Justitie en Veiligheid stelt dat: 'Deze wijze van bepaling van het boeteplafond is het beste middel om in omvangrijke zaken van financieel-economische criminaliteit een effectieve, proportionele en ontmoedigende bestraffing mogelijk te maken en biedt daartoe een beter alternatief dan het (...) verhogen van de wettelijke boetemaxima'.

Ik ben het hier van harte mee eens. Net als - voor zover ik het debat kan overzien - alle Tweede Kamerfracties, van links tot rechts in het politieke spectrum.

Accountantsorganisaties kunnen een glansrol vervullen door hun cliënten in voorkomende gevallen te behoeden voor of te wijzen op frauduleus gedrag. Zij kunnen hun maatschappelijke rol waarmaken door bij een redelijk vermoeden van fraude te staan op adequate redresmaatregelen.

Accountantsorganisaties handelen verwerpelijk indien zij dat alles niet doen en gebleken fraude gedogen of afdekken. Die verdienen wat mij betreft keihard zelf een strafrechtelijke vervolging en de maximale boete.

Sterker: ik ben voor een extra toeslag of boetebonus voor accountantskantoren, gegeven de maatschappelijke taak van de accountant. Indien deze immers wordt verzaakt en daarmee het door de wetgever gestelde vertrouwen in accountants wordt geschonden, kan best van een strafverzwarende omstandigheid worden gesproken.

Wat vindt u van deze opinie?

Reageer Spelregels debat

Marcel Pheijffer (1967) is hoogleraar Forensische Accountancy aan de universiteiten Nyenrode en Leiden.

Gerelateerd

reacties

Reageren op een artikel kan tot drie maanden na plaatsing. Reageren op dit artikel is daarom niet meer mogelijk.

Aanmelden nieuwsbrief

Ontvang elke werkdag (maandag t/m vrijdag) de laatste nieuwsberichten, opinies en artikelen in uw mailbox.

Bent u NBA-lid? Dan kunt u zich ook aanmelden via uw ledenprofiel op MijnNBA.nl.