Opinie

SRA preekt voor eigen parochie

Deze week zond de SRA een brief aan het NBA-bestuur. Met daarin onder meer een pleidooi om de grenzen voor de wettelijke controle te verlagen. Tsja.

De SRA-brief betreft een voorschot op een debat over de toekomst van de accountantscontrole. Een debat dat node gevoerd dient te worden, mede omdat - zoals de SRA terecht constateert - toezichtrapporten laten zien dat het aan de kwaliteit van de controle schort en er veranderingen binnen de sector noodzakelijk zijn.

Hetgeen AFM-bestuurder Gerben Everts onlangs ook heeft bepleit. Tot ongenoegen van de SRA, dat zich afvraagt 'of een dergelijke publieke uiting via de media passend is, dan wel past bij de rol zoals de wet [sic] die bedoeld heeft voor een uitvoeringsorganisatie'.

Voor de SRA - de brief lezende - kennelijk een retorische vraag. Door deze in het openbaar te stellen doet de SRA overigens afbreuk aan een eigen uitgangspunt, namelijk: 'SRA vindt dat communicatie over bevindingen in het beroep moet leiden tot herstel van vertrouwen, niet tot het voeden van wantrouwen.'

Enfin. Daar gaat het mij nu niet om. Het item in de SRA-brief dat in de vakmedia de meeste aandacht trok, was het volgende: 'Gezien de toenemende vraag om zekerheid in de markt, zou het vanuit strategisch langetermijndenken verstandig zijn om de controlegrenzen juist omlaag te brengen zodat meer ondernemers gecontroleerd kunnen worden en daarmee de zekerheden in de markt worden verhoogd.'

De SRA-kantoren hebben volgens eigen zeggen reeds 27 procent van de markt van de wettelijke controle in handen. Het verlagen van de controlegrenzen zal het marktaandeel verder vergroten. Daarom mogen we het SRA-voorstel best kritisch beschouwen.

Dan doemt ten eerste de vraag op of het voorstel geen preken voor eigen parochie is? Wat is de onderbouwing van het voorstel? Is er daadwerkelijk sprake van een toenemende behoefte aan zekerheid in de mkb- en dus SRA-markt? Of gaat het in het mkb juist en vooral om 'het geven van advies rond het bedrijf en het persoonlijk leven van de ondernemer' in het mkb?

En helpt het voorstel van de SRA nu eigenlijk om concurrentie op kwaliteit - zoals zij voorstaat - in plaats van op prijs - zoals in de praktijk te vaak het geval is, zeker ook in het mkb - te bewerkstelligen?

In hoeverre is hier vanuit de SRA sprake van de 'zuivere discussie waarbij het maatschappelijk verkeer en ondernemers in staat worden gesteld om van alle facetten in de markt kennis te nemen'?

Kortom: de aspecten die door het SRA worden opgerakeld - inclusief de communicatie door de AFM - zijn van belang en horen in het debat mee te worden genomen. Maar ze vereisen wel een deugdelijke onderbouwing. Die ontbreekt thans nog bij de SRA.

Daarom dient de SRA-brief aan het NBA-bestuur vooralsnog vooral te worden gezien als het preken voor eigen parochie. Daarmee doet de SRA zichzelf en haar leden, alsmede hun gerechtvaardigde belangen, te kort.

Wat vindt u van deze opinie?

Reageer Spelregels debat

Marcel Pheijffer (1967) is hoogleraar Forensische Accountancy aan de universiteiten Nyenrode en Leiden.

reacties

Reageren op een artikel kan tot drie maanden na plaatsing. Reageren op dit artikel is daarom niet meer mogelijk.

Aanmelden nieuwsbrief

Ontvang elke werkdag (maandag t/m vrijdag) de laatste nieuwsberichten, opinies en artikelen in uw mailbox.

Bent u NBA-lid? Dan kunt u zich ook aanmelden via uw ledenprofiel op MijnNBA.nl.