Wat Marcel Pheijffer betreft slaat minister Van Weyenberg van Financiën, in navolging van de Kwartiermakers toekomst accountancysector, naar het beroep de juiste toon aan.
Discussie ColumnNog steeds werk aan de winkel
Dit jaar is het tien jaar geleden dat de accountantssector werd gedwongen tot het inzetten van een veranderingsproces. Op velerlei gebied, waaronder cultuur, structuur, kwaliteit en fraude. Commissies werden ingesteld, rapporteerden en kwamen met tal van aanbevelingen. Kwartiermakers hielden 'de druk erop'. Deze week kwam Steven van Weyenberg, de huidige minister van Financiën, met zijn appreciatie van hun slotrapportage.
Heldere taal
De minister spreekt heldere taal. Dat blijkt met name uit de penaantekeningen bij de door zijn ambtenaren opgestelde nota. Zo geeft hij als slotconclusie aan dat er naar zijn mening sprake is van "teleurstellende vooruitgang". Daarom moet vanuit het ministerie van Financiën "de vinger aan de pols" worden gehouden, want "ons geduld wordt mijns inziens teveel op de proef gesteld".
Als het gaat om structuurkenmerken, komen de volgende aanbevelingen van de kwartiermakers aan de orde (met betrekking tot de oob-vergunninghouders en de twintig grootste reguliere vergunningshouders): transparantie over de geldstromen inzake controle en advies door een gescheiden winst- en verliesrekening en de winstdeling, beperking variabele beloning tot kwaliteitscriteria en beperking commerciële prikkels in variabele beloningsstructuur. De minister steunt deze voorstellen en gaat daarover met de accountantsorganisaties in gesprek. Daarbij tekent hij aan: "Bespreek graag hoe we dit oppakken. En hoeveel tijd we ieder (nog) geven." Hierbij is overigens ook de rol van het interne toezichtsorgaan van belang. Dat krijgt immers goedkeuringsrechten voor het beëindigen van de arbeidsovereenkomst van een groot aantal medewerkers (hetgeen ze wat mij betreft in het kader van de afwikkeling van de examenfraude reeds zouden mogen toepassen) en het voorstel tot winstuitkering. Goed gebruik maken van het goedkeuringsrecht ten aanzien van het laatste punt, kan een einde maken aan het telkens zo snel mogelijk volledig uitkeren van behaalde winsten (mede vanwege aansprakelijkheidsrisico's) en kan leiden tot het aanleggen van adequate financiële buffers en meer langetermijndenken en -doen, bijvoorbeeld voor het plegen van investeringen in personeel en innovatie.
Fraude
Zoals bekend was de wijze waarop de vorige NBA-voorzitter en zijn bestuur met het onderwerp fraude zijn omgegaan voor mij de druppel, die de concrete aanleiding was om mijn accountantstitel eind 2021 in te leveren. Het door hem bepleitte in de controleverklaring rapporteren over de accountantswerkzaamheden inzake fraude, was een schoolvoorbeeld van 'hitting the point, but missing the target', als het gaat om de bijdrage die accountants inzake fraude leveren. Overigens heeft de huidige NBA-voorzitter nog evenmin het voornemen waargemaakt om te bewerkstelligen dat juist de bevindingen van de accountant inzake fraude in de controleverklaringen moeten worden opgenomen.
Ook de kwartiermakers waren ten aanzien van dit punt ontevreden. De minister spreekt over de voortgang van dit onderwerp, maar bijvoorbeeld ook ten aanzien van de voortgang op het geheimhoudingsdossier, zijn teleurstelling uit. Hoewel hij verwacht dat de NBA bij dit soort onderwerpen een "leidende rol" gaat vervullen, uit hij in een penaantekening dienaangaande twijfel: "hoe zorgen we dat echt iets gebeurd?". Bovendien stelt hij in zijn appreciatie over de doorzettingsmacht van de NBA het volgende: "Indien men voldoende vertrouwen wil behouden in beroepsregulering, dan is een sterke en onafhankelijke publiekrechtelijke beroepsorganisatie nodig. Daarom ben ik als systeemverantwoordelijke voornemens om te onderzoeken of de kwaliteit van het huidige stelsel van beroepsreglementering voldoende geborgd is. Zo niet, dan zal ik bezien wat nodig is om dit te verbeteren."
Alle aanleiding om de druk erop te houden
Er is alle aanleiding om de druk erop te houden. Ik noem vier concrete voorbeelden. Ten eerste het recente AFM-rapport over de 'systematische integriteitsrisico-analyse' (SIRA). Hoewel er vooruitgang is geboekt ten opzichte van het vorige rapport over dit onderwerp, is de AFM op onderdelen kritisch. Zo beperken de geïdentificeerde integriteitsrisico's zich in meer dan de helft van de onderzochte dossiers tot witwasrisico's. Andere risico's – bijvoorbeeld inzake greenwashing, sanctieregelgeving en belangenverstrengeling – krijgen nadrukkelijk minder aandacht. Verontrustend is bovendien de volgende vaststelling, die iets zegt over de professioneel-kritische instelling van betrokken accountants: "accountants beredeneren waarom integriteitrisico's zich niet voordoen in plaats van dat zij onderzoeken hoe integriteitsrisico's zich wel kunnen voordoen." Eerder constateerde de AFM een soortgelijke houding rondom het frauderisico inzake de opbrengstverantwoording.
Ten tweede wijs ik op een AFM-rapport dat in de afrondende fase zit, namelijk aangaande de OKB-toetsing bij accountantsorganisaties. Vanuit de sector sijpelen de percentages onvoldoendes die de AFM daarbij heeft vastgesteld al door, omdat deze zijn genoemd in bijeenkomsten met betrokkenen. Vanuit de sector wordt door belanghebbenden direct gereageerd en de vraag gesteld of de AFM wel de juiste norm stelt. Het is de traditionele reflex die zo kenmerkend is voor de accountantssector: de norm die de sector stelt is correct, derden snappen niet hoe het in de praktijk werkt. De tuchtrechter heeft hier in het kader van de controle van de jaarrekeningen van Imtech korte metten mee gemaakt, zowel in eerste aanleg als in hoger beroep.
Ten derde wijs ik op de blijvende aandacht voor de commotie over de Portugal- en Cyprusroute. Juridisch toelaatbaar en daarom moest de AFM die ook goedkeuren. De discussie gaat ook niet over de vraag of het juridisch toelaatbaar is, maar over de vraag of toepassing van die route door te controleren organisaties wel of niet kwaliteitsbevestigend is en zo niet, of die route wenselijk is. Terecht stelt de minister wat mij betreft dan ook dat hij belang hecht "aan de extra Nederlandse waarborgen voor de kwaliteit van de wettelijke controle van de financiële verantwoording van organisaties van openbaar belang". Het is dan ook volstrekt terecht dat de toezichthouder, aandeelhouders, pers en andere belanghebbenden zich kritisch tonen ten aanzien van het gebruik van dergelijke routes. Niet om ze te verbieden, maar wel om te beoordelen of de betrokken accountants daadwerkelijk de vereiste kwaliteit leveren en waarmaken.
Tot slot wijs ik op de aanpak van en trage afwikkeling door accountantsorganisaties van het dossier rond de examenfraude. De reeds bekende bevindingen werpen een sombere blik op zaken die in de cultuur en structuur van de betrokken accountantsorganisaties mankeren. De communicatie door accountantsorganisaties over de feiten en gepleegde en te plegen aanpassingen in hetgeen met permanente educatie samenhangt, is ronduit slecht en mogen zij niet overlaten aan de NBA-voorzitter, die zich terecht irriteert aan de vertragingen van en medewerking door accountantsorganisaties. De reactie van de sector lijkt nu vooral af te hangen van de maatregelen die de AFM en PCAOB zullen treffen. Dat is een vorm van scorebordjournalistiek die volledig voorbijgaat aan de eigen verantwoordelijkheid van accountantsorganisaties om hun eigen problematiek op te lossen. Een treffende illustratie van hoeveel de sector in tien jaar veranderen is opgeschoten.
Juiste toon
Wat mij betreft slaat de huidige minister, in navolging van de kwartiermakers, ten aanzien van de accountantssector wel de juiste en noodzakelijke toon aan. Wat daarvan komt, hangt echter niet van hem maar van zijn opvolger af. Wie zal dat zijn?
Wat vindt u van deze column?
ReageerGerelateerd
NBA heeft handschoen kwartiermakers 'met voorrang' opgenomen
De NBA rapporteert in een brief aan de minister van Financiën over de voortgang van de aanbevelingen van de Kwartiermakers toekomst accountancysector. De beroepsorganisatie...
Pheijffer: 'Laat accountancy niet alleen aan accountants over'
Volgens hoogleraar Marcel Pheijffer zijn minder regels en verlaging van de opleidingseisen voor het accountantsberoep niet de oplossing voor de sector.
Meer krassen, meer moed
Het accountantsberoep is niet gewend om het open gesprek te voeren over fouten en leert er daarom niet van. Berry Wammes gunt accountants 'in het veld' en ook bestuurders...
Waar maak jij je druk om?
Waarom spreken zo weinigen binnen het accountantsberoep zich uit, vraagt Pieter de Kok zich af. Het beroep zou gebaat zijn bij meer tegengeluid, boosheid en compassie.
Verbeterplan accountantssector is tien jaar oud
Precies tien jaar geleden, op 25 september 2014, bood de accountantssector aan de politiek het verbeterplan 'In het publiek belang' aan. Dat plan moest zorgen voor...