Harde woorden bij opinieleidersdebat
De accountant werd niet gespaard in het opinieleidersdebat dat gisteren in De Balie in Amsterdam werd gehouden. De diagnose: commercie en een zwakke moraal hebben het vak ondergraven. Hoe verder?
Geert Dekker
Het werd allengs stiller in Grote Zaal van De Balie, donderdagmiddag aan het begin van het opinieleidersdebat over de toekomst van het accountantsberoep. Femke Halsema, voormalig fractievoorzitter van GroenLinks in de Tweede Kamer, vorderde met het voordragen van haar column. Eerst op luchtige toon, gaandeweg scherper, waste zij de aanwezigen de oren. De ironie ging over in cynisme. "Ik begrijp u", zei Halsema, "u heeft een rotvak. Heeft u net met pijn en moeite de allerbelabberdste cijfers toch nog van een goedkeurende verklaring kunnen voorzien, krijgt u journalisten op uw dak, en de AFM, en de Tweede Kamer. Wat weten die er nu van? Nee echt, ik leef met u mee."
Ze ging verder. "En plotseling zou u dan te veel verdienen. Hoezo? Weten we allemaal wel wat zo'n ceo verdient? En die heeft niet eens een vak geleerd." Maar Halsema had 'goede raad'. "Even stilzitten, want u wordt geschoren, dat is mijn advies. Kijk even naar de banken: dit waait wel over, over een paar jaar kraait hier geen haan meer naar. Een paar keer begripvol knikken naar de AFM en daarna weer volle kracht vooruit, zou ik zeggen. Zet 'm op!"
In een volkomen andere stijl verzorgde daarna Geert Koster, advocaat bij de
Vereniging van Effectenbezitters (VEB), de tweede inleiding. Zijn woorden waren
echter minstens zo dodelijk. Hij sprak over "structureel disfunctioneren van het
beroep", over onafhankelijkheid en over integriteit. Het bleef stil.
Diagnose
Dat veranderde pas halverwege het eerste deel van het debat, dat door debatleider Felix Rottenberg streng in tweeën was gedeeld. Het eerste uur zou besteed worden aan de diagnose. "Hoe zijn we in deze situatie beland, dat willen we weten", aldus Rottenberg, "wat zijn de prikkels in het systeem die deze situatie hebben gecreëerd?" In het tweede deel moesten dan de oplossingsrichtingen aan de orde komen. Rottenberg: "Kortgezegd: hoe komen we uit deze ellende?" Het doel: aanbevelingen verzamelen voor de werkgroep die de taak heeft gekregen hervormingsvoorstellen te doen.
"We denken dat we het goed doen als de klant tevreden is. Maar we hebben een publieke opdracht: we doen het pas goed als het maatschappelijk verkeer tevreden is." Daarmee mocht Marcel Pheijffer, hoogleraar Accountancy (Nyenrode), het bal openen. Wat is de prikkel, wilde Rottenberg weten. "We sturen op omzet, niet op kwaliteit. Vaktechniek is geperverteerd door leverage, de vraag hoeveel mensen je maximaal kunt aansturen. Accountantskantoren doen aan intensieve menshouderij."
Ruimte
In het verlengde daarvan constateerde Nic van den Ende, werkzaam bij De Nederlandsche Bank en lid van de Public Interest Oversight Board van de IFAC, dat accountants "hun achtergrond hebben losgelaten", oftewel: het vak. "Om het vak goed uit te oefenen moet je als openbaar accountant de ruimte hebben zaken voldoende uit te zoeken, je moet de vrijheid hebben experts erbij te halen en je moet de ruimte hebben met toezichthouders de dilemma's te kunnen bespreken." En die ruimte ontbreekt dus, zei Rottenberg: "De oorzaak? De prikkel?" Van den Ende: "Ik denk commercialisering."
Het thema verdween niet meer uit de discussie. Accountants hebben de verkeerde
klant op het oog: de organisatie die ze controleren. Het contact met hun
eigenlijke klant, de maatschappij, hebben ze verloren. Rik Blijham (Blijham
Overname & Advies) zei: "De prikkel waar het hier om gaat, is dat we worden
betaald door degene die we controleren.
Rients Abma (Eumedion): "De accountant beschouwt bestuur en commissarissen nog als enige opdrachtgever en verschaft daarom alleen aan hen informatie. De informatievere publieke verklaring waarmee nu wordt geëxperimenteerd is het begin van een oplossing, maar we zijn er nog lang niet."
Pieter Lakeman (SOBI): "Je moet iemand controleren die jou benoemd heeft en die jou betaalt. Nee. Dat moet je loskoppelen."
Moraliteit
Commerciële druk belemmert de kwaliteit van de controles, constateerde Rottenberg. Waarop Jaap Koelewijn, hoogleraar Corporate Governance (Nyenrode), en daarna enkele andere deelnemers, moraliteit aan de orde stelde. Koelewijn: "Wordt door accountants alleen gesproken over de vraag of iets volgens de regels kan, of wordt ook met elkaar gesproken over de vraag of iets moreel verantwoord is?" Volgens Marc Hogeboom, hoofd audit bij KPMG, slaat Koelewijn daarmee de spijker op z'n kop. "Dat was in het verleden: als het net kon, dan kon het. Maar het gaat er natuurlijk om of het deugt. We geven nu intern trainingen onder de titel 'Het klopt wel, maar het deugt niet'."
Etalage
Hoe nu verder, wilde Rottenberg daarna weten, wat zijn de oplossingsrichtingen waarin we moeten denken? Een reeks ideeën, rijp en groen, kwam aan de orde.
- Het beroep moet investeren in het werkelijk begrijpen wat 'de buitenwereld'. Van den Ende: "Daar moet men heel diep in gaan, tot aan de manier waarop de audit wordt uitgevoerd, je keuzes, je toleranties, et cetera. Ga daarover in discussie met andere partijen dan de cliënt."
- "Kijk vanuit je kwaliteitsdoelstelling opnieuw naar de 'leverage' (de verhouding partner-medewerkers) en het aantal uren dat partners en medewerkers besteden aan opdrachten" (diverse sprekers).
- Werken aan het organiseren van tegenspraak. Anne-Marike van Arkel, algemeen directeur van de NBA: "Het blijkt in de cultuur van accountantskantoren soms lastig te zijn je mening te geven."
- Moeten accountants wel één organisatie vormen met adviseurs? Hans Gortemaker (Erasmus Universiteit): "Kijk goed wat je in de etalage zet van je organisatie, dat je het beroep van accountant niet bezoedelt."
- Elders in Europa is ervaring opgedaan met een overheidsinstituut dat oudere of gepensioneerde accountants in dienst neemt, die meekijken bij openbare controles. Ze nemen geen verantwoordelijkheid, maar hebben slechts een adviserende en signalerende rol.
- Vergroot de pakkans bij fraude. Lakeman: "Aan de meeste schandalen ligt karakterzwakheid ten grondslag. De straffen hoeven niet omhoog, de pakkans wel."
Hart
Aan het slot nam Paul Steman het woord, bestuursvoorzitter van Mazars en voorzitter van OPAK, het overleg van grote en middelgrote kantoren. Veel van het gezegde was hard aangekomen, zo maakte hij duidelijk. "Mijn hart bloedt als ik dit allemaal beluister."
De werkgroep toonde zich bij monde van voorzitter Marie-Pauline Lauret minder
aangedaan. Ze signaleerde dat het blijkbaar "toch moeilijk" is de oorzaken te
benoemen van de huidige situatie, en vroeg zich af: "Is hier wezenlijk iets
anders gezegd dan de afgelopen tien jaar al gezegd is? Dat betwijfel ik nog
even."
De debatserie met de werkgroep Toekomst Accountantsberoep wordt voortgezet met bijeenkomsten in Zwolle op 14 juli en Den Bosch op 16 juli.
» Bekijk de video van het debat
Gerelateerd
NBA heeft handschoen kwartiermakers 'met voorrang' opgenomen
De NBA rapporteert in een brief aan de minister van Financiën over de voortgang van de aanbevelingen van de Kwartiermakers toekomst accountancysector. De beroepsorganisatie...
Pheijffer: 'Laat accountancy niet alleen aan accountants over'
Volgens hoogleraar Marcel Pheijffer zijn minder regels en verlaging van de opleidingseisen voor het accountantsberoep niet de oplossing voor de sector.
Meer krassen, meer moed
Het accountantsberoep is niet gewend om het open gesprek te voeren over fouten en leert er daarom niet van. Berry Wammes gunt accountants 'in het veld' en ook bestuurders...
Waar maak jij je druk om?
Waarom spreken zo weinigen binnen het accountantsberoep zich uit, vraagt Pieter de Kok zich af. Het beroep zou gebaat zijn bij meer tegengeluid, boosheid en compassie.
Verbeterplan accountantssector is tien jaar oud
Precies tien jaar geleden, op 25 september 2014, bood de accountantssector aan de politiek het verbeterplan 'In het publiek belang' aan. Dat plan moest zorgen voor...