Partir c'est mourir un peu
Per 1 juli 2025 wordt Anton Dieleman als voorzitter van het College voor beroepsreglementering van de NBA opgevolgd door Frank van Hoek. Dieleman blikt terug op enkele opvallende momenten uit acht jaar bezig zijn met regelgeving.
Vandaag is mijn laatste dag als voorzitter van het College voor beroepsreglementering (CB) van de NBA. En ik realiseer me als geen ander dat, zoals de Fransen het mooi formuleren, afscheid nemen pijn doet. Vooral omdat, na ruim acht jaar, de inhoudsvolle, waar nodig robuuste en gewaardeerde discussies die ik had met veel collega’s die betrokken zijn bij het CB, na vandaag achter mij liggen.
Korte terugblik
Er is in de achterliggende jaren teveel gepasseerd om allemaal de revue te laten passeren. Ik benoem daarom enkele markante onderwerpen.
Hoewel inmiddels al enige jaren geleden, was de coronapandemie voor veel mensen en organisaties ingrijpend. Binnen de NBA en het CB leverde dat extra werk op door het ontwikkelen van de Standaarden 3900N en 4415N en 4416N voor assurance- en andere opdrachten bij de NOW- en andere COVID-regelingen. Een vergelijkbaar spoedeisend karakter van recentere datum had de NBA-alert naar aanleiding van de Oekraïne-inval; een alert die inmiddels meerdere updates heeft gekend.
Twee onderwerpen in de beroepsregelgeving die er uitspringen waren de volgende: De implementatie van de Nederlandse paragrafen 29A en B in Standaard 700 (controleverklaring) waarmee we als Nederlands beroep een stap voorwaarts hebben gezet en zijn gaan rapporteren over de controle-aanpak met betrekking tot continuïteit en fraude. Een onderwerp dat veel discussies los maakte; daarom is het goed dat dit jaar een evaluatie onder leiding van het CB wordt uitgevoerd. Uiteraard worden daarbij de ontwikkelingen op internationaal terrein betrokken (de IAASB heeft inmiddels nieuwe ISA’s 240 (fraude) en 570 (continuïteit) uitgebracht).
Verder de implementatie van de internationale kwaliteitsstandaard ISQM 1 in de Nederlandse beroepsregelgeving, via de Nadere Voorschriften Kwaliteitsmanagement en de bijbehorende Standaarden voor kwaliteitsmanagement 1-3N.
Begin 2019 werden de Nadere Voorschriften NOCLAR over de handelwijze van (alle) accountants bij niet-naleving van wet- en regelgeving door de eigen organisatie of cliënten van kracht. Per 1 januari 2020 volgde een aanpassing van de Verordening gedrags- en beroepsregels accountants, door de herintroductie in Nederland van collegiaal overleg met de voorgaande accountant bij opdrachtaanvaarding.
Gelet op de relevantie van het onderwerp Fraude bij de controle van de jaarrekening zijn in de achterliggende jaren belangrijke Handreikingen over dit onderwerp gepubliceerd: a) Handreiking 1153 over de frauderisico-analyse; b) Handreiking 1137 over corruptie; en c) van recente datum Handreiking 1154 over de meldplichten die samenhangen met fraude. In het verlengde van dit onderwerp zijn in 2023 de Richtsnoeren Wwft geactualiseerd.
Tot slot de recente NBA-Handreiking 1155 over de toepassing van de onafhankelijkheidsregelgeving, naar aanleiding van de implementatie van Standaard 600 (groepscontroles) en de invloed hiervan op het opdrachtteam en daarmee de reikwijdte van de onafhankelijkheidsregels. Een complex onderwerp, met daardoor een lange voorbereidingstijd van de Handreiking. Dit vormt een extra reden en stimulans voor het CB om de ViO qua structuur en inhoud de komende tijd opnieuw tegen het licht te houden.
Uiteraard is er veel meer te noemen, maar de omvang van deze afscheidscolumn laat dat niet toe. Qua governance wijs ik nog op de in 2023 door de ledenvergadering aangenomen Verordening op de organen voor de beroepsreglementering. Het Adviescollege Beroepsreglementering werd College voor de beroepsreglementering. Belangrijker was de installatie van het Belanghebbendenorgaan voor de beroepsreglementering (BOB), een kantelpunt in de geschiedenis van de regelgeving. Meer transparantie naar buiten en meer input van buiten vormden de belangrijkste aanleiding hiervoor. Inmiddels is het Belanghebbendenorgaan goed op stoom en ervaar ik een bijzonder nuttige 'blik van buiten'; verfrissend en opbouwend voor het CB en daarmee voor de kwaliteit van de regelgeving in Nederland.
Bedankt
Ik wil een aantal gremia en mensen bedanken voor de wijze van samenwerking in de achterliggende jaren.
Allereerst het NBA-bestuur. Bijna maandelijks mocht ik bij hen te gast zijn om, in goed overleg, nieuwe of gewijzigde regelgeving te bespreken, zodat deze geconsulteerd of geïmplementeerd kon worden. Dat geldt ook de vaktechnische delegatie in het bestuur waarmee de agendapunten voorafgaand aan de bestuursvergadering werden besproken. Jullie steun en support maken een goed functionerend CB mogelijk en maakten het optreden van mij als voorzitter in de bestuursvergaderingen tot een genoegen.
Vervolgens de raad van bestuur en mijn collega's binnen Forvis Mazars, die het mij mogelijk maakten mijn tijd en energie aan het CB te besteden. Verder de collega's van het BOB. De samenwerking was kort, maar constructief en bijzonder nuttig in het kader van meer transparantie over de ontwikkeling van regelgeving en de 'blik van buiten naar binnen'.
Dan uiteraard mijn zeer gewaardeerde collega's in het College zelf. De huidige – heel diverse – samenstelling maakte het altijd mogelijk om in de vergadering uitstekende en waar nodig robuuste debatten te voeren – altijd gericht op de kwaliteit van goede beroepsregelgeving. Jullie input, positief-kritische houding, de goede onderlinge debatten en jullie onvoorwaardelijke steun hebben mij geholpen mijn rol als voorzitter met heel veel plezier te kunnen uitvoeren. En dat geldt uiteraard ook de bijdragen die vanuit de Subcommissie Assurance en de Subcommissie Ethiek werden geleverd: ook die collega's bedank ik voor de samenwerking.
Tot slot een groep die nogal eens onderbelicht is, maar van cruciaal belang is voor de beroepsregelgeving in Nederland en het goed functioneren van het CB: de collega's die werkzaam zijn bij de NBA; directie en medewerkers. Veelal opererend in de schaduw, maar ik heb als CB-voorzitter vele jaren gezien hoe zij met heel veel betrokkenheid, passie en energie hun bijdrage leveren aan goede beroepsregelgeving en daarmee het CB. Van deze kant: heel veel dank daarvoor.
Met medewerking van velen, zoals hiervoor door mij benoemd, is het CB de achterliggende jaren in staat geweest om voor het accountantsberoep in een robuust proces kwalitatief goede beroepsreglementering te realiseren.
Ik dank allen die het mij mogelijk hebben gemaakt om hieraan een beperkte bijdrage te leveren en ben ervan overtuigd dat het CB bij Frank van Hoek als opvolgend voorzitter in zeer goede handen is. Ik wens Frank, maar ook alle andere gewaardeerde CB-leden, hierbij heel veel succes. En ik zal me af en toe vanaf 'de zijlijn' laten horen om een bijdrage te leveren aan dit schitterende beroep en onze fantastische beroepsorganisatie.