FYI
Expat - Final call: 'Accountants can save the world' - Onder de kerstboom - De negen irritantste zinnen in e-mails - Weg met de kantoortuin! - Hebbeding - Nog deze eeuw heeft u een vierdaagse werkweek - Ingeschreven.
Dit artikel is verschenen in Accountant Q4, 2018
Bekijk alle artikelen uit dit nummer
Expat: Grote verschillen
Ervaringen van Nederlandse accountants in den vreemde. Dit keer: Jeffrey Bekkerin (42), vice president corporate governance bij Seadrill, vanuit Londen. Binnen zijn organisatie gebruikt hij social physics en
Artificial Intelligence om organisatorische vraagstukken in een snel veranderende omgeving op te lossen.
Londen is een wereldstad. Of eigenlijk is het een land binnen een land. Het is een stad waar vele nationaliteiten in goede harmonie met elkaar samenwonen en werken. In de metro en in restaurants hoor je mensen spreken in verschillende talen (en ik heb het dan niet over toeristen), waarbij het Engels en de droom om succesvol te worden iedereen verbindt.
In de jaren dat ik daar nu woon met mijn gezin heb ik veel mensen zien komen en gaan. De meeste komen met een droom, maar niet veel houden het langer dan een paar jaar vol. De kosten om te wonen in West Londen zijn gigantisch (zeker met een gezin) en de concurrentie is moordend. Wij zouden voor twee jaar komen en zitten er inmiddels alweer bijna zes jaar. Tegen mijn vrouw zeg ik altijd: “We blijven in Londen zolang we het kunnen betalen.” Helaas ben ik geen ‘bedrijfsexpat’. Naast het financiële aspect speelt er inmiddels nog iets wat de toekomst onzeker maakt: de brexit.
Het moment dat je Londen verlaat kom je in het ‘echte’ Verenigd Koninkrijk terecht, waar grote tegenstellingen bestaan in inkomen, opleidingsniveau en prijzen. Niet alleen is alles wat dat betreft aanzienlijk lager, maar ook de meningen zijn er anders. Dus ook hoe men naar de toekomst kijkt. Londen is het domein van de remainers, daarbuiten is de meerderheid voor de brexit. Dat is een aparte gewaarwording, maar ik snap het wel gezien die grote verschillen. Twintig procent van de bevolking leeft onder de armoedegrens en snakt naar verandering. Bij de meeste Londenaren leeft de brexit niet echt. Wel is iedereen het er over eens dat het een politiek zooitje is, waar velen zich voor schamen. De meesten wachten rustig af. Veel is ook afhankelijk van de toekomst van Europa. Bij een sterk Europa zal het VK waarschijnlijk de verliezer zijn, maar als Europa verder uit elkaar valt kunnen ze nog wel eens als winnaar uit de bus komen.
Wat wij gaan doen? Wij wachten ook rustig af. Het heeft geen zin om duidelijkheid proberen te krijgen, omdat echt niemand het antwoord nog weet. Naast mijn werk bij Seadrill ben ik ook betrokken bij het opzetten van een hedgefund en heeft mijn vrouw een eigen bedrijf gestart. En als het gaat om de aanwezigheid van investeringskapitaal moet je vooralsnog in Londen zijn. Ik zie dat nog niet zo snel veranderen na de brexit. Maar we kunnen altijd nog terug naar het mooie Nederland, waar alles goed is geregeld.
Final call: 'Accountants can save the world'
Bij de jaarlijkse bijeenkomst van het Accounting for Sustainability Project (A4S) haalde oprichter Prins Charles opnieuw de slogan ‘Accountants can save the world’ van stal. Volgens hem staan we nu echt op het laatst mogelijke punt van ingrijpen, wat betreft het milieu.
De Prince of Wales herhaalde zijn boodschap dat de financiële wereld “absoluut essentieel” is bij het mogelijk maken van veranderingen die leiden tot meer duurzaamheid. Accountants hebben volgens hem een unieke positie om bedrijven te stimuleren bij het nemen van duurzame beslissingen. Prins Charles, die onlangs zeventig werd, zegt zich grote zorgen te maken over het klimaat. “Ik vrees dat ik nu op een punt in mijn leven ben aanbeland waarop ik, na zo lang te hebben gewaarschuwd voor de consequenties wanneer men niet snel genoeg handelt, echt begin te vrezen voor de wereld die wij achterlaten voor de toekomstige generaties. Niet alles is nog verloren, maar dit is wel echt de final call.
Over de oorsprong van de uitspraak ‘Accountants can save the world’ doen verschillende verhalen de ronde. Volgens sommigen was het de Nederlander Peter Bakker die de slogan introduceerde in 2013 bij de United Nations Conference on Sustainable Development in Rio de Janeiro. Iets wat volgens hem destijds tot flink wat “opgetrokken wenkbrauwen” leidde. Anderen dichten de uitspraak toe aan Pavan Sukhdev (ex-Deutsche Bank en voormalig hoofd van het Green Economy Initiative van de VN), die hem al gebruikte in zijn boek ‘Corporation 2020 – transforming business for tomorrow’s world’ uit 2011.
Volgens Nancy Kamp-Roelands, voorvechter van integrated reporting die in de werkgroep met Prins Charles zat waar de International Integrated Reporting Council uit voortkwam, was het waarschijnlijk de persoonlijk secretaris van Charles, ene Michael Peat, die de uitspraak bedacht. Toevallig is Peat tevens achterkleinkind van een van de naamgevers van KPMG. Hoe dan ook: de klok tikt, tijd om de wereld te redden!
Papierloos? U print alleen maar meer!
Nederlandse leidinggevenden printen gemiddeld ruim 26 pagina’s per dag. Dat betekent een jaarlijkse berg printjes van liefst 28,6 kilo: net zo zwaar als twee volle kratten bier.
Dat blijkt uit de Papierloos Monitor van Viadesk, waarin 450 medewerkers en leidinggevenden uit drie landen zijn bevraagd. Belgische leidinggevenden printen iets minder dan hun Nederlandse collega’s, maar de Duitse managers zijn echte printprinsen: dagelijks elk goed voor ruim veertig bladzijden. Ook het kantoorpersoneel kan er wat van, als het om bomen verspillen gaat. Opvallend in deze digitale tijden is vooral dat Nederlanders sinds 2015 alleen maar meer zijn gaan printen: gemiddeld 17,4 pagina’s in 2017, tegen 16,1 pagina’s twee jaar eerder. Ook hier zijn de Oosterburen grootgebruikers. Werknemers daar printen gemiddeld 26 bladzijden per dag.
Hoe dat komt? Omdat we tegenwoordig graag thuiswerken. Veel Nederlandse werknemers en managers printen documenten op kantoor uit, vooruitlopend op de thuiswerkdag. Volgens de deelnemers aan het onderzoek blijft het toch makkelijker navigeren en bladeren op een papieren uitdraai. Uitgaande van 220 werkdagen printen we zo in ons land per jaar elk gemiddeld bijna 4.200 pagina’s aan digitaal geproduceerde informatie. Hup, daar gaat weer een boom!
Onder de kerstboom
U kunt tijdens de feestdagen natuurlijk gaan voor zelfkastijding, met Richard Brooks’ scherpe analyse van het accountantsberoep ‘Bean Counters’. Maar het lijkt ons gezelliger om iets anders onder de kerstboom te vinden. Twee suggesties van ons bekende auteurs.
Nostalgisch zwijmelen over hoe het vroeger was kunt u met Het goede leven. Econoom en journalist Annegreet van Bergen (eerder ook actief voor dit magazine) beschrijft hierin hoe ons kikkerlandje in een halve eeuw welvarender werd dan ooit gedacht. Sinds 1948 is het reële inkomen per hoofd van de bevolking verviervoudigd. En daar deden we van alles mee.
Door de “ogenschijnlijk gewone belevenissen van gewone mensen” op te tekenen, schetst Van Bergen een prachtig beeld van de ontwikkeling van naoorlogs Nederland. Over de eerste auto voor de deur, de opkomst van de supermarkt, het bermtoerisme, de kampeervakantie, de invloed van radio en televisie, de telefoon, speelgoed en kleding. Maar ook over de gezondheidszorg, de eerste ‘gastarbeiders’, status en diversiteit. ‘Het goede leven’ is een heerlijke trip down memory lane en eigenlijk ook verplichte kost voor een jongere generatie; al was het maar om hun ouders te begrijpen.
Europa
Wie liever over de grenzen kijkt, kan kiezen voor Onbegrepen Europa, waarin financieel journalist Bert Bakker (bekend van de rubriek Out of Print in dit blad) zoekt naar de achtergronden van mentaliteitsverschillen binnen Europa. De Europese Unie kraakt en zucht in haar voegen; de Britten staan al bijna buiten, Italië heeft lak aan afgesproken begrotingsregels. De introductie van de euro heeft landen niet dichter bij elkaar gebracht, integendeel, zo lijkt het soms. Hoe komt dat toch? Ideeën over het waarom van de verschillen overstijgen zelden het niveau van gebabbel bij de koffieautomaat, meent Bakker.
Hij schetst de opkomt van een nieuwe middenklasse in sommige landen (Nederland, Duitsland, Scandinavië, Noord-Italië), tegenover landen waar de verhoudingen bleven zoals in de oude standenmaatschappij. Na lezing van zijn zoektocht naar de verklaring voor die grote verschillen binnen ons werelddeel, weet je dat voor een solidair Europa meer nodig is dan een kloppend huishoudboekje. Niet zo lichtvoetig als het hiervoor genoemde brokje nostalgie, maar wel een belangrijk boek. Why are we not surprised?
Beide boeken zijn verschenen bij uitgeverij Atlas Contact in Amsterdam.
De negen irritantste zinnen in e-mails
Adobe deed onderzoek naar de irritantste zinnen in e-mails. Dat levert een top-negen op.
Op plaats één: Not sure if you saw my last email. Oftewel, je antwoordt niet snel genoeg, of je hebt mijn laatste mail niet goed gelezen. Interessant is dat plaats twee, Per my last email, en plaats drie, Per our conversation, eveneens die licht dwingende toon aanslaan. Overigens lijkt dat een rode draad door de hele lijst. Op plaats vier staat namelijk Any updates on this?, met andere woorden, ‘ik had hier allang meer over willen horen, waarom hoor ik niets, waarom doen jullie je werk niet, slampampers?’
Op vijf: Sorry for the double email. Alle mailprogramma’s vereisen in principe toch een paar handelingen voordat je een mail twee keer verstuurt, kortom: de verstuurder heeft waarschijnlijk helemaal geen spijt, maar wil je gewoon spammen in de hoop dat je eindelijk op reply drukt. Op zes: Please advise. Met andere woorden ‘ik weet niet meer wat ik moet doen, pak jij deze rotzooi maar over’. Op zeven: As previously stated, het mail-equivalent van ‘dat had ik je toch gezegd, luister nou toch eens!’. Op acht: As discussed, wederom een licht dwingende ondertoon. Op negen: Re-attaching for your convenience, wat overkomt als ‘ik ga ervan uit dat je zo’n sloddervos bent dat je dit document dat ik je al had gestuurd niet hebt opgeslagen en dat je ook te beroerd bent om op ‘ontvanger’ te sorteren, zodat je de eerdere e-mail waar dit bij zat makkelijk kunt vinden’.
In aanvulling heeft uw redactie er ook nog wel een paar: ‘Urgent’ in het onderwerp terwijl er in de e-mail eigenlijk niets urgents staat. Of wat te denken van vier e-mails in korte tijd achter elkaar over hetzelfde onderwerp, omdat de verzender te haastig was om even rustig de tijd te nemen om zijn gedachten te ordenen. Maar met stip op onze nummer 1 (en gelukkig een uitstervende gewoonte): de pop up in Outlook, waarin de ontvanger wordt gevraagd om een leesbevestiging te versturen.
Weg met de kantoortuin!
Om geconcentreerd te kunnen werken moeten de kantoortuinen verdwijnen. Dat schreef Stefan van der Stigchel, hoogleraar cognitieve psychologie aan de Universiteit Utrecht, begin november in NRC.
“Natuurlijk kunnen kantoortuinen de samenwerking verbeteren en leveren ze besparingen op qua huisvesting, maar de vraag is of deze winst opweegt tegen de kosten die gepaard gaan met de continue afleiding door gesprekken van collega’s of langslopende collega’s”, aldus Van der Stigchel. Ons werk wordt er zelfs oppervlakkiger door, meent de hoogleraar. Of kantoortuinen de samenwerking verbeteren is trouwens maar de vraag. Een grote, open werkplek zonder scheidingswanden betekent niet dat werknemers daardoor meer onderling contact hebben, blijkt uit onderzoek aan Harvard Business School onder leiding van professor Ethan Bernstein. Integendeel zelfs, het face-to-face-contact nam bij de onderzochte bedrijven met liefst zeventig procent af! In plaats van even bij elkaar langs te lopen sturen collega’s elkaar liever e-mails of chatberichtjes: digitaal contact neemt door een kantoortuin met twintig tot vijftig procent toe.
Uit eerder onderzoek bleek al dat medewerkers vooral door geluid worden afgeleid, in de eerder zo bejubelde open space. Het onderzoek van Bernstein bevestigt dat beeld en stelt ook vast dat medewerkers steeds vaker grote koptelefoons gaan dragen, om zichzelf zichtbaar te isoleren en rustiger te werken. Om niet te indruk te wekken dat ze alleen muziek luisteren of video’s kijken, doen ze tegelijk erg hun best om er drukbezet uit te zien, aldus de onderzoekers.
Hebbeding: Twee drietjes
Tesla’s oplossing voor de Tesla-taks
Als het om auto’s en fiscale regels gaat, is de Nederlandse overheid notoir onbetrouwbaar. Uw rond 2010 gekochte ecodiesel, destijds wegenbelastingvrij omdat hij zo schoon was, mag straks als viespeuk de grote stad niet meer in. Het leasecontract van uw eerder bijtellingsvrije hybride (waarmee u elektrisch amper het eind van de straat haalt) loopt af, maar een nieuwe kost u 22 procent bijtelling. En juist op het moment dat u daarom wilt opschalen naar de Tesla Model S, waarmee uw medeweggebruikers u dagelijks fluisterstil, elektrisch en fiscaalvriendelijk het snot voor de ogen rijden, voert de staat de ‘Tesla-taks’ in. Ook elektrische auto’s kosten vanaf 2019 22 procent bijtelling in plaats van vier procent zoals nu, althans voor alles wat ze meer kosten dan een halve ton. En die Model S zit al snel op het dubbele.
Gelukkig heeft Tesla gevoel voor timing. Van de langverwachte Model 3, die aanvankelijk zuchtte onder productieproblemen en waarvoor sinds de aankondiging in 2016 een enorme wachtlijst ontstond, liep recent het honderdduizendste exemplaar van de band. Net voor het eind van dit jaar is de auto binnen enkele Nederlandse Teslavestigingen te bezichtigen.
De Model 3 ziet er uit als een gedrongen versie van de Model S; met een lengte van 4.70 m is hij zo’n dertig centimeter korter. Midden in het interieur prijkt een enorm vijftien inch beeldscherm, waarmee u alles bedient. Voor de rest is het er een redelijk kale boel, al krijgt u klimaatbeheersing, een deelbare achterbank en spraakbediening. Het bereik is afhankelijk van de uitvoering, maar dik driehonderd kilometer ver komt u ook met de goedkoopste versie wel. Die goedkoopste zit binnen zes seconden op honderd kilometer, de dikste versie doet dat binnen vier tellen. Daarmee betreedt u Ferrari- en Porsche-domein.
De internationale leveringen van de Model 3 beginnen in de eerste helft van 2019. De Nederlandse prijs is nog niet bekend, maar bestellen kan alvast; u ontloopt sowieso een berg fiscale bijtelling ten opzichte van de grotere broer. Benieuwd wat de regering straks weer bedenkt om daar iets aan te doen. Tot dan lijkt het zeker dat het over een jaar zwart, donkergrijs en donkerblauw ziet van de Model 3-tjes aan de Amsterdamse Zuidas. Meer info is te vinden op Tesla.com.
Einzeiger met stadsgezicht
Te midden van alle horlogemerken neemt MeisterSinger een bijzondere plaats in. Alle uurwerken van deze horlogebouwer uit Munster zijn einzeigers, horloges uitgerust met slechts één wijzer voor de tijdsaanduiding. Dat is even wennen, maar om wat te onthaasten te midden van alle werkdruk best aangenaam. Bij een MeisterSinger komt het minder op de minuut aan; voor de exacte tijd kijkt u maar gewoon op uw smartphone.
Het Duitse merk brengt dit jaar een bijzondere ‘City Edition’-reeks uit, gebaseerd op de automatische model No.3. De City Edition draagt op de glazen achterzijde een kenmerk of skyline van een stad naar keuze, waarbij u kunt kiezen uit liefst 58 varianten. Omdat de fabrikant bij de buren woont is het aantal te kiezen Nederlandse bestemmingen niet gering: Alkmaar, Amsterdam, Apeldoorn, Arnhem, Den Bosch, Den Haag, Deventer, Friesland, Groningen, Haarlem, Leiden, Maastricht, Nijmegen, Oss, Rotterdam, Utrecht, Veenendaal, Venlo en Zwolle. Een opmerkelijk rijtje.
Achter de contouren van uw keuze is het nobele uurwerk zichtbaar. De gangreserve van de automaat is goed voor 38 uur; handig als u tussendoor een dagje uw smartwatch pakt. En naast de ene wijzer die de tijd aangeeft krijgt u zowaar nog een datumaanduiding. De MeisterSinger No.3 heeft een diameter van 43 mm. Prijs van de City Edition is € 1.750. Meer info via meistersinger.com.
Nog deze eeuw heeft u een vierdaagse werkweek
Door technologische vooruitgang kunt u deze eeuw nog gaan genieten van een standaard vierdaagse werkweek.
Dat concludeert de Britse Trades Union Congress (TUC). “In de negentiende eeuw gingen de vakbonden de barricades op voor de werkdag van acht uur. In de twintigste eeuw wonnen we het recht op een weekend van twee dagen en betaalde vakantiedagen. Laten we daarom voor de 21ste eeuw wederom de lat hoger leggen”, aldus Frances O’Grady, secretaris-generaal van de TUC, tijdens het jaarlijkse congres van de vakbonden.
Volgens O’Grady levert nieuwe technologie dusdanig veel winsten op dat bedrijven gemakkelijk de werkweek kunnen verkorten met behoud van salaris. Dat is volgens haar alleen mogelijk als “we niet toestaan dat de top van het bedrijfsleven de winsten voor zichzelf houdt”.
Ook in Nederland en België werd eerder dit jaar over de vierdaagse werkweek gesproken, omdat de Belgische vakbond ABVV meent dat 32 uur werk per week de nieuwe standaard zou moeten worden. Dat zou allerlei voordelen hebben: meer vrije tijd, minder gedoe met kinderopvang voor gezinnen en minder werkloosheid, omdat werkgevers meer mensen moeten aannemen om het bedrijf vijf dagen per week draaiende te houden. Ook zou uit onderzoek blijken dat het leidt tot minder ziekteverzuim en hogere productiviteit. De voorstellen van de ABVV liggen momenteel bij de Belgische werkgevers.
De grootste Nederlandse vakbonden zijn verdeeld over de plannen van de Belgische collega’s. CNV meent dat er nu al voldoende mogelijkheden in Nederland zijn om minder uren te werken. De FNV wacht af wat er uit de discussie in België komt, voordat het in Nederland zelf met een voorstel komt. Wij gokken er op dat u niet tot het eind van deze eeuw hoeft te wachten, maar al veel eerder vanuit uw huis kunt constateren dat een robot prima bezig is op uw voormalige werkplek...
Ingeschreven
Heather Stuurop (30) ontving op 12 oktober 2018 haar RA-diploma. Ze is senior finance professional bij Agium Finance & Control. Drie vragen.
Nu al accountant in business. Waarom die keus?
Het zijn van accountant in business biedt mij de mogelijkheid om vanuit verschillende functies bedrijven te adviseren en te ondersteunen bij (complexe) vraagstukken. Niet alleen direct gerelateerd aan de jaarrekeningcontrole, maar ook bij andere vraagstukken waar ik mijn kennis en ervaring kan inzetten. Dat past goed bij mijn brede belangstelling.
Wat maakt tijdelijke inzet bij verschillende opdrachtgevers zo leuk?
Geen enkel bedrijf is hetzelfde. Dat maakt het voor mij uitdagend en leuk om te onderzoeken op welke manier ik de opdrachtgever het beste verder kan helpen. Dat kan bijvoorbeeld door het tijdelijk invullen van een financiële functie, maar ook door het uitzoeken van een complex vraagstuk.
Waar bestaan je dagelijkse werkzaamheden uit?
Dat is heel erg afhankelijk van waar ik op dat moment ben gedetacheerd. Als ik niet ben gedetacheerd, onderzoek ik mogelijkheden om big data analytics in te zetten bij bedrijven die meer in control willen zijn. Zo verdiep ik mij nu in een tool die met behulp van algoritmes verdachte transacties signaleert.