Magazine

Klassieke deugden beste houvast

Als er iets is blijven hangen van iemands opvoeding, mits ouderwets degelijk, dan kan het betoog van rechtsfilosoof en ethicus Andreas Kinneging tijdens de laatste Accountantsdag geen echte verrassingen hebben bevat. Toch werd zijn optreden met zo groot enthousiasme ontvangen dat het leek of de basisprincipes van ethiek en moraal voor zijn publiek een regelrechte eye-opener waren. Een gesprek.

Dit artikel is verschenen in Accountant nr. 5, 2012

Bekijk alle artikelen uit dit nummer

» Download dit artikel in pdf

Andreas Kinneging over ethiek

Kinneging wist kennelijk een snaar te raken en waarschijnlijk was dat een kwestie van toon. Woordgebruik en gedachtengang van deze Leidse hoogleraar, die ooit naam maakte als speechschrijver van Frits Bolkestein, klonken bijna Jip-en-Janneke-achtig simpel en niet wollig.

Kinneging wist zijn gehoor het geruststellende gevoel te geven dat ethiek helemaal niet complex is. Niet gedoemd om in vaagheden te stranden maar voor ieder een te leren en makkelijk toe te passen. Richt je op de klassieke zeven deugden: prudentia (voorzichtigheid), Iustitia (rechtvaardigheid), temperantia (zelfbeheersing) fortitudo (moed), fides (geloof), spes (hoop) en caritas (naastenliefde), dan red je het wel.

‘Geen engelen’

Maar iets anders kan ook een rol hebben gespeeld. Een deel van het publiek in het RAI Congrescentrum op die 23ste november 2011, zal van een ethicus - toch een soort hedendaagse dominee - een donderpreek hebben verwacht. Kinnegings rijzige, gespierde gestalte, kale hoofd en grijze pak hadden goed bij zo'n rolgepast. Zo'n preek met hel en verdoemenis was niet ook vreemd geweest, na alweer een jaar waarin accountants collectief in het beklaagdenbankje stonden. Maar het verhaal kreeg een heel andere teneur. ‘Mensen zijn geen engelen’, zei Kinneging. Troostrijk om iemand te horen zeggen dat de neiging om slechte dingen te doen of gewoon net onder de maat te presteren, overal voorkomt. Onder accountants niet meer dan bij andere beroepsgroepen. Ook herinnerde hij er aan dat de rol van accountants maatschappelijk belangrijk is en nuttig, juist vanwege die menselijke zwakheden. Bovendien benadrukte hij dat het ultieme heil - jaarrekeningen die volstrekt juiste en volledige informatie overbrengen voor alle stakeholders - helemaal niet dichterbij komt door toezicht op toezicht te stapelen. Toezichthouders op toezichthouders - zoals de AFM voor controlerend accountants - kunnen net zo goed falen. En misschien zelfs wel ernstiger dan degenen die met hun laarzen in de modder staan, hintte Kinneging. Hoe meer lagen tussen toezichthouder en gecontroleerde, hoe groter de afstand tot de werkvloer en hoe sterker de neiging om abstracte of ideologisch geïnspireerde oplossingen te kiezen. Met alle ellende die daaruit kan voortvloeien.

Lifeboat-ethiek

Een accountant die erbij was noemde de presentatie ronduit een aangename verrassing. ‘Vanuit de filosofie en ethiek zette Kinneging het belang van toezicht in perspectief. Daarmee maakte hij de rol en het bestaansrecht van accountants weer helder.’

Misschien was dat het: eindelijk even niet die morele gesel, maar begrip en waardering voor de goede bedoelingen waarmee de grote meerderheid van de accountants dagelijks aan het werk is.

Maar dat het verhaal prettig klonk, wil nog niet zeggen dat alle vragen rond ethiek in de accountancy zijn op gehelderd.

Opvallend in uw betoog was dat het leek of ethische vragen niet complex zijn. ‘Hou die zeven deugden nu maar in het vizier.’ Maar mensen ervaren ethische kwesties als duivelse dilemma's.

Kinneging: “Het is een misverstand dat ethiek primair over dilemma's gaat, dus over hard cases zoals moet je een stervend kind euthanasie gunnen, of help je arme landen wel of niet door ze ontwikkelingshulp te geven? Die uitzonderlijke situaties classificeer ik onder ‘lifeboat-ethiek’: er drijven twintig mensen in de zee en in het rubberbootje passen maar er maar tien. Erg lastig. Maar hoe vaak komt dat voor? Mijn stelling is dat in negentig procent van de situaties waar een ethische keuze moet worden gemaakt, er geen sprake is van een dilemma of van een noodzaak je geweten diepgaand te bevragen.

Voorbeeld: Ik zou, als ik een berg tentamens moet nakijken, die hele stapel van de trap kunnen gooien.De tentamens die bovenaan blijven liggen krijgen een 10, en die op de onderste tree een 1. Dat is makkelijk. Ik kan ze ook goed lezen en dan weloverwogen een cijfer geven. De vraag welke aanpak ethisch juist is, is geen dilemma. Ik moet gewoon mijn werk doen, met echte aandacht en toewijding. Kortom, ik geloof dat je je beter kunt richten op die deugden, zoals verstandigheid, moed, zelfbeheersing, rechtschapenheid enzovoorts, die in je gewone leven meteen houvast geven. Dat zijn dingen die je je kunt aanleren en waar je beter in kunt worden. Als iemand tot iets slechts wordt verleid en de pakkans is nul, dan is die moral fibre van het normbesef, dat wat mensen zich eigen hebben gemaakt, het enige dat je overeind houdt.”

Materialisme

Misschien een beetje flauw en bezijden het onderwerp, maar in maart 2012 werd even zichtbaar dat de zeven deugden als richtsnoer voor juist handelen niet altijd zo eenduidig zijn. Toen de opdringerige reporter Rutger Castricum van Powned bij u thuis aanbelde met brutale vragen leek u verstrikt in een dilemma tussen zelfbeheersing en moed. Moed kreeg de overhand.

“Nee hoor. Wat hier nodig was waren zelfbeheersing én moed. Voor journalisten die de fatsoensgrenzen dagelijks ver overschrijden is een flink maar beheerst pak voor de broek het enige dat werkt. Ik hoop dat mijn voorbeeld de toon zet. Gezien de adhesiebetuigingen heb ik daar hoop op. Voor dergelijk puberaal gedrag is het recht als correctiemiddel niet geschikt. Beheerste Zivilcourage is dan het enige antwoord.”

Terug naar accountants. De laatste jaren is de beroepsgroep, net als bankiers, verweten dat ze het verschil tussen recht en krom niet meer zagen. Dat was dus het gevolg van tekortschietende ethische opvoeding?

“Dát, maar daarnaast lijkt het erop dat laatste jaren in de zakenwereld, inclusief de accountancy, het ethisch besef is afgenomen. Voor een deel heeft dat te maken met de steeds verdergaande specialisering. Mensen raken het overzicht kwijt over het terrein waarin ze zelf wel een rol spelen. Er zijn ook signalen dat materialisme - zeer hoge partnersalarissen, grote leaseauto's - in deze branche soms doorslaat. Voor een vak waar onafhankelijkheid zo belangrijk is, is dat een reëel gevaar. Dat wordt er niet minder op als je weet dat de accountant wordt betaald door de gecontroleerde, terwijl degenen die hem zouden moeten steunen, de raad van commissarissen, nogal eens dezelfde belangen hebben als het bestuur.”

Codes en cursussen

Iets concreter dan: neem de accountantpartner die tijdens boekencontrole iets tegenkomt dat mogelijk wijst op fraude door de directie. Hij kan het niet bewijzen en weet niet of het om veel geld gaat. Hij weet alleen dat als hij er een hard punt van maakt, hij kans loopt de controle-opdracht kwijt te raken. Dat kost zijn kantoor banen, maar zijn opvolger zal ook niet verder komen.

“Als je niks kan bewijzen en je weet niet om welke bedragen het gaat, heb je weinig om erop af te gaan. Stennis schoppen is dan niet gepast. Wel: netjes maar beslist doorvragen totdat je meer weet. Ook hier zie ik dus geen dilemma. Ethisch is het zo klaar als een klontje wat je als accountant moet doen. Maar let wel, ethiek is geen exacte wetenschap. Er blijven altijd gevallen over die wel echt problematisch zijn. Dan moet er een afweging worden gemaakt. Ook ethisch gesproken is het in zulke situaties niet evident dat één oplossing de beste is.”

Accountants proberen zichzelf, net als bankiers, via gedragscodes te disciplineren. Is dat een oplossing?

“Tja, mensen worden naar cursussen gestuurd. Daar worden casussen behandeld waarin een dilemma speelt. Ik vrees dat dat niet het gewenste resultaat zal opleveren. Mijn suggestie zou zijn: werk aan bildung, maak je het werk van de grote filosofen en ethici eigen. Door rustige overdenking ga je begrijpen waarom die klassieke deugden het beste houvast zijn om te voorkomen dat je domme dingen doet. Een van die deugden - wijsheid - zou concreet betekenen dat je, als je afgaand op je emotionele en sociale intelligentie voelt dat ergens iets niet klopt, om een second opinion vraagt en dan opnieuw afweegt. Moed, ook zo'n deugd die in dit vak bekend staat als de ‘rechte rug’, wordt ook te vaak verwaarloosd.”

Protestantse cultuur

Interessant is dat ethisch gedrag voor u een kwestie is van aanleren, van gewoon dóen. Alsof het om etiquette gaat. Dat lijkt in contrast met de protestantse Nederlandse cultuur waarin vanouds veel accountants opgroeiden, en waar het bepalen van goed en kwaad niet iets is van het boekje volgen maar van een individuele afweging.

“Dat is een misverstand. Deugden zijn niet ‘een boekje volgen’. Het zijn waarden die men zich eigen moet maken, die een tweede natuur moeten worden. En de afweging van de protestant is alleen individueel in die zin dat hij een directe, persoonlijke lijn met God heeft en zich persoonlijk moet verantwoorden. Zijn morele richtsnoer is niet individueel en naar eigen keuze. Dat zijn de tien geboden en het dubbelgebod van de liefde. Dat richtsnoer is voor alle protestanten gelijk.

Interessant genoeg kunnen heel veel geboden worden geherformuleerd als deugden. Andere taal, dezelfde receptuur. Overigens is het natuurlijk een goede zaak als een accountant het idee heeft dat hij uiteindelijk verantwoording moet afleggen op grond van een richtsnoer, iets waar ook de op drachtgever voor moet wijken.”

Bert Bakker (1956-2022) was financieel-economisch journalist.

Gerelateerd

Aanmelden nieuwsbrief

Ontvang elke werkdag (maandag t/m vrijdag) de laatste nieuwsberichten, opinies en artikelen in uw mailbox.

Bent u NBA-lid? Dan kunt u zich ook aanmelden via uw ledenprofiel op MijnNBA.nl.