Magazine

Weinig beweging in auditmarkt

De dominantie van de big four in de top van de internationale auditmarkt is een hot issue. Hoe liggen de precieze markt ver houdingen in Nederland? Welk kantoor bedient de meeste en grootste fondsen? En in welke sectoren? Er is wat beweging, maar nog slechts heel voorzichtig.

Dit artikel is verschenen in de Accountant nr. 4, 2009

Bekijk alle artikelen uit dit nummer

» Download dit artikel in pdf

Erwin Breij

Voorzichtige opmars BDO en Mazars

PricewaterhouseCoopers, KPMG, Ernst & Young en Deloitte beheersen de bovenkant van de markt voor accountantscontrole in Nederland. Dat was de conclusie van een onderzoek door ‘de Accountant’ in september 2006 op basis van verslagjaar 2005.

Is dit nog steeds het geval? Of hebben de middelgrote kantoren, al jaren pogend een voet tussen de deur te krijgen, wellicht een inhaalslag gemaakt? ‘de Accountant’ onderzocht de situatie op basis van de jaarverslagen van Nederlandse ondernemingen over boekjaar 2007.

Om maar meteen met de deur in huis te vallen: van een grote verschuiving is geen sprake. Het zal weinigen verbazen. De vier grote accountantskantoren zijn nog steeds oppermachtig in het topsegment van de markt.

Ruim 82 procent van de beursfondsen heeft een big four-kantoor als controlerend accountant. Gemeten in omzet over 2007 van de gecontroleerde bedrijven is dit percentage zelfs 99,6 procent.

Hetzelfde beeld rijst op als we kijken naar de veertig grootste niet-beursgenoteerde ondernemingen.

KPMG meeste beursfondsen

KPMG heeft de meeste beursfondsen onder zijn hoede, op de voet gevolgd door Ernst & Young. Met enige afstand volgen dan PwC en Deloitte. Gemeten naar omzet is het beeld iets anders. Dan gaat PwC nipt op kop. Dit kantoor doet de controle bij levensmiddelenconcern Unilever, met afstand het grootste beursfonds met een Nederlandse accountant. Het gat met de nummers drie en vier, Ernst & Young en Deloitte, is in deze ranglijst ook groter dan wanneer alleen naar aantallen klanten wordt gekeken. Bij de niet-beursgenoteerde bedrijven valt op dat Ernst & Young van de top vijftien maar liefst acht ondernemingen controleert. De top veertig vertoont een wat evenwichtiger beeld, alhoewel KPMG en Ernst & Young een duidelijk overwicht hebben.

Middelgrote kantoren

De inbreng van de mid tier kantoren in het topsegment van de controlemarkt is nog altijd erg bescheiden. Mazars en - vooral - BDO zijn de enige kantoren buiten de big four die een aardig deuntje meezingen in dit deel van de markt. Bij de beursgenoteerde bedrijven komen we het eerste middelgrote kantoor pas tegen op plaats 65 van de ranglijst naar omzet: Mazars controleert de jaarrekening van Tulip Computers.

Ook in het niet-beursgenoteerde topsegment is de ‘middelgrote’ inbreng erg beperkt. Bij de niet-beursgenoteerde ondernemingen komen we op de negende plaats BDO tegen als accountant van VION Food Group. Maar het volgende middelgrote kantoor volgt pas op de 33ste plaats: HAB.

Toch lijken BDO en Mazars langzaam wel iets aan positie te winnen. BDO heeft nu elf beursgenoteerde klanten, Mazars zes. Dat waren er in 2005 nog acht en drie.

Twee big four-klanten naar Mazars

De nieuwe klanten kwamen echter niet altijd van de vier grote concurrenten.

Mazars wist twee beursgenoteerde klanten van FAG Accountants binnen te halen: het bijna jaarlijks van accountant wisselende Tulip Computers (nu Nedfield) en Vivenda Media Groep, in 2007 ontstaan na de omgekeerde overname van beursfonds RT Company.

Die twee overstaps hebben een bijzondere achtergrond. FAG Accountants, tijdens het vorige onderzoek een van de zeer weinige kleinere kantoren met beursgenoteerde controleklanten, heeft in 2006 een OOB-vergunning aangevraagd, maar de Autoriteit Financiële Markten heeft die vergunning geweigerd. Onlangs oordeelde ook de Rotterdamse bestuursrechter dat het kantoor geen vergunning behoort te krijgen. FAG schiet volgens de rechter structureel tekort bij de “de zorgplicht, het stelsel van kwaliteitsbeheersing alsmede de vakbekwaamheid van aan FAG aangesloten accountants”.

Harry Brouwer, directeur van FAG Accountants, kondigde overigens in het Financieele Dagblad aan waarschijnlijk tegen de uitspraak in beroep te zullen gaan. Wel afkomstig van een van de big four is de nieuwe Mazars-klant Alanheri. Zaadhandel Alanheri moest de jaarrekening over 2006 herzien en raakte in onmin met voormalig accountant Ernst & Young. Mazars verwelkomde ook voormalig PwC-controleklant DPA Flex Group.

Drie big four-klanten naar BDO

BDO voegde sinds 2005 grondstoffengroothandel Acomo, bedieningspanelenproducent Nyloplast en beddenmaker Dico International toe aan zijn beursgenoteerde controleklanten. De informatie die bedrijven geven over een accountantswisseling is doorgaans summier. Dico en Deloitte besloten “in goed overleg” de controleopdracht te beëindigen. Ook Nyloplast was voorheen klant bij Deloitte. Acomo geeft als reden voor het afscheid van PwC dat BDO goedkoper is.

Alleen BDO en Mazars lijken zich dus te kunnen meten met de grote vier en snoepen (heel) langzaam marktaandeel af van de grote kantoren, al is het nog steeds in onderste helft van de ranglijst.

In omgekeerde richting was er de afgelopen jaren één overstap: BDO verloor in 2008 Hitt aan concurrent Deloitte.

Overnames en beursexits

De veranderde marktverhoudingen tussen de big four-kantoren onderling hadden in de afgelopen twee jaar vooral te maken met overnames en daaropvolgende beursexits. Uitzendorganisatie Vedior, dat werd gecontroleerd door Deloitte, verdween van de beurs als gevolg van de overname door Randstad, klant van PwC. Ernst & Young-cliënt TeleAtlas werd overgenomen door TomTom, cliënt van Deloitte.

Handelshuis Hagemeyer (Deloitte) en kantoorproductenleverancier Corporate Express (PwC) werden overgenomen door buitenlandse partijen. Ook supermarktconcern Schuitema staat op de nominatie van de beurs te worden gehaald in afwachting van een uitspraak van de Ondernemingskamer over de overname door private-equitymaatschappij CVC. ABN Amro, eind 2007 nog net genoteerd, werd overgenomen door een consortium van banken en kwam in handen van Fortis, dat vervolgens als gevolg van de kredietcrisis uiteenviel. De Nederlandse onderdelen ABN Amro en Fortis Bank Nederland zijn inmiddels in handen van de staat. ABN Amro wordt nu gecontroleerd door Deloitte.

De enige meer recente (2007) accountantswisselingen vonden plaats bij de Telegraaf Media Groep en het eerdergenoemde Alanheri. TMG verruilde Deloitte voor KPMG, Alanheri werd klant bij Mazars.

Andere wisselingen zijn al van oudere datum. In 2005 deed Ernst & Young goede zaken: het nam van elke andere grote concurrent een klant over (zie ‘Overstappers beursgenoteerde bedrijven’).

Financiële sector en bouw

In de meeste sectoren is de beursgenoteerde controlemarkt vrij evenwichtig verdeeld tussen de grote vier accountantskantoren.

Een opvallende uitzondering is de financiële wereld. In deze sector, waarvoor een hoge mate van specialisatie is vereist, is de spoeling inmiddels erg dun. In Nederland is de controle van banken en verzekeraars bijna exclusief in handen van Ernst & Young en KPMG. Op de in dit onderzoek gehanteerde peildatum (beursgenoteerd op 31 december 2007) controleerde Ernst & Young zowel Aegon, ING, ABN Amro, BinckBank als Van Lanschot. KPMG controleerde de boeken van Fortis (samen met PwC België), SNS Reaal en Kas Bank.

De turbulentie in de financiële sector heeft sinds die datum geresulteerd in één opvallende verandering: het genationaliseerde ABN Amro wordt zoals eerder opgemerkt nu gecontroleerd door Deloitte.

Naast de financiële sector vormt ook de bouwsector een uitzondering op de doorgaans redelijk evenwichtig verdeelde controlemarkt. KPMG heeft hier een zeer sterke positie, met prominente controlecliënten als Heijmans, Boskalis Westminster, Fugro, Wavin en Ballast Nedam. Wel controleert concurrent PwC Nederlands grootste bouwonderneming, de BAM Groep.

Europese consultatie

Is het een bezwaar dat de grote vier kantoren de dienst blijven uitmaken in het topsegment van de markt? De Europese Commissie denkt van wel. Na het instorten van Arthur Andersen als gevolg van het fraudeschandaal bij Enron werd de vraag opgeworpen of het aantal spelers op de beursgenoteerde markt niet gevaarlijk klein was geworden. Helemaal als er zich nog een dergelijk schandaal zou voordoen waarbij een groot accountantskantoor om zou vallen.

De Europese Commissie startte in november 2008 een consultatie naar de eigendomsstructuren van accountantsorganisaties om te bekijken of het uitbreiden van financieringsmogelijkheden middelgrote kantoren kan helpen de beursgenoteerde markt te betreden.

De consultatie volgt op een studie van adviesorganisatie Oxera naar de concurrentieverhoudingen en de keuze in de markt voor de controle van beursgenoteerde ondernemingen. In die studie werd een aantal factoren genoemd die de stap van middelgrote kantoren naar de top zouden belemmeren. Als belangrijke factor zien de onderzoekers het aantrekken van voldoende kapitaal om de sprong naar grote internationale controleklanten te maken. Daarnaast noemen ze aansprakelijkheid, reputatie, en de noodzaak voor bedrijven een internationaal netwerk met bijbehorende managementstructuren als accountant te hebben.

Weinig behoefte aan kapitaal

In haar reactie op de consultatie heeft het NIVRA gezegd financiering niet als grote barrière te zien. Harmonisatie van wet- en regelgeving, zoals op het gebied van aansprakelijkheid, en het aantrekken en vasthouden van voldoende gekwalificeerd personeel zijn volgens het NIVRA belangrijker factoren.

Als we af mogen gaan op de reacties van Berk en BDO op vragen van Accountant.nl naar aanleiding van het verschijnen van het Oxera-rapport in 2007, lijkt er bij de middelgrote Nederlandse accountantskantoren zelf inderdaad weinig behoefte te bestaan aan de uitbreiding van financieringsmogelijkheden.

Managing-partner Hans Koning van Berk zei toen: “Wij hebben gekozen voor de middle market. AEX-fondsen brengen te veel risico mee.” Berk richt zich voor haar groei op overheden en middelgrote bedrijven. De OOB-vergunning vroeg het kantoor aan omdat “die toch als een kwaliteitskeurmerk zal worden gezien in de markt”.

BDO, dat beursgenoteerde ondernemingen expliciet wel ziet als markt voor het kantoor, zei destijds ook geen kapitaal van buiten nodig te hebben. Andere zaken zijn van grotere invloed. “Het gaat dan bijvoorbeeld ook over de reputatie van accountantskantoren. Die is zeker relevant. Volkomen ten onrechte is de perceptie van de markt dat groot gelijk staat aan kwaliteit. Maar groot betekent niets anders dan groot”, aldus bestuursvoorzitter Martin van Roekel.

Noten
Erwin Breij is informatiespecialist en webredacteur Accountant.nl.
Zie ook het interview met de Europese topambtenaar Jürgen Tiedje op pagina 20.

Over het onderzoek

De opzet van dit onderzoek wijkt iets af van die van dat in 2006.

In het huidige onderzoek zijn uitsluitend de ondernemingen meegenomen die worden gecontroleerd door een Nederlands accountantskantoor, eventueel samen met een buitenlands kantoor. Dit laatste is alleen het geval bij Fortis (de Nederlandse tak van KPMG en de Belgische van PwC).

Zo ontstaat een ‘zuiverder’ beeld van de Nederlandse auditmarkt. Als gevolg van deze keuze zijn bedrijven als Shell en Air France-KLM niet meer in de lijst terug te vinden. Deze opzet heeft ook als gevolg dat de opgetelde omzetcijfers fors lager uitvallen dan in het artikel uit september 2006.

Er is uitgegaan van de jaarverslagen over 2007. Bij de beursfondsen gaat het om ondernemingen die op 31 december 2007 een beursnotering hadden.

Bij de niet-beursgenoteerde ondernemingen zijn dochterondernemingen van buitenlandse bedrijven en pensioenfondsen buiten beschouwing gelaten.

Als criterium voor omvang is gekozen voor omzet. Als bron is onder andere gebruikgemaakt van CompanyInfo, een database met bedrijfsgegevens.

Noot
Erwin Breij is webredacteur van Accountant.nl.

Aanmelden nieuwsbrief

Ontvang elke werkdag (maandag t/m vrijdag) de laatste nieuwsberichten, opinies en artikelen in uw mailbox.

Bent u NBA-lid? Dan kunt u zich ook aanmelden via uw ledenprofiel op MijnNBA.nl.